12.4.2.1.9 Voortdurend gebeuren: het voorvoegsel ge-
Door middel van het voorvoegsel ge- kunnen substantieven afgeleid
worden van werkwoorden met als betekenis ‘het voortdurende gebeuren’, waarbij de
aard van het gebeuren door het basiswerkwoord wordt genoemd. Het procedé is
productief. De zo gevormde substantieven, alle
het-woorden, hebben soms een
wat pejoratieve bijklank. Voorbeelden van dit type afleiding zijn:
Bron: De Haas & Trommelen (1993), Hüning (2010). NB. Sommige
taalgebruikers verwerpen ge-woorden afgeleid van prefix-
en partikelwerkwoorden zoals geverkoop en genapraat.
1van
ongeleed werkwoord: geblaf, gedoe, gejank, gejuich,
geklooi, geloop, gelul, gezanik
van
geprefigeerd werkwoord: geherdenk, geherkauw,
geverkoop, geverkleed
van
uitheems werkwoord: geassocieer, gediscussieer,
gefantaseer, gekoketteer, geredeneer
van
samengesteld werkwoord: geglimlach, geijsbeer,
gejongleer, gekokhals, gestofzuig
van
samenkoppeling: genapraat,
geuitstel
De woorden gecompromis en
gemobiel laten zien dat
aanhechting van het voorvoegsel ge- wordt
gecombineerd met conversie van substantieven
tot werkwoord.
Zie Hüning (2010: 60).
Dergelijke afleidingen worden in hun productiviteit beperkt door de betekenis van het basiswerkwoord: de afleiding met ge- komt vooral voor bij werkwoorden die een bewuste handeling uitdrukken (gefluit, gestoei, gevloek), handelingen die onbewust plaatsvinden, maar waarbij toch een zekere persoonlijke verantwoordelijkheid in het spel is (gesnurk, gestotter) en werkingen die een zintuiglijke waarneembaarheid impliceren (geklater, geflikker, geruis). Als het gebeuren uitgedrukt door het basiswerkwoord telisch is, krijgen we een iteratieve interpretatie. Zo betekent geblaf ‘herhaaldelijk blaffen’, omdat het werkwoord blaffen telisch is, en alleen de herhaling van de handeling het gebeuren een zekere duur kan geven.
Een beperking op de productiviteit doet zich voor bij werkwoorden die met een onbeklemtoond
voorvoegsel beginnen, zoals
bedriegen,
gedogen,
ontvangen,
versieren en bij
samenkoppelingen. Hiervan worden niet zo gauw afleidingen met ge- gevormd, maar uitgesloten is dat niet.
Substantieven als gebewapen,
geontvoer en
geversier komen voor.
Zie Mackenzie (1985).
Bij dit type werkwoorden hebben andere vormen van nominalisatie de voorkeur.Bij een paar deverbale ge-substantieven zien we tegelijkertijd ook
klinkerwisseling optreden, zoals in
gedrang bij het werkwoord
dringen. Bij
geschrift, van het werkwoord
schrijven, is er sprake van
klinkerwisseling en toevoeging van het suffix -t.
Dit geldt ook voor gezicht bij het
werkwoord zien.
Sommige van deze ge-substantieven hebben andere betekenissen. Zo betekent geschenk primair ‘cadeau’, en gehoor ‘hoorzintuig’ of ‘publiek’. Zulke niet-handelingsbetekenissen zien we ook in de volgende woorden:
2abstracte
niet-telbare substantieven: geduld, gedrag, geluk,
gevoel
abstracte
telbare substantieven: gebaar, gebod, genoegen,
gevaar, geval
stofnamen: gebak,
gebraad
voorwerpsnamen: gebit, gebouw,
gewelf
verzamelnamen: gehoor,
gepeupel, gezin
Daarnaast kan soms wel de gebeurtenis- of handelingsbetekenis productief gevormd worden, zoals in Hou nu maar op met dat voortdurend gebak van je!
Voor heel wat substantieven met het voorvoegsel ge- kan geen
basiswoord worden aangewezen, zoals:
3gedrocht, geheim, gelag, geniep, gehucht, gelaat,
gemoed, gerei, gevaar, geschil, gespuis,
geweld
Bij sommige woorden, zoals gerei en gespuis, is er
sprake van een historisch collectief prefix ge-. De
aanwezigheid van het prefix ge- maakt hun
genus wel voorspelbaar: het zijn
het-woorden.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |