Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
6.2.1.3 Variatie in het gebruik van de buigings-e
De basisregel voor adjectivische buiging in het Nederlands stelt dat de onverbogen vorm van een adjectief alleen wordt gebruikt in enkelvoudige, indefiniete nominale constituenten met een het-woord als kern, en de verbogen vorm in alle andere contexten. Soms wordt daarvan afgeweken. In Tabel 1 worden de condities voor de buiging van het adjectief opnieuw weergegeven, maar de verschillende soorten afwijkingen van de basisregel worden weergegeven als type a, type b en type c (telkens geïllustreerd met voorbeelden).
Tabel gebaseerd op Tummers (2005: 55).
Tabel 1. Distributie van de buigingsmorfemen van attributieve adjectieven in het Nederlands, inclusief variatie.
enkelvoud meervoud
definiet indefiniet definiet en indefiniet
de-woord
-e/-Ø (type a)
de geheim agent
-e/-Ø (type a/b)
een geheim agent, een groot schilder, een Frans filosoof
-e/-Ø (type a)
(de) geheim agenten
het-woord
-e/-Ø (type c)
het openbaar ministerie, het bruin brood
-e
Tabel 1 laat zien dat er contexten zijn waarin de verbogen vorm – die het meest voorkomt – wordt afgewisseld met de meer gemarkeerde onverbogen vorm van het adjectief. Soms treedt er dus variatie op tussen de verbogen en de onverbogen vorm. Die variatie is grotendeels (type a en type b) strikt semantisch geconditioneerd.
Verder lezen
Een geheim agent: adjectief + substantief vormen samen een officiële titel
De variatie van type a doet zich voor bij adjectief-substantiefparen die verwijzen naar officieel vastgelegde titels die als geheel een bepaalde functie, een bepaalde bevoegdheid of een bepaald beroep aanduiden. Bij een dergelijk adjectief-substantiefpaar krijgt het adjectief de onverbogen vorm, zowel in het enkelvoud na een definiete (1) en een indefiniete determinator (2), als in het meervoud (3):
1En waar Bond eeuwig vrijgezel was met veel oog voor het vrouwelijk schoon, is de geheim agent van de jaren negentig kuis en ontzettend monogaam.
CHN
2Een brandweerman kijkt naar brandveiligheid, een politieman naar de openbare orde, een bouwkundig ingenieur naar de constructie.
CHN
3Voor waarnemend burgemeesters geldt geen maximumleeftijd, dus kon ik zeven jaar aanblijven.
CHN
Andere voorbeelden van adjectief-substantiefparen die naar officiële titels verwijzen zijn: de buitengewoon gezant, de gevolmachtigd minister, een plaatsvervangend kantonrechter, de algemeen voorzitter, een buitengewoon hoogleraar, de scheikundig ingenieurs, een controlerend geneesheer, maatschappelijk werksters, de toeziend voogd, de eerstaanwezend inspecteur in BN Deze vorm komt af en toe voor in standaardtalige contexten in het Belgische Nederlands. .
Let wel: de dienstdoende ambtenaar/agent/officier.
In dergelijke constructies met vaste verbindingen wordt de buigings-e makkelijker weggelaten bij relationele dan bij kwalificerende adjectieven (Heynderickx 2001: 163-164).
De behandelend(e) arts
Verdieping
De behandelend(e) arts
Er komen echter ook toevallige adjectief-substantiefparen voor die op het eerste gezicht lijken op de combinaties die officiële titels aanduiden, maar die een verbogen adjectief hebben en een andere betekenis kunnen uitdrukken. Zo is er bijvoorbeeld een betekenisverschil tussen de behandelende arts in zin (4a) en de behandelend arts in (4b):
iaHet verkeersslachtoffer was er zo erg aan toe, dat zelfs de behandelende arts flauw viel.
bKan ik de behandelend arts even spreken?
In (4a) geeft de buiging van het adjectief aan dat het om een arts gaat die toevallig het verkeersslachtoffer behandelt. In (4b) wordt de onverbogen vorm gebruikt om weer te geven dat het om een officieel vastgelegde titel gaat die een bepaalde functie aanduidt, het gaat namelijk om de arts bij wie iemand in behandeling is. In het tweede geval is het adjectief-substantiefpaar als een semantische eenheid te beschouwen.
Zie Tummers (2005: 56) voor een voorbeeld dat het verschil illustreert tussen de combinaties buitengewone hoogleraar en buitengewoon hoogleraar.
Als dergelijke adjectief-substantiefparen in het meervoud gebruikt worden, is het vrij gebruikelijk om het adjectief toch te verbuigen. Vooral als het adjectief binnen de combinatie niet door een ander woord, zoals een lidwoord, voorafgegaan wordt, kan het gebruik van de onverbogen of verbogen vorm wisselen, naargelang de verbinding als meer of minder vast aangevoeld wordt. Zo wordt de combinatie sociaal werkers bijvoorbeeld meer als een vaste verbinding ervaren dan financiële experts of culturele attachés.
Als het substantief door twee adjectieven wordt voorafgegaan, worden ze ofwel allebei verbogen, ofwel alleen het eerste, maar nooit alleen het tweede. Zo kun je bijvoorbeeld zeggen een ijverige wetenschappelijk(e) medewerker maar niet een ijverig wetenschappelijke medewerkeruitgesloten.
Een uitzondering vormen gevallen als de waarnemend(e) Hoge Commissaris, de waarnemend(e) Amerikaanse gezant en de waarnemend(e) eerste minister, waarin waarnemend een min of meer vaste combinatie vormt met de als één geheel op te vatten woordgroepen Hoge Commissaris, Amerikaanse gezant en eerste minister.
Een beroemd persoon: adjectief + persoon, man of beroep
De buigingsvariatie die in Tabel 1 wordt voorgesteld als type b komt enkel voor in indefiniete nominale constituenten met man of persoon als kern of met een kern dat een beroep of functie aanduidt (4)-(9). Doorgaans is het substantief dan een mannelijke persoonsnaam, maar ook bij vrouwelijke persoonsnamen kan het adjectief onverbogen zijn (7). Vaak komen bij dit type buigingsvariatie adjectieven voor die zijn afgeleid van een geografische naam (8)-(9).
4Als een beroemd persoon omkomt bij een vliegtuigongeluk, móét dat wel het gevolg zijn van een samenzwering.
CHN
5Alberti was een groot artiest en architect, maar ook een expert in gymnastiek, paardrijden, koken, burgerlijk en canoniek recht, fysica en wiskunde.
CHN
6The Power, zoals de bijnaam van Taylor luidt, is een vermaard darter.
7Meer over dat meisje dat door haar tirannieke vader gedwongen wordt een Groot Pianiste te worden.
CHN
8Die Nederlandse aandacht voor een Frans componist doet in eerste instantie bevreemdend aan.
CHN
9Alan Tsjertsjesov is een Russisch schrijver uit Ossetië.
CHN
Het gebruik van de onverbogen vorm in de voorbeelden hierboven is beperkt tot enkelvoudige, indefiniete nominale constituenten. Bij een definiete determinator of in het meervoud wordt steeds de verbogen vorm gebruikt:
10ade beroemde persoon; de grote artiest en architect; de vermaarde darter; de grote pianiste; de Franse componist; de Russische schrijver
bberoemde personen; grote artiesten en architecten; vermaarde darters; grote pianistes; Franse componisten; Russische schrijvers
Het gebruik van de onverbogen vorm van het adjectief bij deze type b-variatie is minder dwingend dan bij gevallen van het type a. Ook de verbogen vorm is dus mogelijk:
11Mijn grootvader had de gewoonte tegen de nieuwslezer te fulmineren wanneer die de dood van een beroemde persoon wereldkundig maakte.
CHN
12Nog voor de zomer van 2006 moet de Brielpoort in Deinze opnieuw elke maand een grote artiest kunnen ontvangen.
CHN
13We weten alleen dat achter dit Europees-joods-Arabische pseudoniem een Franse schrijver schuilgaat.
CHN
Vooral in de geschreven taal is er soms een betekenisverschil tussen de onverbogen en de verbogen vorm van adjectieven in deze context (nl. type b-variatie). Zo verwijst een groot geleerde over het algemeen naar ‘iemand die als geleerde grote wetenschappelijke verdiensten of kwaliteiten heeft’, terwijl een grote geleerde iets kan zeggen over diens gestalte. Dergelijke betekenisverschillen tussen de verbogen en onverbogen vorm treden met name op in combinatie met substantieven die met een werkwoord in verband kunnen worden gebracht (zoals bijvoorbeeld geleerde < leren en dichter < dichten). Het adjectief in de onverbogen vorm kan in dat geval de wijze uitdrukken waarop de activiteit uitgeoefend wordt en heeft dan als het ware een bijwoordelijk karakter, zoals in een knap pianist (‘iemand die knap piano speelt’) vs. een knappe pianist (‘knap van uiterlijk’). Dit onderscheid is echter niet volledig systematisch: ook met de verbogen vorm kan de wijze uitgedrukt worden waarop de activiteit uitgeoefend wordt, zoals in Darwin was een knappe denker, die het zichzelf niet makkelijk gemaakt heeftCHN.
Als men het contrast tussen twee adjectieven wil benadrukken, treedt altijd de verbogen vorm op, zoals in Het is geen Russische maar een Poolse schrijver.
Verder spelen ook ritmische factoren een rol bij de keuze voor de verbogen of de onverbogen vorm in type b-contexten. Zo klinkt een Lúthers predikánt beter dan een Lútherse predikánt, maar spreekt men wel eerder van een Lútherse dóminee.
Het openbaar ministerie: vaste verbinding van adjectief + het-woord
Er doet zich ook variatie voor tussen de verbogen en onverbogen vorm in het geval van definiete nominale constituenten die een enkelvoudig het-woord als kern hebben, zoals in de volgende voorbeelden, waarbij de (a)-zinnen telkens de verbogen vorm illustreren en de (b)-zinnen de onverbogen vorm:
14aOok het openbare ministerie zal zijn bijdrage aan zo'n plan moeten leveren.
CHN
bHet openbaar ministerie in Trapani verdenkt leden van deze organisatie ervan direct contact te hebben met mensensmokkelaars.
CHN
15aOp dezelfde plaats werd maandag ook het stoffelijke overschot van haar broer Patrick aangetroffen.
CHN
bVandaag wordt sectie verricht op het stoffelijk overschot.
CHN
16aPater zou graag zien dat al het bruine brood volkoren wordt.
CHN
bHet bruin brood kon ze gelukkig kwijt in een naburige vuilnisbak.
CHN
17aHet kwam ook door de jongens van het joekskapel in de Belfeldse dorpskroeg Het Witte Paard die zijn hoofd op hol hadden gebracht.
CHN
bEen bezoek aan Het Wit Paard in Blankenberge hoorde onverbrekelijk bij de familievakanties aan zee.
CHN
In deze gevallen hangt de aanvaardbaarheid van de onverbogen vorm sterk af van de aard van het adjectief en de mate waarin het adjectief een min of meer vaste verbinding vormt met het substantief waar het bij staat. Vaak is er bij dit type van buigingsalternantie sprake van adjectief-substantiefparen die als een eenheid kunnen worden opgevat, zoals openbaar ministerie en stoffelijk overschot. Andere voorbeelden zijn: het handelend voorwerp, het bijvoeglijk naamwoord, het groot seminarie, het gerechtelijk dossier, het kort geding, het doctoraal examen, het centraal comité, het Algemeen Nederlands. In dergelijke vaste verbindingen komen doorgaans vooral relationele adjectieven voor.
Zie ook Heynderickx (2001: 163-164).
In een aanspreking kan naast de onverbogen vorm soms de verbogen vorm voorkomen, bijv. lief kind of lieve kind. Zie ook Taaladvies.net  voor het gebruik van de verbogen vs. onverbogen vorm in de aanhef van een brief of e-mail.
Een adjectief-substantiefpaar zoals bruin brood (17) vormt dan weer minder duidelijk een vaste verbinding dan de bovenstaande paren. De onverbogen vorm van het adjectief zal in deze verbinding dan ook minder frequent voorkomen en als minder acceptabel beschouwd worden.
Zie Tummers (2005: 58).
Dit geldt zeker voor de nog minder gangbare verbinding wit paard. Dat wordt ook duidelijk door het feit dat de woordcombinatie wit(te) paard in de zinnen (18a) en (18b) de naam van een horeca-etablissement vertegenwoordigt. Het feit dat het om een eigennaam gaat, zorgt ervoor dat het een vastere verbinding is dan de ‘toevallige’ woordcombinatie het wit(te) paard, en dat daarom de buigings-e achterwege kan blijven.
De vergelijking tussen de zinnen (17a) en (17b) illustreert ook een ander aspect omtrent dit type buigingsvariatie: de onverbogen vorm van het adjectief is in dergelijke gevallen gebruikelijker in het Belgisch-Nederlands dan in het Nederlands-Nederlands.
Zie Tummers (2005: 58), die ook een stijlverschil observeert: waar de onverbogen vorm in Nederland als zeer formeel wordt beschouwd, wordt die in België juist als informeel ervaren en de verbogen vorm als formeel.
Zin (17a) – met een verbogen adjectief – gaat over een Nederlandse kroeg (Belfeld is een Nederlands dorp in de gemeente Venlo), terwijl zin (17b) – met een onverbogen adjectief – verwijst naar een etablissement in Blankenberge, een Belgische kustplaats.
Een algemene uitspraak vs. een uitspraak over een specifieke referent
Verdieping
Een algemene uitspraak vs. een uitspraak over een specifieke referent
De volgende zinnen zijn allebei mogelijk, zij het met een verschil in betekenis:
iWelk ziek kind kun je in bed houden?
iiWelk zieke kind is boven?
Bij het gebruik van de onverbogen vorm van het adjectief (zie (i)) is er sprake van een soort algemene uitspraak, die op alle zieke kinderen betrekking heeft. Zin (ii) daarentegen is mogelijk in een context waarin over twee of meer (specifieke) zieke kinderen gesproken wordt.
Andere variatie
Behalve de hierboven besproken buigingsvariatie van het type a, b en c, zijn er nog andere contexten waarbij de verbogen en de onverbogen vorm van het adjectief elkaar afwisselen. Meestal spelen dan eufonische of ritmische factoren een rol. Zo wordt vaak de onverbogen vorm gebruikt bij meerlettergrepige adjectieven vóór het-woorden en in combinatie met het, dit of dat. Door de onverbogen vorm te gebruiken, wordt voorkomen dat (meer dan) twee onbeklemtoonde lettergrepen op elkaar zouden botsen. Deze tendens doet zich vooral voor bij adjectieven op -ig of -lijk. Voorbeelden zijn:
18Migratie is het onvermijdelijk gevolg van de immense kloof tussen arm en rijk.
CHN
19Wie stuurt het gelukkig paar een kaartje?
CHN
Daarnaast wordt bij adjectieven in de vergrotende trap ook vaak de onverbogen vorm gebruikt om eufonische of ritmische redenen.
Zie ook Taaladvies.net over gebruikelijker(e)  en zonniger(e) .
20Om aan alle poeha een einde te maken hebben uitgevers een staf van persklaarmakers in dienst die rare woorden vervangen door gebruikelijker woorden.
21Er zijn meer en gedetailleerder cijfers van de Vlaamse bedrijven.
CHN
Andere factoren die de buigingsalternantie bepalen?
Verdieping
Andere factoren die de buigingsalternantie bepalen?
Naast de hier genoemde factoren die een rol spelen bij de keuze voor de verbogen of onverbogen vorm neemt Tummers (2005) ook nog andere onder de loep, die in eerdere taalkundige literatuur genoemd zijn. Op basis van corpusmateriaal komt hij daarover tot de volgende vaststellingen:
  • woordsoort van de determinator: de onverbogen vorm komt meestal na een bepaald lidwoord (de, het), en juist niet zo vaak na een bezittelijk voornaamwoord;
  • gradatie van het adjectief: het is niet zo dat adjectieven in de vergrotende trap (bijv. het groter(e) vermogen) vaker onverbogen zijn dan adjectieven in de stellende trap (bijv. het grote vermogen);
  • diminuering van het substantief: voor een substantief in de verkleinwoordvorm komt de verbogen vorm van het adjectief vaker voor dan de onverbogen vorm (bijv. het kleine boekje);
  • genominaliseerde infinitief: de onverbogen vorm van een adjectief komt vaker voor bij een genominaliseerde infinitief dan bij een 'gewoon' substantief (bijv. Het geduldig wachten van de kinderen werd uiteindelijk beloond met flink wat lekkersCHN.
    Zie ook Verhagen (1993).
Literatuur
Verhagen (1993); Heynderickx (2001); Booij (2002); Tummers (2005)
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taaladvies
    Dagenta
    Taalportaal
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Kathy Rys november 2024 Een tussentijdse versie van dit hoofdstuk werd van commentaar voorzien door Maaike Beliën, Thomas Haga, Priscilla Heynderickx en Jack Hoeksema. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit hoofdstuk berust bij de redacteur(en).
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 6,../../data/archief/ans2/e-ans/06/body.html;
    Interessante links