Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
12.1.1 Conversie
Conversie is de vorming van een woord op basis van een ander woord, met verandering van woordklasse of -subklasse, maar zonder dat er sprake is van een verandering in de klankvorm. Conversie wordt ook wel aangeduid als impliciete transpositie omdat de overgang (‘transpositie’) van de ene woordklasse (of subklasse) naar de andere impliciet is, dat wil zeggen: niet gemarkeerd door een klankverandering. Impliciete transpositie staat tegenover expliciete transpositie, waar de verandering in woordsoort wel in de klankvorm tot uitdrukking wordt gebracht.
In de morfologische literatuur is wel voorgesteld dat er bij conversie een nul-suffix (een onhoorbaar suffix) wordt toegevoegd (Don (1993). Men spreekt dan van nul-afleiding of nul-derivatie.
Verder lezen
Conversie van substantief naar werkwoord
De meest voorkomende vorm van conversie is het gebruik van substantieven (zelfstandige naamwoorden) als werkwoorden, zoals geïllustreerd in Tabel 1. Het optreden van het suffix -en is geen markering van de overgang in woordklasse. We citeren werkwoorden in hun infinitiefvorm, en dit suffix telt dus niet als fonologische markering van de woordsoortverandering. Het is de stam van het werkwoord (de vorm van een woord minus de flexie-uitgangen) die wordt gevormd door conversie van een substantief.
Tabel 1. Conversie van substantief naar werkwoord
substantief werkwoord
douche douch(en)
fiets fiets(en)
hamer hamer(en)
winkel winkel(en)
Een belangrijke overweging om uit te gaan van het substantief als basis is dat de betekenis van de werkwoorden in (1) kan omschreven worden als ‘iets doen waarbij het door het substantief genoemde een rol speelt’. Wat er precies gedaan wordt, verschilt per werkwoord; dat wordt niet expliciet gemaakt. Daardoor heeft dit proces van woordvorming een grote wendbaarheid qua betekenis (semantiek), en het wordt dan ook veel gebruikt. De volgende voorbeelden illustreren die semantische wendbaarheid:
Tabel 2. Betekenissen van conversiewerkwoorden
substantief(N) werkwoord betekenis
moeder moederen zich gedragen als N
ijsbeer ijsberen zich gedragen als N
bundel bundelen maken tot N
knecht knechten maken tot N
schroef schroeven gebruik maken van N
zon zonnen gebruik maken van N
big biggen N produceren
bloesem bloesemen N produceren
Conversie van adjectief naar substantief of werkwoord
Adjectieven (A) kunnen ook corresponderen met substantieven (N) of werkwoorden (V), maar dit type conversie kan niet gemakkelijk op nieuwe gevallen worden toegepast.
Tabel 3. Conversie van adjectieven
type conversie adjectief substantief
A > N dwaas (de) dwaas
gek (de) gek
nat (het) nat
type conversie adjectief werkwoord
A > V wit witt(en)
zuiver zuiver(en)
zwart zwart(en)
In de uitheemse woordenschat zijn er heel wat paren van qua klankvorm identieke adjectieven en substantieven, met name bij woorden die uitgaan op -ief of -iek:
Zie De Belder (2011) en Creemers et al. (2018) voor een theoretische analyse van dit verschijnsel.
Tabel 4. Woordparen op -ief en -iek
adjectief substantief
collectief (het) collectief
explosief (het) explosief
katholiek (de) katholiek
politiek (de) politiek
In veel gevallen kan de betekenis van het substantief gemakkelijker worden omschreven in termen van die van het adjectief dan omgekeerd: een explosief is iets dat explosief is, en een katholiek is iemand die katholiek is. Dit suggereert dat in dat geval de richting van afleiding is: van adjectief naar substantief.
Conversie van werkwoord naar substantief
Van werkwoorden kunnen ook via conversie substantieven worden gemaakt. We spreken dan van nominalisatie. De corresponderende substantieven zijn de-woorden. Dit geldt ook voor de zelfstandige naamwoorden die horen bij samenkoppelingen, combinaties van een partikel en een werkwoord zoals afkoken.
Tabel 5. Nominalisatie door conversie van samenkoppelingen
ongeleed werkwoord substantief samenkoppeling substantief
koken (de) kook afkoken (de) afkook
lopen (de) loop aflopen (de afloop
roepen (de) roep oproepen (de) oproep
vallen (de) val aanvallen (de) aanval
zetten (de) zet inzetten (de) inzet
Geprefigeerde werkwoorden worden daarentegen doorgaans genominaliseerd tot het-woorden:
Een uitzondering is bijvoorbeeld het woord verkoop, een de-woord.
Tabel 6. Nominalisatie door conversie van geprefigeerde werkwoorden
ongeleed werkwoord substantief prefix-werkwoord substantief
lopen (de) loop verlopen (het) verloop
roepen (de) roep beroepen (het) beroep
vallen (de) val vervallen (het) verval
zetten (de) zet ontzetten (het) ontzet
Conversie zonder verandering van woordsoort
Bij conversie hóéft de woordsoort niet te veranderen, er kan ook sprake zijn van verandering in subklasse. Zo kan een overgankelijk werkwoord als stabiliseren ook onovergankelijk gebruikt worden. Er is dan sprake van de vorming van een woord met een andere syntactische valentie.
Verandering van syntactische valentie als vorm van conversie
Verdieping
Verandering van syntactische valentie als vorm van conversie
Werkwoorden kunnen veranderen in betekenis en daardoor ook in syntactische valentie, zonder dat er een vormelijke verandering optreedt. Zo kunnen veel transitieve werkwoorden ook intransitief gebruikt worden; vergelijk:
iDe zon vergeelt het wasgoed / Het wasgoed vergeelt.
De regering stabiliseert de situatie / De situatie stabiliseert.
Deze verandering zien we ook bij het werkwoord testen, dat ook intransitief gebruikt wordt:
iiMen heeft mij gisteren getest op het coronavirus.
Gisteren heb ik positief getest op het coronavirus.
Hier is dus geen sprake van overgang naar een andere woordklasse, maar wel van overgang van de subklasse van overgankelijke werkwoorden naar die van onovergankelijke werkwoorden.
Een tweede type verandering van syntactische valentie van werkwoorden vinden we bij overgankelijke werkwoorden, als ze onovergankelijk gebruikt worden om een eigenschap aan te duiden. Doorgaans bevatten zulke zinnen een evaluerende bijwoordelijke bepaling, zoals in de zinnen (iii):
Bron: Booij (2019: 139). In het Engels worden zulke intransitieve werkwoorden aangeduid als ‘middle verbs’. Zie Booij (1992), Ackema & Schoorlemmer (1994, 1995), Peeters (1999).
iiiDeze aardappelen schillen gemakkelijk.
Mars hapt zo heerlijk weg.
Dat paard rijdt lekker.
Deze boeken verkopen uitstekend.
Ook een kip knuffelt geweldig.
Deze werkwoorden verschillen van de passiefvormen van overgankelijke werkwoorden. Ze duiden een eigenschap aan, geen gebeurtenis zoals passiefvormen doen, en als hulpwerkwoord van tijd wordt het hulpwerkwoord hebben gebruikt:
ivDit boek heeft uitstekend verkocht.
Vergelijk de passieve zin Dit boek is goed verkocht, met een vorm van het passieve hulpwerkwoord zijn.
Contextuele verandering van woordsoort
Verdieping
Contextuele verandering van woordsoort
Verandering van woordsoort in een bepaalde syntactische context zouden we kunnen aannemen voor de volgende voorbeelden:
iNederland van smerig tot schoon.
Café De Jaren gaat voor duurzaam.
Het gebruik van voorzetsels maakt dat het erop volgende woord zou kunnen worden opgevat als een zelfstandig naamwoord, maar het is ook mogelijk aan te nemen dat voorzetsels gevolgd kunnen worden door een adjectivische constituent. In de volgende zin wordt duidelijk een adjectief gebruikt als een zelfstandig naamwoord blijkens het eraan voorafgaande lidwoord de:
iiWe doen dit voor de leuk.
Het graadaanduidend bijwoord zo kan omgekeerd een adjectivische interpretatie van een jaartal (2020) en een merknaam (BMW) afdwingen, zoals in:
iiiDit is zo 2020.
Zo BMW kan elektrisch zijn. De nieuwe BMW iX3.
advertentie NRC 30.01.2021
In het tweede voorbeeld wordt bovendien het adjectief elektrisch gebruikt als onderwerp van de zin, en dus als een zelfstandig naamwoord. Dit is dus ook een geval van conversie door een bepaalde syntactische context.
Werkwoorden kunnen in de context aan de … gebruikt worden als zelfstandige naamwoorden, zoals in:
Bron: Booij & Audring (2018).
ivHet gebeurt vaker dat ze ineens aan de vreet gaan.
Hij zal vandaag aan de zwem zijn.
Syntactische contexten kunnen dus conversie teweegbrengen zonder dat dit leidt tot uitbreiding van de woordenschat.
Zie Audring & Booij (2016), Booij & Audring (2018).
Meer lezen
Specifieke gevallen van conversie komen in meer detail aan bod bij de vorming van de verschillende woordsoorten:
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juni 2022
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html;
    Interessante links