Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
12.3.1 Conversie
Van substantieven kunnen zonder toevoeging van een affix werkwoorden gemaakt worden. We noemen dit proces conversie. Voorbeelden zijn:
1badmintonnen, computeren, douchen, fietsen, hemelen, kalven, oliën, schommelen, sleutelen, tafelen, vissen, winkelen
De gemeenschappelijke betekenis van deze woorden is: ‘een activiteit waarbij de zaak die het corresponderende substantief noemt, betrokken is’. Deze omschrijving laat veel speelruimte voor verschillen tussen de betekenissen van de volgens dit procedé gevormde woorden. Bij de interpretatie van deze woorden speelt kennis van de wereld vaak een grote rol. Om bijvoorbeeld werkwoorden als beitelen en hamsteren juist te kunnen interpreteren moet men weten wat men gewoonlijk met een beitel doet, en wat een hamster normaliter doet. Het procedé is productief.
Veel van de substantieven die als basis dienen voor dit soort conversie zijn ongelede woorden, maar gelede basiswoorden zijn niet uitgesloten zoals de conversiewerkwoorden tafeltennissen, tuinieren en voetballen laten zien. Een ander voorbeeld van conversie van een samenstelling is het werkwoord zwaluwstaarten ‘tot een hecht geheel maken, via een zwaluwstaart aan elkaar verbinden’, dat is gevormd op basis van het substantief zwaluwstaart, een metaforische benaming uit de wereld van de techniek voor een bepaald type verbinding.
De productiviteit van conversie hangt af van het betekenisgebied waarvoor het werkwoord gebruikt wordt. Conversiewerkwoorden worden bijvoorbeeld heel gemakkelijk gebruikt om een vorm van ontspanning, sport, of communicatie/informatie aan te duiden:
Zie Hüning (2009: 195).
2ontspanning: computeren, hobbyen, netflixen, sjoelbakken
sport: aerobiccen, hockeyen, judoën, schaatsen, tennissen
communicatie/informatie: appen, facebooken, facetimen, googelen, instagrammen, internetten, skypen, sms’en, teamsen, whatsappen, zoomen
Conversie kan ook plaats vinden met een adjectief als basiswoord. Van adjectieven zijn door conversie werkwoorden gevormd die betekenen: ‘(meer) maken, worden of zijn wat het corresponderende adjectief noemt’. Sommige van die werkwoorden, zoals drogen, kunnen met twee betekenissen gebruikt worden:
3rijpen ‘rijp worden’, vlotten ‘vlot gaan’
doden ‘dood maken’, koelen ‘koel maken’, witten ‘wit maken’, zuiveren ‘zuiver maken’
drogen ‘droog worden/ maken’
Conversie in literair taalgebruik
Verdieping
Conversie in literair taalgebruik
Het procedé van conversie was populair in de literatuur aan het eind van de 19e eeuw. De trend in dit soort literatuur om veel neologismen te maken, heet écriture artiste, en benadrukt het creatieve taalvermogen van de literator.
Zie Booij (2009).
Naast in algemeen taalgebruik gangbare werkwoorden als doden en rijpen zijn in literair taalgebruik ook niet algemeen gebruikte conversiewerkwoorden als heftigen en dunnen te vinden, zoals in de zinnen:
i'En dat vertel je me nu pas!', heftigde hij.
Onze rijen waren gedund.
Conversie van substantieven en adjectieven naar werkwoorden gebeurt ook vaak in combinatie met het maken van een samenkoppeling, zoals in ophopen, opsommen, aandikken en uitdunnen.
Verder lezen
Het herkennen van conversiewerkwoorden
Dat een werkwoord is ontstaan uit conversie van een substantief of adjectief, blijkt soms uit de fonologische vorm. De stammen van inheemse, ongelede werkwoorden bestaan doorgaans uit één lettergreep (loop, val), of twee lettergrepen met een sjwa in de tweede lettergreep (aarzel, twijfel), maar in conversiewerkwoorden vinden we een ruimer assortiment aan fonologische vormen. Voorbeelden zijn de werkwoorden papegaaien en dominoën, gevormd op basis van de substantieven papegaai en domino, werkwoorden met drie lettergrepen. Deze bijzondere fonologische vorm van inheemse werkwoorden wordt verklaard door hun conversiestatus.
De conversiestatus van werkwoorden blijkt in enkele gevallen uit de manier waarop ze hun verleden tijd en voltooid deelwoord vormen. Vergelijk de volgende werkwoorden:
Tabel 1. De vervoeging van conversiewerkwoorden
werkwoord verleden tijd voltooid deelwoord
krijten ‘luid wenen’ kreet gekreten
krijten ‘met krijt behandelen’ krijtte gekrijt
prijzen ‘roemen’ prees geprezen
prijzen ‘van een prijs voorzien’ prijsde geprijsd
We zien hier dat bij de conversiewerkwoorden de regelmatige vorm van werkwoordvervoeging wordt gebruikt, in tegenstelling tot de gelijkluidende sterke werkwoorden.
De betekenis van conversiewerkwoorden
Het aantal mogelijke betekenisrelaties tussen een conversiewerkwoord en het corresponderende subtantief is groot. Hier volgen een aantal voorbeelden van zulke betekenisrelaties:
Tabel 2. De betekenis van conversiewerkwoorden met substantief als basiswoord
betekenisrelatie substantief (N) conversiewerkwoord
zich gedragen als N ijsbeer ijsberen
moeder moederen
tot N maken bundel bundelen
knecht knechten
iets doen met N schroef schroeven
zon zonnen
N voortbrengen big biggen
bloesem bloesemen
Het grote aantal mogelijke betekenissen van conversiewerkwoorden verklaart ook de productiviteit ervan: het is een woordvormingsproces met grote semantische flexibiliteit.
De betekenis van de werkwoorden is een indicatie van de richting van deze conversie: in de betekenis van de werkwoorden is die van het zelfstandig naamwoord opgenomen. Dit suggereert dat de werkwoorden zijn afgeleid van de corresponderende substantieven.
De betekenis van conversiewerkwoorden kan in verband gebracht worden met het semantisch mechanisme van metonymie. Bij metonymie gebruiken we een woord om iets aan te duiden dat met het door het woord bedoelde in relatie staat. Dat zie je ook bij conversiewerkwoorden. We gebruiken bijvoorbeeld het zelfstandig naamwoord bloesem als werkwoord om de gebeurtenis aan te duiden waarin bloesem een rol speelt. Zie Dirven (1999) en Bauer (2018).
Conversie in eerste-taalverwerving
De mogelijkheid van conversie van substantieven naar werkwoorden wordt door kinderen gemakkelijk opgemerkt en productief gebruikt. Zo werden in kindertaal (leeftijd 2-4 jaar) de volgende conversiewerkwoorden aangetroffen:
Bron: Booij (2019: 136).
Tabel 3. Conversie in kindertaal
substantief conversiewerkwoord betekenis
drop droppen een dropje eten
springtouw springtouwen touwtje springen
telefoon telefonen telefoneren
viltstift viltstiften met een viltstift tekenen
Een werkwoord als telefonen laat zien dat kinderen, met hun nog beperkte woordenschat, woorden kunnen maken waarvan de vorming bij volwassenen zou worden geblokkeerd omdat er al een ander woord bestaat met die betekenis, in dit geval telefoneren.
Literatuur
De Vries (1975: 159-169), Don (1993)
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juni 2022
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html;
    Interessante links