Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
5.2.5.2.1 Verwijzing naar personen en niet-personen met mannelijke, respectievelijk vrouwelijke vormen
Verder lezen
a
De keuze tussen de mannelijke en vrouwelijke vormen van de persoonlijke voornaamwoorden van de derde persoon wordt bij binnentekstelijke verwijzing bepaald door het genussysteem dat men toepast. (Informatie over de toepassing van het traditionele driegenerasysteem kan men vinden in de Woordenlijst Nederlandse taal (1995, blz. 41-43).) Bij buitentekstelijke verwijzing kan men desgewenst ook naar het natuurlijke geslacht van de referent verwijzen. Zie voor binnen- en buitentekstelijke verwijzing(5.1.2, sectie).
b
De hieronder volgende informatie heeft speciaal betrekking op de verwijzing door persoonlijke voornaamwoorden.
  • De gereduceerde niet-onderwerpsvormen van het vrouwelijk enkelvoud 'r en d'r kunnen in principe alleen naar personen verwijzen, de vorm ze naar personen en (geografisch bepaald; zie daarover(3.3.1, sectie 3) en(3.3.3, sectie 5)) ook naar zaken. Vergelijk:
    1a(Waar is Lia?) Heb je ze ergens gezien?
    b(Waar is Lia?) Heb je d'r ergens gezien?
    2a(Waar is die pan?) Heb je ze ergens gezien?
    b(Waar is die pan?) Heb je d'r ergens gezien?twijfelachtig
    Bij verwijzing naar vrouwelijke personen is de voorkeur voor 'r/d'r of ze in de verschillende delen van het taalgebied niet hetzelfde. Globaal beschouwd kan men stellen dat d' r in de (gesproken) standaardtaal in Nederland het meest voorkomt. De vorm ze komt vooral in België voor.
  • De onbeklemtoonde volle vorm hij is in principe de enige volle vorm die zonder meer gebruikt kan worden om naar niet-personen te verwijzen. Vergelijk 3 met 4:
    3(Waar heb ik m'n auto ook weer geparkeerd?) O ja, hij staat helemaal achteraan.
    4(Waar heb ik die pan ook weer gelaten?) O ja, zij staat op de vensterbank.twijfelachtig
    Er zijn evenwel gevallen waarin de onbeklemtoonde volle niet-onderwerpsvormen hem en haar gebruikt worden om naar niet-personen te verwijzen. Dit komt met name in schriftelijk taalgebruik voor, onder meer bij verwijzing naar de -woorden die instanties, publiekrechtelijke lichamen en dergelijke aanduiden (vergelijk(5.2.6, sectie 1, Opmerking 1), Opmerking 1); voorbeelden met haar zijn:
    5De regering heeft niet gelet op de haar opgelegde beperkingen.
    6(De Taalunie is een intergouvernementele organisatie.) De Nederlandse en de Belgische regering hebben haar in 1980 bij verdrag opgericht.
    Verder kan haar gebruikt worden bij verwijzing naar zaken, door mensen die een driegenerasysteem toepassen en vrouwelijke substantieven als vrouwelijk behandelen, maar in hun idiolect niet de gereduceerde vorm ze kennen (zie boven). Voorbeelden:
    7(De kiosk van het Concertgebouw is voor aanvang van het concert en in de pauze geopend.) U kunt haar vinden in de zuidfoyer op de begane grond.
    8(Deze tafel is nieuw in onze collectie.) U kunt haar kopen in onze vestigingen in Arnhem en Amsterdam.
    Iets vergelijkbaars geldt voor de volle onderwerpsvorm zij , zoals in 4: ook deze vorm komt in de praktijk wel voor in geschreven taal. (Zie over de spelling ook(5.2.7, sectie 3).)
In de hier bedoelde gevallen kunnen in plaats van persoonlijke meestal ook aanwijzende voornaamwoorden gebruikt worden(zie 5.6.3.3/1).
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links