29.5 Polaire uitdrukkingen en verplichte ontkenning
Sommige woorden, uitdrukkingen of constructies, negatief-polaire
uitdrukkingen of negatief-polaire constructies genoemd,
komen vooral voor in het bereik van een ontkenning. Hoe verhoudt dit idee
'negatieve context' zich tot het idee van 'verplichte ontkenning' in de titel?
[aangepast]Voorbeelden zijn het modale hulpwerkwoord hoeven, de partikelcombinatie
ook maar, en de
werkwoordelijke uitdrukking kunnen
uitstaan. De tegenhangers van deze voorbeelden zijn
ongrammaticaal zonder negatie:
Op het eerste gezicht is voor een grammaticaal optreden van negatief-polaire
uitdrukkingen een negatie verplicht. Uit het vele onderzoek dat sinds ongeveer 1980 is
verricht, is evenwel gebleken dat het niet alleen negatie is die het voorkomen van
negatief-polaire uitdrukkingen mogelijk kan maken.
Het Nederlands heeft veel
van dat soort uitdrukkingen, maar ze hebben niet allemaal precies dezelfde eigenschappen.
Er bestaan ook positief-polaire uitdrukkingen.
Verder lezen
Negatief-polaire uitdrukkingen
We noemen een omgeving die het voorkomen van negatief-polaire uitdrukkingen mogelijk
maakt een negatieve context.
De definitie van negatieve context c.q. negatieve omgeving is ingewikkeld. Er is een
traditie die in alle omgevingen die negatief polaire uitdrukkingen mogelijk maken een
al of niet zichtbare negatie postuleert. Deze aanpak is onhoudbaar in het licht van de
verscheidenheid in gedrag die de verschillende soorten negatief-polaire uitdrukkingen
vertonen. Een andere traditie probeert de omgevingen waarin negatief polaire
uitdrukkingen mogelijk zijn, semantisch te karakteriseren; ook deze aanpak is niet
compleet succesvol. Hoeksema (2013) is een groot en groeiend
overzicht van de vele soorten negatief-polaire uitdrukkingen die het Nederlands kent,
en hun distributie.
Er bestaan vele verschillende soorten negatief-polaire uitdrukkingen, die dikwijls
een verschillende distributie hebben. Zo voelt ook maar zich niet alleen thuis in een zin met
niemand maar ook in
een voorwaardelijke bijzin (4), kan kunnen
uitstaan mogelijk gemaakt worden door bijwoorden zoals
moeilijk (5), en is
hoeven voor veel
taalgebruikers acceptabel in een bijzin van vergelijking na een vergrotende trap (6):
Het werkwoord hoeven is de meest
voorkomende en voor taallerende kinderen in Nederland de eerst verworven negatief
polaire uitdrukking (Van der Wal (1996), Lin (2015)),
maar voor veel taalgebruikers in Vlaanderen en Suriname is
hoeven een woord dat ze pas later
leren, en dat beperkt blijft tot het verzorgde taalgebruik.
Dit heeft directe gevolgen voor de taakverdeling met andere modale werkwoorden, met
name met moeten. Voor veel taalgebruikers in Vlaanderen en
Suriname kan ik moet dat niet doen zowel
'het is verkeerd of verboden dat ik dat doe' als 'ik ben niet verplicht dat te doen'
uitdrukken, het Nederlands van het grootste deel van Nederland gebruikt voor de eerste
betekenis ik moet dat niet doen, voor de
tweede ik hoef dat niet te doen.
4Volgens zijn dochter zal haar vader
overlijden als er ook maar iets verkeerd
gaat.
5Ik kan het eigenlijk moeilijk
uitstaan dat het mij op dit moment niet lukken wil.
6Vaak begrijpen we best wel wat de
ander bedoelt, alleen nemen we dan meer verantwoordelijkheid voor het
communicatieproces dan we hoeven te
nemen.
Het Nederlands heeft honderden, zo niet duizenden negatief-polaire uitdrukkingen .
Ze zijn niet beperkt tot één woordsoort, zo vinden we:Jammer dat de
voorbeelden inclusief negatieachtige elementen pas later volgen. In een tabel
veranderen, zoals die met de 'omgevingen' later? Of de voorbeelden direct geven bij de
betreffende bullet? [gedaan][
-
werkwoorden zoals hoeven en talen (naar)Doorgaan is in Nederlands-Nederlands negatief polair, maar wordt in België ook wel zonder ontkenning gebruikt, als in (ia). Dat gebruik wordt doorgaans beschouwd als niet behorende tot de standaardtaal. Wel algemeen is het gebruik van doorgaan zonder ontkenning in een nadrukkelijk bevestigende zin, zoals in (ib).7Je hoeft het niet op te eten als je het niet lust.8Ze taalde niet meer naar tabak.
- werkwoordelijke uitdrukkingen 'werkwoordelijke uitdrukkingen'
volhouden?
- die op de een of andere manier een minimale hoeveelheid aanduiden: een vin verroeren,
een oog dichtdoen
een vinger/poot
uitsteken, een duimbreed toegeven, een been/poot om op te staan
hebben, een spier vertrekken, een mond opendoen,
(een woord)
(kunnen)
uitbrengen
9Als je een vin verroert ben je een kind des doods.10Ik heb vannacht geen oog dicht gedaan.11Hij heeft zijn hele leven geen hand/poot/vinger uitgestoken om zijn situatie wezenlijk te verbeteren.12Viswanathan Anand en Boris Gelfand gaven elkaar tijdens de tweekamp om de wereldtitel schaken geen duimbreed toe.13Zélfs als er problemen met de openbare orde dreigen, heb je nog geen poot om op te staan.14Hij keek ernaar zonder een spier te vertrekken/zonder dat hij een spier vertrok.15Drie uur lang had hij naar de grond gestaard en nauwelijks zijn mond opengedaan.16En al had ze het wel geweten, dan nog had ze geen woord kunnen uitbrengen.
- met het modale hulpwerkwoord kunnen (doorgaans in zijn dynamische
lezing, dus waar het 'het vermogen bezitten' betekent, zie ook 18.5.4.4.iii.a) verwijzen naar relevante ANS-paragraaf,
of hier uitleggenof een vergelijkbare modale
uitdrukkingeigenlijk allen 'iets te zoeken hebben'?
nee: kunnen
verkroppen, kunnen schelen, en kunnen uitstaan,
iets te zoeken
hebben, door de bomen het bos kunnen zien,
ergens een speld tussen kunnen
krijgen
17Het is moeilijk om te verkroppen dat mensen haar postuum zo naar beneden halen.18Het kan mij niet schelen wat mensen van mij vinden.19Ze kan hem niet uitstaan/luchten.20Macron heeft hier niets te zoeken.21De vele beleidsplannen en veranderende regelgeving maken het er zeker niet makkelijker op. De boeren zien door de bomen het bos niet meer.22Wiskundig lijkt er geen speld tussen te krijgen. Maar taal is geen wiskunde.
- andere: een been
zien, graten zien
in BN
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige contexten in
het Belgisch-Nederlands en kan als deel van de standaardtaal worden
beschouwd.
, met tien paarden
in NN
Deze vorm komt geregeld voor in standaardtalige contexten in
het Nederlands-Nederlands en kan als deel van de standaardtaal worden
beschouwd.
, twijfel lijden,
kunnen uitblijven,
uitgepraat raken
23Jan ziet er geen been in om met de boot naar Engeland te gaan.24Die zien daar helemaal geen graten in.25Als jij eenmaal slaapt, ben je met geen tien paarden meer wakker te krijgen.26Dat hier Russen rondlopen lijdt geen twijfel.27De Jong had het gevoel dat die goal niet kon uitblijven.28Mijn vader raakte dagenlang niet uitgepraat over Max en zijn vader Jos.
- die op de een of andere manier een minimale hoeveelheid aanduiden: een vin verroeren,
een oog dichtdoen
een vinger/poot
uitsteken, een duimbreed toegeven, een been/poot om op te staan
hebben, een spier vertrekken, een mond opendoen,
(een woord)
(kunnen)
uitbrengen
- bijwoord-achtige uitdrukkingen
- met een onbepaalde betekenis zoals ook maar (iets) en zelfs maar (iemand), ooit en immer (archaïsch)
29Heldhaftige boswachter redt wilde poema zonder ook maar een schram op te lopen.30Hoe kan je er zelfs maar aan denken?31Niemand heeft je ooit gezien, maar toch ben je van mij.32Hoe zou onze wereld eruit hebben gezien als de Europese Unie überhaupt nooit was opgericht?
-
meer in een
van zijn gebruiksmogelijkheden, namelijk als de tegenhanger van
nog
- met een onbepaalde betekenis zoals ook maar (iets) en zelfs maar (iemand), ooit en immer (archaïsch)
- predicaten zoals voor de
poes, een
knip voor de neus waard en goed bij zijn
hoofd34Ze is niet voor de poes.35Hij is geen knip voor de neus waard.36Ze zijn niet goed bij hun hoofd.
- de balansschikking
- de voegwoordelijke uitdrukkingen laat
staan en laat
staan dat39Men wilde nog niet op de bijzonderheden van de ramp ingaan, laat staan dat men de namen van de slachtoffers al vrij wilde geven
- de idiomatische uitdrukking bestaande uit des (oorspronkelijk de tweede naamvalsvorm
mannelijk van het lidwoord de) met een
zelfstandig naamwoord of een naam plus een s
(de mannelijke tweedenaamvalsuitgang)
De volgende omgevingen maken het voorkomen van (sommige) negatief polaire uitdrukkingen
mogelijk (zie Hoeksema
(2013) voor een nog uitgebreider overzicht):
De negatief polaire uitdrukkingen vormen
geen homogene verzameling. Niet alle negatief polaire uitdrukkingen kunnen dan ook in
eenzelfde negatieve context voorkomen. Vergelijk:
De bovenstaande voorbeelden tonen aan dat men eigenlijk niet kan volstaan
met een karakterisering van de klasse van negatief-polaire uitdrukkingen in haar
geheel, maar daarbinnen verschillende deelklassen moet onderscheiden. Een dergelijke
onderverdeling zou echter te ver voerenBiedt Hoeksema's lexicon nu zo'n
onderverdeling? Daarover iets
zeggen..
Omgeving | Voorbeeld |
het negatieve bijwoord niet | je hoeft dat niet te doen, het is hier niet pluis |
het negatieve lidwoord (of onbepaald voornaamwoord) geen | ik hoef geen kaas, geen van de kinderen kan hem uitstaan |
negatieve bijwoorden als nergens, nooit, amper, zelden en nauwelijks | die man heeft nergens kaas van gegeten, ik heb haar nooit kunnen uitstaan, hij had amper zijn jas opgehangen of hij had al een klant, de scheidsrechter hoefde zelden in te grijpen, Instagram groeit nauwelijks meer. |
negatieve voornaamwoorden als niemand, niets | ik hoef aan niemand verantwoording af te leggen, het kan de organisatoren niets schelen |
combinaties van negatieve bijwoorden met zelfstandignaamwoordgroepen | Je hoeft niet alles te vertellen, Het niveau van de Nederlandse commentators ligt nochtans een stuk hoger, al kan ik lang niet iedereen uitstaan. |
retorische vragen | wie kan het nou wat schelen als ik thuisblijf?, ook indirecte retorische vragen als ze vroeg of het ook maar iemand kon schelen als ze thuisbleef |
voorwaardelijke bijzinnen | als je ook maar iets vindt, laat het ons weten |
bijzinnen bij de comparatief en ingeleid door te + adjectief + om | ze werkt harder dan zou hoeven, te lui om een vinger uit te steken |
bijzinnen ingeleid door voor, voordat en eer | voor je een woord hebt gezegd is je glas al weer vol, het duurde een uur voordat hij überhaupt uit zijn bed kwam |
bijzinnen ingeleid door zolang, zodra en voorzover | Zodra je een vin verroerde, was je erbij, zolang hij nog een been heeft om op te staan, zal hij niet opgeven, die mevrouw daar zal alles toelichten, voorzover ze er ook maar enigszins verstand van heeft, Schandalig toch, dat je zo lang moet wachten eer dat ding überhaupt een keer gaat rijden |
bijvoeglijke bijzinnen bij universele en negatieve zelfstandignaamwoordgroepen | iedereen die ook maar iets van taal weet, begrijpt dat, niemand die de moeite nam om me te helpen, wie er ook maar iets van zei werd verzocht de vergadering te verlaten, hoogstens drie leerlingen hebben ook maar iets op hun kerfstok, Bij alle andere tarieven zou men hoogstens drie zegels hoeven te plakken |
bijzinnen met negatieve werkwoorden | May weigert duimbreed toe te geven |
wel dat wel geanalyseerd is als niet niet | Ze blijft maar zeggen dat dit niet hoeft, maar het hoeft wel en uiteindelijk maakt ze haar keuze, Ja, ja, je kon hem vroeger wel uitstaan (Couperus, De stille kracht) |
Positief-polaire uitdrukkingen
Naast negatief polaire uitdrukkingen bestaan er ook positief-polaire uitdrukkingen. Dit zijn
uitdrukkingen die bij uitstek in positieve
contexten voorkomen.
eerst voorbeelden geven en bespreken van positief-polaire uitdrukkingen die
gewoon prima zijn, in een positieve omgeving. Zoals 'Pieter woont nog in
Amsterdam'. In tegenstelling tot negatief-polaire uitdrukkingen kunnen
positief-polaire uitdrukkingen niet goed in het bereik van een negatie-element
voorkomen:
Verwarrend dat er eerst een voorbeeld met
meer komt. En dat echo-effect is ook
niet direct te bevatten voor me, ik zit eerst nog verdwaasd naar 'Pieter woont niet nog
in Amsterdam' te kijken, waar ik weinig mee kan. Als ze zoals hierboven
toch in een negatieve context gebruikt worden, ontstaat er een merkwaardig
echo-effect. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat de betreffende zin
eerder door iemand is uitgesproken zonder ontkenning:
De negatie in de B-zinnen hierboven kan niet als gewone negatie worden geïnterpreteerd,
maar alleen als radicale negatie: negatie waarin niet zozeer de waarheid van de zin wordt
ontkend, maar de vooronderstellingen ervan.
De positief-polaire uitdrukking
nog
treedt normaal gesproken niet op in het bereik van een negatie-element. In
een negatieve context gebruikt men in plaats daarvan het negatief-polaire woord
meer:
iPieter woont
niet
meer in Amsterdam.
Andere voorbeelden van radicale negatie, die alleen een echo-interpretatie
kunnen krijgen, zijn:
44Het is niet vrij
belangrijk.echo-effect
45Het eten was niet
allerverrukkelijkst.echo-effect
46Sinterklaas is niet
al in het
land.echo-effect
In de context van een dubbele negatie zijn positief polaire uitdrukkingen vaak
weer wel acceptabel. Vergelijk onderstaande zinnen met die hierboven:
47Niet dat het
niet vrij belangrijk was.
48Ik zeg niet
dat het eten niet allerverrukkelijkst
was.
49Niemand weet
of Sinterklaas niet al in het land is.
Het echo-effect kan niet alleen teweeg gebracht worden door negatie. Dit kan
ook door andere omgevingen waarvan we hierboven hebben laten zien dat ze het voorkomen van
negatief-polaire uitdrukkingen mogelijk maken, zoals vragen, voorwaardelijke bijzinnen en
voordat-zinnen:
50Krioelt het daar van de
mieren?echo-effect
51Als het op die camping krioelt van de mieren dan zoek ik liever
een andere.echo-effect
52Voordat het krioelt van de mieren moeten we weg
zijn.echo-effect
Positief-polaire uitdrukkingen vormen net zo min een homogene klasse als hun
negatief-polaire tegenhangers: ook hier behoren ze tot verschillende woordsoorten
(nog is een bijwoord,
allerverrukkelijkst is een bijvoeglijk
naamwoord, krioelen van de mieren is een
werkwoordelijke uitdrukking, enzovoort). Ook Nu niet consequent, over
de homogeniteit: bij NPIs hierboven namelijk onderverdeeld in lopende tekst en noot
(was oorspronkelijk extra), en hier alles in lopende tekst. Graag
rechttrekken.de distributie van de verschillende positief-polaire
uitdrukkingen loopt uiteen: hoewel nog een
echo-lezing krijgt in combinatie met niet,
doet het dat, anders dan krioelen van de
mieren, niet in vragen, voorwaardelijke of temporele
bijzinnen:
53Woont Pieter nog in
Amsterdam?
54Studiefinanciering voor hbo en universiteit werkt anders als
u nog onder het oude stelsel valt.
55Pas de verlichting aan voordat er nog
meer slachtoffers vallen.
Andere vormen van verplichte ontkenning
Negatief-polaire uitdrukkingen staan verplicht in een negatieve context, zoals hierboven
besproken. Er is daarnaast een aantal woorden en uitdrukkingen dat een statistische
voorkeur lijkt te hebben voor (bepaalde) negatieve woorden en uitdrukkingen, zonder dat
deze negatieve context verplicht is. Zo wordt het versterkend bijwoord
helemaal veel vaker met negatieve woorden
aangetroffen dan met positieve, en het bijwoord
vooralsnog staat opvallend vaak voor
niet of
geen. Over de mechanismen die aan deze
voorkeur ten grondslag liggen, is weinig bekend.
Hoe hangt dit stukje nu samen met NPIs en PPIs? Gaat het nu bijvoorbeeld
om eens hieronder, en dat dat samen met
niet en
geen voorkomt? En waarom is het dan geen
NPI? En is 'verplichte ontkenning' nu niet in tegenspraak met het genuanceerdere verhaal
hierboven? En hoe verhoudt eens zich tot
helemaal en
vooralsnog? En kun je daar wat
voorbeelden van geven?Een speciaal geval is daarnaast de vaste
verbinding niet
eens, die fungeert als een focuspartikel (zie
29.4.9.4.1). Het is een soort negatieve tegenhanger van zelfs (hetzelfde geldt voor
de informele variant geeneens). Vergelijk:
De betekenis van het geheel niet
eens (en geeneens) is niet een simpel product van de
betekenissen van de samenstellende delen niet en eens. Eens heeft alleen deze betekenis en deze
gebruiksmogelijkheden als het beklemtoond is en onmiddellijk na niet (respectievelijk
geen) staat.
Literatuur
Seuren (1976), Zwarts
(1981), Hoeksema (2005), Zwarts
(1986), Zwarts (1995), Van der Wouden (1988), Van der Wouden (1997), Van der Wouden (1995), (Klooster 1984), (Klooster
1993), (Klooster 2001), (Hoeksema 1998), (Hoeksema 2013), (Sassen 1974-1975), (Sassen 1984-85), (Hogeweg 2009), (Welschen 1999), (Van der Heijden 1999), (Malepaard
2007), (Hoeksema 2012)(Rullmann and Hoeksema 1997), (Paardekooper 1979), (Jespersen 1917)(Klooster
1978), (Verhagen 1994),
Verhagen en Foolen (2003)
,
(Hoeksema 1994), (Hoeksema 2018), (Smessaert 1999), (Hoeksema 2005), (Van der Wouden 1998)
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Ton van der Wouden | januari 2021 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 29,../../data/archief/ans2/e-ans/29/body.html; |