29.3.1 Soorten interpretaties van negatie
Negatie op zinsniveau kan op verschillende manier geïnterpreteerd worden. We
onderscheiden daarbij contradictoire negatie,
contraire negatie, radicale
negatie, metalinguïstische ontkenning en
negatie in vragen.
Zie 29.1.2 voor de verschillende interpretaties van
negatie op woordniveau.
Verder lezen
Contradictoire negatie
De interpretatie die een ontkenning krijgt kan afhangen van de betekenis van het
ontkende predicaat. In het volgende voorbeeld wordt simpelweg ontkend dat het
regent:
1Het regent
niet.
Het is niet zo dat het
regent.
Bij predicaten zoals regenen
wordt de negatie in het algemeen
contradictoir opgevat: een zin is waar óf zijn ontkende
tegenhanger is waar, met andere woorden, het regent of het
regent niet. Samen beschrijven de zin en zijn onkenning alle mogelijke
situaties. We noemen dit soort predicaten daarom
absoluut.
Contraire negatie
Bij andere (gradeerbare) predicaten is er evenwel een
tussengebied mogelijk.
2Het is niet goed en het
is niet slecht.
Deze interpretatie van ontkenning heet contrair.
Radicale negatie
We spreken van radicale negatie als niet de inhoud
van de zin wordt ontkend, maar de eraan ten grondslag liggende
vooronderstelling, bijvoorbeeld in:
3De paus ís niet
gescheiden.
In deze zin is de
vooronderstelling dat de paus getrouwd is, omdat men alleen kan scheiden als men
getrouwd is. Deze vooronderstelling is echter onjuist, omdat een
(rooms-katholieke) paus normaliter nooit trouwt. Een zin met radicale negatie
gaat gepaard met een afwijkend klemtoonpatroon: de klemtoon in (3) ligt op
is.
Ook heeft een dergelijke zin een merkwaardig echo-effect,
waardoor de indruk ontstaat dat de zin eerder door iemand anders is uitgesproken
zonder ontkenning. Een zelfde echo-effect krijgen we als we proberen een
positief-polaire uitdrukking te
ontkennen:
4Het krioelt hier niet van
de mieren.
Metalinguïstische ontkenning
Als de negatie betrekking heeft op de talige vorm van een uiting in plaats van op
de inhoud, spreken we van metalinguïstische
ontkenning:
5(over
quinoa) We eten vanavond
ki-no-a. Nee, we eten vanavond geen
ki-no-a, maar
kin-wa.
6Het is niet
idealíter maar
ideáliter.
Negatie in vragen
Ten slotte is er nog een gebruik van niet en andere ontkenningen waarin
eigenlijk helemaal niets ontkend wordt, met name in suggestieve
vragen:
Het woord
niet in (7) is
onbeklemtoond. Er is een traditie om dit onbeklemtoonde
niet in vragen te
beschrijven als een modaal partikel, en daar zijn ook
wel goede redenen voor. Voorbeeld (8) laat evenwel zien dat deze lezing
niet beperkt is tot het woord
niet.
Het is ook
mogelijk voorbeeld (7) uit te spreken met beklemtoond
niet. In dat geval
hebben we te maken met radicale ontkenning, de betekenis is dan zoiets
als Ik dacht dat u mijnheer Drees was maar
kennelijk heb ik
ongelijk.
7Bent u niet mijnheer
Drees?
U bent zeker mijnheer Drees, wilt u dat
alstublieft bevestigen?
8Moet jij geen huiswerk
maken?
Volgens mij moet jij huiswerk
maken.
Dit gebruik van niet komt aan de orde
in 29.3.2
Negatie en zinstype.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Ton van der Wouden | januari 2021 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 29,../../data/archief/ans2/e-ans/29/body.html; |