21.5.1 Inleiding
Verder lezen
In
[21·4·1/1] zijn de zinsdelen uit het middenstuk in twee groepen
verdeeld. De eerste groep vormen die zinsdelen waarvan de plaatsing in het
middenstuk beschreven kan worden te vertrekken vanuit de eerste pool. Het
gaat om elementen bij de plaatsing waarvan de informatieve geleding een
belangrijke rol speelt. De tweede groep, die in deze paragraaf behandeld
wordt, omvat die elementen die verplicht vlak vóór de tweede pool van de
zin komen. Dat wil zeggen dat er tussen die (niet-werkwoordelijke)
elementen en de (werkwoordelijke) elementen van de tweede pool zelf niets
meer kan staan, zie bijv.:
Ook elementen uit de eerste groep die de neiging hebben zover mogelijk naar
achteren in het middenstuk te komen, zoals onbepaalde naamwoordelijke
constituenten als lijdend voorwerp of als onderwerp, of indirecte objecten
in de vorm van een voorzetselconstituent
(zie
[21·4·2] en volgende), of de zinsontkenning niet (zie
voorbeeld 2 en zie
verder
[21·4·9·2/i]), staan dus toch nog vóór de elementen uit de tweede
groep.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |