Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
6.1.2 Zelfstandig gebruik van adjectieven
Een adjectief wordt zelfstandig gebruikt in een zin als We verkopen witte druiven en blauwe. In deze zin wordt het adjectief blauwe niet gevolgd door een substantief, maar we kunnen er (in gedachten) het eerder genoemde substantief druiven aan toevoegen.
Omdat deze adjectieven aangevuld kunnen worden met een substantief, beschouwen sommigen deze als attributief gebruikt bij een weggelaten kern (zie bijvoorbeeld Taalportaal ).
Andere voorbeelden zijn:
1Ze was de tweede dochter, Jip (25) is de oudste.
CHN
2De stad ging ook werken aan een nieuwe formule, al lijkt deze toch veel op de oude.
CHN
3Een dik boek levert immers meer op dan een dun.
CHN
In deze gevallen is er telkens een aanvulling mogelijk vanuit de zin zelf, of een voorafgaande zin: in (1) is duidelijk dat de oudste kan worden aangevuld met dochter, in (2) kan de zin worden aangevuld met het substantief formule en in (3) met het substantief boek. Adjectieven die kunnen worden aangevuld met een woord uit dezelfde of een voorafgaande zin, noemen we binnentekstelijk zelfstandig gebruikt.
Zie 7.1.2.2 voor een vergelijkbaar gebruik van telwoorden.
Soms kan uit de zin zelf of uit de voorafgaande zin niet worden opgemaakt waar een zelfstandig gebruikt adjectief naar verwijst en moet men dit opmaken uit de situatie. In dat geval spreken we van buitentekstelijk zelfstandig gebruik van een adjectief, zoals in (4):
Zie 7.1.2.2 voor een vergelijkbaar gebruik van telwoorden.
4(wijzend naar een kleine taart in de toonbank:) Doe maar die kleine.
Soms ligt een concrete aanvulling vanuit de context of de situatie niet voor de hand. In (5) en (6) bijvoorbeeld kunnen de zinnen met verschillende woorden worden aangevuld, zoals de grootste veldheer, generaal of leider in (5), en de verstandigste partij of mensen in (6):
5Napoleon wou de grootste zijn.
6We moeten de verstandigste zijn en actief naar een oplossing zoeken.
In deze gevallen doet zich een overgang voor naar gesubstantiveerde adjectieven, die los van enige context of situatie begrepen kunnen worden, zoals in de zin De armen wonen in krottenwijken, waarbij de armen verwijst naar arme mensen.
Zo’n gesubstantiveerd adjectief moet dus onderscheiden worden van een zelfstandig gebruikt adjectief (een adjectief met weggelaten substantief), zoals arme in de zin De rijke Romeinen wonen in een villawijk, de arme in krotten.
Wij beschouwen deze adjectieven als substantieven. Als substantieven krijgen ze ook een meervoudsvorm op -n, zoals in het geval van de armen en in (7):
Zie ook Taaladvies.net  over de dapperste en de dappersten.
7Weer anderen, de verstandigsten, kijken toe en hebben klapstoelen bij zich.
Verder lezen
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taaladvies
    Dagenta
    Taalportaal
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Kathy Rys november 2024 Een tussentijdse versie van dit hoofdstuk werd van commentaar voorzien door Maaike Beliën, Thomas Haga, Priscilla Heynderickx en Jack Hoeksema. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit hoofdstuk berust bij de redacteur(en).
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 6,../../data/archief/ans2/e-ans/06/body.html;
    Interessante links