28.2.2 Gevoelsmodaliteiten
Verder lezen
Gevoelsmodaliteiten kunnen een groot aantal verschillende gevoelens ten
opzichte van het beweerde (datgene waarop het modale element betrekking
heeft: het bereik) uitdrukken, zoals verrassing, verbazing, blijdschap,
teleurstelling, schrik, afschuw, medelijden, enz. Ze kunnen met behulp van
allerlei grammaticale categorieën worden uitgedrukt. Voorbeelden:
1Tot onze grote
verrassing is Peter geslaagd.
2Met blijdschap
geven wij kennis van de geboorte van een zoon.
3We betreuren
het vertrek van onze directeur ten zeerste.
4Het is
betreurenswaardig dat het zo moest
aflopen.
5Helaas! Hij was
weer te laat.
6Jasses, het
regent.
7Gelukkig kwam
hij nog net op tijd.
8Hopelijk komt
hij op tijd.
9Ik sta nu al
een uur te wachten.
10Het is
me wat
moois.
11Moet
je nou iedere dag dronken zijn!
12Hij mag dan
intelligent zijn, ijverig is hij niet.
In 12 wordt met het concessieve
hulpwerkwoord van modaliteit een negatief gevoel uitgedrukt. Dit in
tegenstelling tot 13:
13Hoewel hij intelligent is, is hij
niet ijverig.
Als een aparte soort gevoelsmodaliteiten kunnen we de zogenaamde voorzichtigheidsmodaliteiten
beschouwen. De spreker drukt hiermee niet zozeer zijn gevoelen ten opzichte van het beweerde
uit, maar zwakt met behulp van modale elementen het beweerde of de communicatieve strekking
ervan (het beweerde moet bijv. opgevat worden als een vraag, een bevel, enz.) enigszins af,
bijv. om te grote stelligheid te vermijden of uit beleefdheid, of hij versterkt (de
communicatieve strekking van) het beweerde juist ter onderstreping daarvan. Naar de betekenis
vertonen voorzichtigheidsmodaliteiten nogal eens overeenkomst met onzekerheidsmodaliteiten:
de werkelijkheid wordt voorzichtigheidshalve als niet geheel
zeker voorgesteld. Ze worden uitgedrukt door schakeringspartikels (bijv.
even; zie (8.3.2, categorie
8[2])), al dan niet samen met een modaal bijwoord, door het imperfectum of het
plusquamperfectum van sommige werkwoorden (zie [28.3.3.7]) of door combinaties van beide. Voorbeelden:
15Ober, ik wou
graag een pils en een jonge klare.
16Ik had graag
dat je vanavond eens thuis bleef.
17Hoeveel dacht
u te besteden?
18We moesten maar
eens opstappen.
19Had u het
bezorgd willen hebben, mevrouw?
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Bij oordeelspartikels (zie (8.3.2, categorie 8)) en tussenwerpsels ([11.2]) kan
het modale element, afhankelijk van de context en/of de situatie, verschillende gevoelens
uitdrukken. Door toevoeging van bijv. het oordeelspartikel
al aan de neutrale mededeling:
iHet is vijf
uur.
drukt de spreker uit dat het sneller vijf uur is geworden dan hij
verwacht had en geeft hij een affectieve lading aan de zin mee. Deze kan
zowel van positieve aard zijn, bijv. in de context:
iiHet is al
vijf uur, dus die onwelkome bezoeker zal wel niet meer
verschijnen.
als van negatieve aard, bijv. in:
iiiHet is al
vijf uur en ik heb nog niets uitgevoerd.
De dubbelzinnigheid die gepaard gaat met het gebruik van het oordeelspartikel kan ook
opgeheven worden door het samen te gebruiken met een ander modaal element, zoals een
tussenwerpsel, dat weergeeft hoe het partikel geïnterpreteerd moet worden (zie voorbeeld
iv). Vergelijk:
Met een tussenwerpsel als pf kunnen afhankelijk van context en situatie
ook uiteenlopende gevoelens uitgedrukt worden. In iv wordt ermee uiting gegeven aan de subjectieve beleving van de temperatuur als te
warm:
vPf, het is
hier warm. Mag het raam open?
Pf in vi geeft daarentegen een
vorm van ironie, spot weer:
viPf, noem je
dat een hoed? Ik vind het meer een toestand.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |