6.2.1.3 Variatie in het gebruik van de buigings-e
De basisregel voor adjectivische buiging in het Nederlands stelt dat de
onverbogen vorm van een adjectief alleen wordt gebruikt in enkelvoudige,
indefiniete nominale constituenten met een
het-woord als kern, en de
verbogen vorm in alle andere contexten. Soms wordt daarvan afgeweken. In Tabel 1
worden de condities voor de buiging van het adjectief opnieuw weergegeven, maar
de verschillende soorten afwijkingen van de basisregel worden weergegeven als
type a, type b en type c (telkens geïllustreerd met voorbeelden).
Tabel gebaseerd op Tummers (2005: 55).
Tabel 1. Distributie van de buigingsmorfemen van attributieve adjectieven in
het Nederlands, inclusief variatie.
enkelvoud | meervoud | ||
definiet | indefiniet | definiet en indefiniet | |
de-woord
|
-e/-Ø (type a)
de geheim agent
|
-e/-Ø (type a/b)
een geheim agent,
een groot
schilder, een Frans
filosoof
|
-e/-Ø (type a)
(de) geheim agenten
|
het-woord
|
-e/-Ø (type c)
het openbaar ministerie,
het bruin
brood
|
-Ø
|
-e
|
Tabel 1 laat zien dat er contexten zijn waarin de verbogen vorm – die het meest
voorkomt – wordt afgewisseld met de meer gemarkeerde onverbogen vorm van het
adjectief. Soms treedt er dus variatie op tussen de verbogen en de onverbogen
vorm. Die variatie is grotendeels (type a en type b) strikt semantisch
geconditioneerd.
Verder lezen
Een geheim agent: adjectief +
substantief vormen samen een officiële titel
De variatie van type a doet zich voor bij adjectief-substantiefparen die
verwijzen naar officieel vastgelegde titels die als geheel een bepaalde functie,
een bepaalde bevoegdheid of een bepaald beroep aanduiden. Bij een dergelijk
adjectief-substantiefpaar krijgt het adjectief de onverbogen vorm, zowel in het
enkelvoud na een definiete (1) en een indefiniete determinator (2), als in het
meervoud (3):
1En waar Bond eeuwig
vrijgezel was met veel oog voor het vrouwelijk schoon, is de
geheim agent van de jaren negentig kuis en ontzettend
monogaam.
CHN
2Een brandweerman kijkt
naar brandveiligheid, een politieman naar de openbare
orde, een bouwkundig ingenieur naar de
constructie.
CHN
3Voor waarnemend
burgemeesters geldt geen maximumleeftijd, dus kon ik
zeven jaar aanblijven.
CHN
Andere voorbeelden van adjectief-substantiefparen die naar officiële titels
verwijzen zijn: de buitengewoon
gezant, de gevolmachtigd
minister, een
plaatsvervangend kantonrechter,
de algemeen voorzitter,
een buitengewoon hoogleraar,
de scheikundig ingenieurs,
een controlerend geneesheer,
maatschappelijk werksters,
de toeziend voogd,
de eerstaanwezend inspecteur
in BN
Deze vorm komt af en toe voor in standaardtalige
contexten in het Belgische Nederlands.
.
Let wel: de dienstdoende
ambtenaar/agent/officier.
In dergelijke constructies met vaste verbindingen wordt de
buigings-e
makkelijker weggelaten bij relationele dan bij kwalificerende adjectieven (Heynderickx 2001: 163-164).
De behandelend(e)
arts
Verdieping
De behandelend(e)
arts
Er komen echter ook toevallige adjectief-substantiefparen voor die op het
eerste gezicht lijken op de combinaties die officiële titels aanduiden,
maar die een verbogen adjectief hebben en een andere betekenis kunnen
uitdrukken. Zo is er bijvoorbeeld een betekenisverschil tussen
de behandelende arts
in zin (4a) en de behandelend
arts in (4b):
In (4a) geeft de buiging van het adjectief aan dat het om een arts gaat
die toevallig het verkeersslachtoffer behandelt. In (4b) wordt de
onverbogen vorm gebruikt om weer te geven dat het om een officieel
vastgelegde titel gaat die een bepaalde functie aanduidt, het gaat
namelijk om de arts bij wie iemand in behandeling is. In het tweede
geval is het adjectief-substantiefpaar als een semantische eenheid te
beschouwen.
Zie Tummers (2005: 56) voor een voorbeeld dat het verschil
illustreert tussen de combinaties
buitengewone
hoogleraar en
buitengewoon
hoogleraar.
Als dergelijke adjectief-substantiefparen in het meervoud gebruikt worden, is het
vrij gebruikelijk om het adjectief toch te verbuigen. Vooral als het adjectief
binnen de combinatie niet door een ander woord, zoals een lidwoord, voorafgegaan
wordt, kan het gebruik van de onverbogen of verbogen vorm wisselen, naargelang
de verbinding als meer of minder vast aangevoeld wordt. Zo wordt de combinatie
sociaal werkers bijvoorbeeld meer als een vaste verbinding ervaren
dan financiële experts of culturele attachés.
Als het substantief door twee adjectieven wordt voorafgegaan, worden ze ofwel
allebei verbogen, ofwel alleen het eerste, maar nooit alleen het tweede. Zo kun
je bijvoorbeeld zeggen een ijverige wetenschappelijk(e)
medewerker maar niet een ijverig wetenschappelijke
medewerkeruitgesloten.
Een uitzondering vormen gevallen als de
waarnemend(e) Hoge Commissaris,
de waarnemend(e) Amerikaanse gezant
en de waarnemend(e)
eerste minister, waarin
waarnemend een min
of meer vaste combinatie vormt met de als één geheel op te vatten
woordgroepen Hoge
Commissaris, Amerikaanse
gezant en eerste
minister.
Een beroemd persoon: adjectief +
persoon,
man of beroep
De buigingsvariatie die in Tabel 1 wordt voorgesteld als type b komt enkel voor
in indefiniete nominale constituenten met
man of
persoon als kern of met een
kern dat een beroep of functie aanduidt (4)-(9). Doorgaans is het substantief
dan een mannelijke persoonsnaam, maar ook bij vrouwelijke persoonsnamen kan het
adjectief onverbogen zijn (7). Vaak komen bij dit type buigingsvariatie
adjectieven voor die zijn afgeleid van een geografische naam (8)-(9).
4Als een beroemd
persoon omkomt bij een vliegtuigongeluk, móét dat wel het
gevolg zijn van een
samenzwering.
CHN
5Alberti was een
groot artiest en architect, maar ook een expert in
gymnastiek, paardrijden, koken, burgerlijk en canoniek recht, fysica en
wiskunde.
CHN
6The Power, zoals de
bijnaam van Taylor luidt, is een vermaard darter.
7Meer over dat meisje dat
door haar tirannieke vader gedwongen wordt een Groot
Pianiste te
worden.
CHN
8Die Nederlandse aandacht
voor een Frans componist doet in eerste
instantie bevreemdend aan.
CHN
9Alan Tsjertsjesov
is een Russisch schrijver uit
Ossetië.
CHN
Het gebruik van de onverbogen vorm in de voorbeelden hierboven is beperkt tot
enkelvoudige, indefiniete nominale constituenten. Bij een definiete determinator
of in het meervoud wordt steeds de verbogen vorm gebruikt:
Het gebruik van de onverbogen vorm van het adjectief bij deze type b-variatie is
minder dwingend dan bij gevallen van het type a. Ook de verbogen vorm is dus
mogelijk:
11Mijn grootvader had de
gewoonte tegen de nieuwslezer te fulmineren wanneer die de dood
van een beroemde persoon wereldkundig
maakte.
CHN
12Nog voor de zomer van
2006 moet de Brielpoort in Deinze opnieuw elke maand een grote
artiest kunnen
ontvangen.
CHN
13We weten alleen dat
achter dit Europees-joods-Arabische pseudoniem een Franse
schrijver schuilgaat.
CHN
Vooral in de geschreven taal is er soms een betekenisverschil tussen de
onverbogen en de verbogen vorm van adjectieven in deze context (nl. type
b-variatie). Zo verwijst een groot
geleerde over het algemeen naar ‘iemand die als
geleerde grote wetenschappelijke verdiensten of kwaliteiten heeft’, terwijl
een grote geleerde iets kan
zeggen over diens gestalte. Dergelijke betekenisverschillen tussen de verbogen
en onverbogen vorm treden met name op in combinatie met substantieven die met
een werkwoord in verband kunnen worden gebracht (zoals bijvoorbeeld
geleerde < leren en
dichter < dichten). Het
adjectief in de onverbogen vorm kan in dat geval de wijze uitdrukken waarop de
activiteit uitgeoefend wordt en heeft dan als het ware een bijwoordelijk
karakter, zoals in een knap pianist
(‘iemand die knap piano speelt’) vs. een knappe
pianist (‘knap van uiterlijk’). Dit onderscheid
is echter niet volledig systematisch: ook met de verbogen vorm kan de wijze
uitgedrukt worden waarop de activiteit uitgeoefend wordt, zoals in
Darwin was een knappe denker, die het zichzelf niet
makkelijk gemaakt heeftCHN.
Als men het contrast tussen twee adjectieven wil benadrukken, treedt altijd de
verbogen vorm op, zoals in Het is geen
Russische maar een
Poolse schrijver.
Verder spelen ook ritmische factoren een rol bij de keuze voor de verbogen of de
onverbogen vorm in type b-contexten. Zo klinkt een Lúthers predikánt
beter dan een Lútherse predikánt, maar spreekt men wel eerder van
een Lútherse dóminee.
Het openbaar ministerie: vaste verbinding van adjectief +
het-woord
Er doet zich ook variatie voor tussen de verbogen en onverbogen vorm in het geval
van definiete nominale constituenten die een enkelvoudig
het-woord als kern hebben,
zoals in de volgende voorbeelden, waarbij de (a)-zinnen telkens de verbogen vorm
illustreren en de (b)-zinnen de onverbogen vorm:
In deze gevallen hangt de aanvaardbaarheid van de onverbogen vorm sterk af van de
aard van het adjectief en de mate waarin het adjectief een min of meer vaste
verbinding vormt met het substantief waar het bij staat. Vaak is er bij dit type
van buigingsalternantie sprake van adjectief-substantiefparen die als een
eenheid kunnen worden opgevat, zoals openbaar
ministerie en stoffelijk
overschot. Andere voorbeelden zijn:
het handelend voorwerp,
het bijvoeglijk naamwoord,
het groot seminarie,
het gerechtelijk dossier,
het kort geding,
Zie ook Taaladvies.net .
het doctoraal examen,
het centraal comité,
het Algemeen Nederlands. In
dergelijke vaste verbindingen komen doorgaans vooral relationele
adjectieven voor.
Zie ook Heynderickx (2001: 163-164).
In een aanspreking kan naast de onverbogen vorm soms de verbogen vorm
voorkomen, bijv. lief kind
of lieve kind. Zie ook Taaladvies.net voor het gebruik van de verbogen vs.
onverbogen vorm in de aanhef van een brief of e-mail.
Een adjectief-substantiefpaar zoals bruin
brood (17) vormt dan weer minder duidelijk een vaste
verbinding dan de bovenstaande paren. De onverbogen vorm van het adjectief zal
in deze verbinding dan ook minder frequent voorkomen en als minder acceptabel
beschouwd worden.
Zie Tummers (2005: 58).
Dit geldt zeker voor de nog minder gangbare verbinding
wit paard. Dat wordt ook
duidelijk door het feit dat de woordcombinatie wit(te)
paard in de zinnen (18a) en (18b) de naam van een
horeca-etablissement vertegenwoordigt. Het feit dat het om een eigennaam gaat,
zorgt ervoor dat het een vastere verbinding is dan de ‘toevallige’
woordcombinatie het wit(te) paard,
en dat daarom de buigings-e
achterwege kan blijven.De vergelijking tussen de zinnen (17a) en (17b) illustreert ook een ander aspect
omtrent dit type buigingsvariatie: de onverbogen vorm van het adjectief is in
dergelijke gevallen gebruikelijker in het Belgisch-Nederlands dan in het Nederlands-Nederlands.
Zie Tummers (2005: 58), die ook een stijlverschil observeert: waar de
onverbogen vorm in Nederland als zeer formeel wordt beschouwd, wordt die
in België juist als informeel ervaren en de verbogen vorm als
formeel.
Zin (17a) – met een verbogen adjectief – gaat over een Nederlandse kroeg
(Belfeld is een Nederlands dorp in de gemeente Venlo), terwijl zin (17b) – met
een onverbogen adjectief – verwijst naar een etablissement in Blankenberge, een
Belgische kustplaats.Een algemene uitspraak vs. een uitspraak over een specifieke
referent
Verdieping
Een algemene uitspraak vs. een uitspraak over een specifieke
referent
De volgende zinnen zijn allebei mogelijk, zij het met een verschil in
betekenis:
iWelk
ziek kind kun je in bed
houden?
iiWelk
zieke kind is
boven?
Bij het gebruik van de onverbogen vorm van het adjectief (zie (i)) is er
sprake van een soort algemene uitspraak, die op alle zieke kinderen
betrekking heeft. Zin (ii) daarentegen is mogelijk in een context waarin
over twee of meer (specifieke) zieke kinderen gesproken wordt.
Andere variatie
Behalve de hierboven besproken buigingsvariatie van het type a, b en c, zijn er
nog andere contexten waarbij de verbogen en de onverbogen vorm van het adjectief
elkaar afwisselen. Meestal spelen dan eufonische of ritmische factoren een rol.
Zo wordt vaak de onverbogen vorm gebruikt bij meerlettergrepige adjectieven vóór
het-woorden en in combinatie
met het,
dit of
dat. Door de onverbogen vorm
te gebruiken, wordt voorkomen dat (meer dan) twee onbeklemtoonde lettergrepen op
elkaar zouden botsen. Deze tendens doet zich vooral voor bij adjectieven op
-ig of -lijk.
Voorbeelden zijn:
18Migratie is het
onvermijdelijk gevolg van de immense kloof
tussen arm en rijk.
CHN
19Wie stuurt het
gelukkig paar een
kaartje?
CHN
Daarnaast wordt bij adjectieven in de vergrotende trap ook vaak de onverbogen
vorm gebruikt om eufonische of ritmische redenen.
Zie ook Taaladvies.net over gebruikelijker(e)
en zonniger(e) .
20Om aan alle poeha een
einde te maken hebben uitgevers een staf van persklaarmakers in dienst
die rare woorden vervangen
door gebruikelijker woorden.
21Er zijn meer
en gedetailleerder cijfers van de Vlaamse
bedrijven.
CHN
Andere factoren die de buigingsalternantie bepalen?
Verdieping
Andere factoren die de buigingsalternantie bepalen?
Naast de hier genoemde factoren die een rol spelen bij de keuze voor de
verbogen of onverbogen vorm neemt Tummers (2005) ook nog andere onder de
loep, die in eerdere taalkundige literatuur genoemd zijn. Op basis van
corpusmateriaal komt hij daarover tot de volgende vaststellingen:
- woordsoort van de determinator: de onverbogen vorm komt meestal na een bepaald lidwoord (de, het), en juist niet zo vaak na een bezittelijk voornaamwoord;
- gradatie van het adjectief: het is niet zo dat adjectieven in de vergrotende trap (bijv. het groter(e) vermogen) vaker onverbogen zijn dan adjectieven in de stellende trap (bijv. het grote vermogen);
- diminuering van het substantief: voor een substantief in de verkleinwoordvorm komt de verbogen vorm van het adjectief vaker voor dan de onverbogen vorm (bijv. het kleine boekje);
- genominaliseerde infinitief: de onverbogen vorm van een adjectief
komt vaker voor bij een genominaliseerde infinitief dan bij een
'gewoon' substantief (bijv. Het
geduldig wachten van de kinderen
werd uiteindelijk beloond met flink wat
lekkersCHN.
Zie ook Verhagen (1993).
Literatuur
Verhagen (1993); Heynderickx (2001); Booij (2002); Tummers (2005)
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Kathy Rys | november 2024 | Een tussentijdse versie van dit hoofdstuk werd van commentaar voorzien door Maaike Beliën, Thomas Haga, Priscilla Heynderickx en Jack Hoeksema. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit hoofdstuk berust bij de redacteur(en). |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 6,../../data/archief/ans2/e-ans/06/body.html; |