21.7.3.2.2 Complementen en bepalingen ingeleid door een voegwoord van vergelijking
Verder lezen
Complementen en bepalingen die een vergelijking uitdrukken, vertonen een
uitgesproken tendens tot achteropplaatsing. Het gaat om voegwoordbepalingen
als deel van een naamwoordelijke constituent
(zie
[14·5·3·7]) of door een voegwoord ingeleide complementen bij een
adjectief, een bijwoord
(zie
[15·4·4]
en
[16·4]) of bij de onbepaalde telwoorden meer en
minder. Voorbeelden zijn:
1Je |hoeft| beslist geen reus |te
worden| als Anton Geesink.
2|Laten| we liever een vaas
|kopen| zoals die daar.
3De nacht |was| erger |geweest|
dan anders.
4Ze |had| het altijd al een
aardiger liedje |gevonden| dan dat
andere.
5Dit berkje |is| al even scheef
|gegroeid| als dat in jullie
tuin.
6Ik |heb| hem vaker |ontmoet|
dan jou.
7(Hij vond) |dat| Annie minder
mooi |gezongen had| dan op het
feest.
8(Hij beweert) |dat| hij minder
boeken |heeft| dan zij.
Ook de voegwoordbepalingen die
ingeleid worden door een voegwoord met verklarende waarde (als,
zoals) worden gewoonlijk achteropgeplaatst, bijv.:
9Verder |zullen| onderwerpen
|behandeld worden| als de reactie van de lezer, woordkeuze,
zins- en woordlengte.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |