Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
12.1 Typen woordvorming
De belangrijkste typen woordvorming van het Nederlands zijn conversie, afleiding, samenstelling en samenstellende afleiding. Daarnaast kunnen woorden gevormd worden door klinkerwisseling, reduplicatie en woordfabricage.
Verder lezen
Conversie
Een voorbeeld van woordvorming door conversie is de vorming van het zelfstandig naamwoord zwart (als in het zwart van je ogen) op basis van het bijvoeglijk naamwoord zwart. Bij conversie is er sprake van klasseverhuizing, overgang van de ene woordklasse naar een andere zonder een hoorbaar verschil tussen het basiswoord en het afgeleide woord.
Afleiding
Bij afleiding is een woord gevormd door de toevoeging van een affix aan een basiswoord, zoals bij de woorden onzin en zinnig, afgeleid van het basiswoord zin. Affixen zoals on- (een prefix of voorvoegsel) en -ig (een suffix of achtervoegsel) zijn gebonden morfemen. Dat betekent dat ze niet zelfstandig als woord optreden, anders dan lexicale morfemen zoals zin.
De beschrijving van afleidingsprocessen
Tabel 1. Afleiding van nomina op -er van werkwoorden
Verdieping
De beschrijving van afleidingsprocessen
Bij een woordvormingsproces is er sprake van een input en een output. De input is de klasse basiswoorden die het proces kunnen ondergaan, en de output is de klasse van gevormde woorden. Zowel input als output hebben eigenschappen op drie niveaus: klankvorm, morfosyntaxis, en betekenis. Zo kan het proces om van werkwoorden afgeleide zelfstandige naamwoorden op -er te maken die een handelend persoon aanduiden als volgt worden beschreven:
Tabel 1. Afleiding van nomina op -er van werkwoorden
input output
klankvorm xi [xi-ərk]j
morfosyntaxis Vi [Vi affixk]Nj
betekenis SEMi [Agens van SEMi]j
De variabele x staat voor een reeks klanken. Door middel van co-indexatie geven we aan welke eigenschappen in input en output met elkaar corresponderen, hier met behulp van de indexen i, j en k. De afkorting SEM staat voor de betekenis van het basiswerkwoord. Agens (‘handelende persoon’) is een betekeniscomponent van de afgeleide zelfstandige naamwoorden op -er.
Zie Booij (2010), Booij & Audring (2017).
Samenstelling
Een derde manier van woordvorming is samenstelling, de combinatie van twee of meer woorden tot een woord, zoals het woord appelboom.
Samenstellende afleiding
Afleiding en samenstelling worden gecombineerd bij samenstellende afleidingen. Voorbeelden hiervan zijn het substantief werknemer en het adjectief kortademig. Bij de vorming van zulke woorden zijn twee woorden en een suffix gecombineerd tot een nieuw woord. Immers, er zijn geen woorden als werknemen of nemer, en kortadem of ademig beschikbaar, op basis waarvan deze woorden gevormd zouden kunnen zijn.
Samenkoppeling
Bij de vorming van werkwoorden wordt ook gebruik gemaakt van een proces dat lijkt op afleiding door middel van een voorvoegsel, namelijk samenkoppeling. Een voorbeeld is de samenkoppeling dóórlopen, die kan worden gecontrasteerd met de afleiding doorlópen. In de samenkoppeling kan door gescheiden worden van het werkwoord, zoals in de zin De kinderen liepen snel door. Bij samenkoppeling is dus strikt genomen geen sprake van de vorming van werkwoorden, maar van lexicale eenheden met een vergelijkbare functie. Vanwege die overeenkomstige functie worden samenkoppelingen ook behandeld in dit hoofdstuk over woordvorming.
Klinkerwisseling
Een type woordvorming dat niet meer productief is in het Nederlands, is woordvorming door middel van klinkerwisseling, ook wel Ablaut genoemd. Zo is het woord slot afgeleid van de stam van het werkwoord sluiten, sluit. Klinkerwisseling als morfologisch proces zien we in het Nederlands voornamelijk bij de vervoeging van de sterke werkwoorden en bij de vorming van substantieven op basis van werkwoorden.
Reduplicatie
Woordvorming vindt ook plaats door gehele of gedeeltelijke verdubbeling, zoals in bling-bling, meisje-meisje en wipwap. Dit wordt reduplicatie genoemd. Gehele verdubbeling wordt vooral gebruikt om een prototypische eigenschap te benadrukken: een meisje-meisje is een meisje met alle prototypische eigenschappen van meisjes.
Daarnaast bestaat ook de samenstelling meisjes-meisje ‘meisje dat de voorkeur geeft aan relaties met meisjes’.
Woordfabricage
Een speciaal type woordvorming is woordfabricage, het maken van woorden door middel van verschillende vormen van afkorting, zoals letterwoorden (VARA), initiaalwoorden (KLM) en verkortingen (aso), en door middel van versmeltingen (flexitariër uit flexibel en vegetariër). Bij woordfabricage kun je de betekenis van een woord niet achterhalen op basis van die van de samenstellende delen; je moet daarvoor weten welke woorden eraan ten grondslag lagen.
Allomorfie: variatie in de klankvorm van morfemen
Verdieping
Allomorfie: variatie in de klankvorm van morfemen
De morfemen die de bouwstenen vormen van bij woordvorming ontstane gelede woorden kunnen variatie in hun klankvorm vertonen. Dit verschijnsel heet allomorfie. Een voorbeeld van allomorfie is dat het morfeem bied op twee manieren wordt uitgesproken. Als het een zelfstandig woord is, wordt het uitgesproken als bit, maar als deel van bijvoorbeeld het gelede woord bied-er bidər wordt het uitgesproken als bid, met een d aan het eind. Deze allomorfie doet zich voor in alle morfemen die eindigen op een plof- of wrijfklank als gevolg van Finale Verscherping.
Een ander voorbeeld van allomorfie is dat de slot-sjwa van een basiswoord verdwijnt voor een achtervoegsel dat met een klinker begint, de regel van Prevocalische Sjwadeletie. Dat zien we in woordparen als mode/mod-ieus en zijde/zijd-ig.
Ook affixen kunnen allomorfie vertonen. Zo kent het verkleinwoordsuffix vijf allomorfen, waarvan de keuze afhangt van de klankvorm van het basiswoord: -je, -tje, -kje, -pje, en -etje. Anders dan de allomorfie ten gevolge van Finale Verscherping, is deze allomorfie specifiek voor één specifiek morfeem, het verkleinwoordsuffix, en daarom wordt deze allomorfie aangeduid als morfo-lexicale allomorfie. Dat type allomorfie vinden we ook in basiswoorden. Zo heeft het morfeem hang twee klankvormen, hɑŋ en hɑŋk, in respectievelijk aanhanger en aanhankelijk, maar dat volgt niet uit een algemene fonologische regel.
Naast allomorfie is er een tweede type regelmaat in de klankvorm van gelede woorden waarin hun morfologische structuur een cruciale rol speelt: de plaats van de woordklemtoon. Een voorbeeld hiervan is dat in samenstellingen de hoofdklemtoon doorgaans valt op het eerste deel van de samenstelling. In de samenstelling grammaticaboek bijvoorbeeld valt de hoofdklemtoon op het eerste deel grammatica, en wel op de tweede lettergreep, net zoals in het woord grammática. Het tweede deel boek heeft dan een secundaire klemtoon. Dit kan worden aangegeven door het accentteken ` op boek: grammáticabòèk.
Een ander voorbeeld van regelmaat in de plaatsing van woordklemtoon is dat in gelede woorden met een uitheems suffix de hoofdklemtoon valt op de laatste beklemtoonbare lettergreep van het woord, zoals in stabilitéít en secretarésse.
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juni 2022
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html;
    Interessante links