1.4.1.4 Wisseling tussen
ŋ en
ŋk
In samenstellingen en afleidingen vinden we allomorfie bij woorden die eindigen
op een velaire nasaal
ŋ. Het
woord jong heeft bijvoorbeeld twee
allomorfen,
jɔŋ en
jɔŋk:
1 [jɔŋ]: jong-en,
jong-eling, jong-eman, jong-leur, jong-vee,
jong-volwassene
[jɔŋk]: jonk-heer, jonk-heid, jonk-ie,
jonk-vrouw,
Deze variatie volgt niet uit een algemeen toepasbare fonologische regel van het
Nederlands. Je kunt bijvoorbeeld niet aannemen dat er altijd een
k
wordt ingevoegd na een
ŋ op de
grens tussen de twee delen van een samenstelling en voor het suffix -heid. Dat gebeurt immers niet bij de woorden in (1)
zoals jongvee, en omgekeerd vinden
we die k wel
in jonkie, een woord dat geen
samenstelling is. Kijken we naar het woord
koning, dan zien we
hetzelfde probleem van onvoorspelbaarheid:
2[konIŋ]: koning-sdag, koning-en, koning-in,
koning-schap
[konIŋk]:
konink-lijk, konink-rijk
De allomorfie in deze woorden eindigend op
ŋ is
historisch bepaald. Woorden als jong
en koning eindigden lang geleden op
ŋg, en
de g werd dan
een k aan
het eind van een lettergreep krachtens de regel van Finale
Verscherping. Dit consonantcluster werd later vereenvoudigd tot
ŋ. De
allomorf
konɪŋk
bleef bewaard in al bestaande woorden zoals
koninkrijk; in nieuwere
samenstellingen werd het woord
koning met zijn hedendaagse
klankvorm
konɪŋ
als bouwsteen gebruikt. We vinden deze alternantie ook in verwante woorden als
de volgende:
De hier besproken allomorfie, een historisch residu, is dus niet voorspelbaar, en
voor gelede woorden met een consonantcluster ŋk moet deze informatie in het
lexicon worden opgeslagen.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juli 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |