5.5.4 Vormovereenkomst
Verder lezen
Afgezien van ons/onze
[5.5.5.1] bestaat er geen vormovereenkomst tussen het bezittelijk
voornaamwoord en het substantief waarbij het determinator is. Het getal van
de voornaamwoorden van de eerste en de tweede persoon wordt bepaald door
het aantal personen waarnaar ze verwijzen. Vergelijk:
jouw schrift (= het schrift
van de toegesprokene)
jouw schriften (= de
schriften van de toegesprokene)
jullie schrift (= het
schrift van de
toegesprokenen)
jullie schriften (= de
schriften van de
toegesprokenen)
Het getal van de bezittelijke voornaamwoorden van de derde persoon wordt
bepaald door het getal van het antecedent. Bij een enkelvoudig antecedent
worden zijn (z' n) of haar ('r/d'r)
gebruikt; bij een meervoudig hun en 'r/d'r (ook
wel haar). Zie
verder
[5.5.7.2/ii].
Als het antecedent een verzamelnaam
is kan er ook buitentekstelijk worden verwezen naar de 'meervoudige'
referent (dat wil zeggen de leden van de verzameling in kwestie: een
bestuur, delegatie, bevolking, enz. bestaat uit meerdere personen), in
plaats van binnentekstelijk naar het enkelvoudige antecedent (het
substantief bestuur, delegatie,
bevolking, enz.). In zin
1 hieronder is dat niet het geval,
omdat daar 'het bestuur' als een eenheid wordt gevoeld, die een
'bestuursbesluit' neemt. In zinnen als
2 t/m
5 heeft hun echter
duidelijk de voorkeur:
1Het bestuur
heeft zijn besluit genomen.
2Het was niet zo leuk voor
het bestuur, maar uw correspondent zat te ver weg om
hun gezichten te zien.
3In Bonn is een
delegatie van het Poolse parlement gearriveerd, voor
besprekingen met hun Duitse collega'
s.
4De bevolking
kwam in opstand toen hun loon werd
gehalveerd.
5Het prinselijk
paar en hun kinderen brachten een bezoek
aan de dierentuin.
Het genus van de bezittelijke voornaamwoorden van de derde persoon wordt in
het algemeen bepaald door het genus van het antecedent. Als het antecedent
een levend wezen aanduidt, kan of moet het genus van het bezittelijk
voornaamwoord bepaald worden door het natuurlijk geslacht van de
referent
[5.1.2/1b]).
6De boom heeft
nu zijn laatste blad verloren.
7Het bestuur
schrok van zijn eigen
kordaatheid.
8Je kunt wel verwachten dat
de regering haar/z' n doel hoe dan ook wil
bereiken.
9Janus houdt van
zijn dochter.
10Dat meisje
speelt haast nooit met haar
poppen.
11De burgemeester
is bevallen van een tweeling. Haar toestand is
uitstekend.
Zie voor meer
bijzonderheden
[5.5.7.2/ii].
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Vooral in geschreven taal wordt vaak het bezittelijk voornaamwoord
haar gebruikt om te verwijzen naar verzamelnamen die
het-woorden of mannelijke de-woorden zijn.
Voorbeelden:
iHet bestuur
heeft haar besluit genomen.
iiHet instituut
moet haar personeelsbestand
inkrimpen.
iiiDe raad zal
haar advies binnenkort
publiceren.
Deze manier van verwijzen wordt echter nog niet algemeen als correct
beschouwd. Wie op dit punt geen problemen wil, kan dit gebruik daarom het
beste vermijden.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Aardrijkskundige namen die het-woorden zijn (namen van
steden en landen: het Parijs van
nu, het België van voor de
oorlog, enz.) krijgen in overeenstemming met dat
genus een verwijzing door middel van het bezittelijk voornaamwoord
zijn, dus: Parijs en zijn
boulevards, België en zijn
nieuwe regering. In strijd met deze regel wordt in
zulke gevallen veelvuldig haar gebruikt.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |