12.4.3.1.1 De betekenis van substantief+substantief-samenstellingen
Door substantief+substantief-samenstellingen wordt uitgedrukt dat er een relatie is tussen de betekenissen van de beide delen. De aard van die relatie is echter open, vandaar dat talloze betekenisrelaties tussen de twee delen mogelijk zijn.
Voor endocentrische samenstellingen geldt dat het tweede deel de semantische
kern vormt. Zo is bijvoorbeeld een
dakterras een type
terras, maar een
terrasdak is een type
dak. De betekenis van de
samenstelling als geheel wordt gedirigeerd vanuit de betekenisstructuur van de
kern: één element daarvan wordt in het eerste deel nader gespecificeerd.
Zie Moerdijk (1987).
Het woord terras heeft
bijvoorbeeld als betekeniselement dat het een locatie heeft, en die locatie
wordt in dakterras als
dak gespecificeerd. Als het
rechterdeel een handeling noemt, zoals praat,
dan hoort bij die handeling als betekeniselement een
handelend persoon, en die kan dan worden gespecificeerd in samenstellingen,
zoals in kinderpraat en
mannenpraat.
De grote variatie aan betekenismogelijkheden zien we als we bijvoorbeeld kijken naar de betekenis van de volgende samenstellingen:
1scharrelslager ‘slager die vlees verkoopt van dieren gefokt met ruimte om te scharrelen’
batterijkip ‘kip met legbatterij als verblijfplaats’
kredietcrisis ‘financiële crisis veroorzaakt door onjuiste kredietverlening’
zesjescultuur ‘onderwijs waarin ambitie niet wordt gestimuleerd’
seniorenmomentje ‘gebeurtenis waarbij door een ouder persoon iets vergeten wordt’
Woorden kunnen specifieke betekenissen krijgen als deel van samenstellingen. Zo hebben in de
samenstellingen groenteboer en
tuinman
de rechterleden boer en
man de specifieke betekenis
‘handelaar’ gekregen, die gebonden is aan hun optreden in samenstellingen. We
zien iets soortgelijks in samenstellingen met
bank,
baron,
koning, en
regen als
hoofd, waarbij baron en koning ook een
enigszins negatief waarderende betekenis hebben gekregen:
2bank ‘opslagplaats’: bloedbank, databank, spermabank, vacaturebank
baron ‘prominente ondernemer’: afvalbaron, drugsbaron, handelsbaron
koning ‘succesvol ondernemer’: drugskoning, krantenkoning, modekoning
regen ‘wat als regen neerdaalt’: bloemenregen, sterrenregen, stofregen, vuurregen
Deze voorbeelden laten zien dat er bij samenstellingen sprake kan zijn van sub-patronen, waarin
één van de substantieven een specifieke betekenis heeft die niet gelijk is aan
die van dat woord als het zelfstandig gebruikt wordt. Dit kan ook gelden voor
woorden die gebruikt zijn als eerste deel. Voorbeelden zijn de substantieven
tering (vooral in Nederland)
en wereld die respectievelijk een
sterk negatieve en sterk positieve evaluatie van het in het rechterdeel genoemde
geven:
3teringhekel, teringherrie, teringzooi
vooral in NN
Deze vorm komt vooral voor in het Nederlandse
Nederlands maar ook af en toe in andere
variëteiten.
wereldbaan, wereldmeid,
wereldvrouw
Dit soort woorden die als deel van een samenstelling een afwijkende en meer abstracte betekenis
hebben, worden affixoïden genoemd.
In woordgroepen met een samenstelling als kern kan het linkerdeel naar betekenis betrokken worden op het complement, een voorzetselconstituent, zoals in de volgende voorbeelden:
Bron. De Caluwe (1991: 81). De Caluwe (1991: hoofdstuk 4) geeft veel voorbeelden van dit door hem als doorbrekingsconstructie aangeduide verschijnsel.
4een mislukte ontsnappingspoging uit de gevangenis
een handelsoverschot met de Verenigde Staten
Deze woordgroepen kunnen worden geparafraseerd als ‘een mislukte poging tot ontsnapping uit de gevangenis’ en ‘een overschot in de handel met de Verenigde Staten’.
In sommige gevallen brengt de bijzondere semantiek van een samenstelling verandering van genus teweeg, zoals in:
5het oog – de eenoog (persoon)
het oor – de domoor (persoon)
Samenstellingen die lichaamsdelen van mensen of dieren, of dieren aanduiden kunnen, net als
ongelede woorden zoals (de) neus,
ook gebruikt worden als negatieve benamingen of scheldwoorden:
Zie Jansen (1985).
6boerenlul, klootzak, snotneus
apenkop, kattenkop
baardaap, belhamel, snotaap
Dit soort samenstellingen zijn naar betekenis exocentrisch,
omdat ze qua betekenis geen hoofd hebben: een
eenoog is geen oog maar een
persoon met één oog, een baardaap is
geen aap, maar een persoon met een baard.
In sommige samenstellingen is sprake van een copulatieve relatie tussen de
twee delen. Copulatieve samenstellingen worden vooral gebruikt wordt voor
beroepsnamen, en hierbij wordt de samenstelling met een koppelteken gespeld,
woorden zoals geneesheer-directeur
en prins-gemaal. Een
geneesheer-directeur is niet een bepaald type directeur, maar iemand die zowel
directeur als geneesheer is. In dit type samenstellingen valt de hoofklemtoon op
het tweede deel.
Wanneer gebruik wordt gemaakt van nevenschikking in samenstellingen, zijn er verschillende
betekenisrelaties aan de orde. In
geneesheer-directeur is er
sprake van een combinatie van functies, in een woord als
moeder-kindrelatie is er
sprake van een relatie tussen moeder
en kind. Vergelijk ook
maag-darmkanaal ‘kanaal tussen
maag en darm’.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |