1.8.5 De spelling van tussenklanken in samenstellingen
In samenstellingen kunnen tussenklanken (ook wel
verbindingsklanken genoemd) optreden tussen de twee
delen van een samenstelling, zoals in de volgende samenstellingen:
De regelmaat in het optreden van zulke tussenklanken is geen fonologische
kwestie, maar behoort tot het domein van de morfologie.
Deze tussenklanken hebben twee historische oorsprongen. De -s en de -en in de woorden (1a,b) zijn
historisch genitiefsuffixen. Dit samenstellingspatroon
stamt historisch af van nominale constituenten met de
structuur:
2[[… N-genitief]###N### N]
zoals (des)
koning-s dag en
(des)
her-en huis. Het optreden
van -e in
zonneschijn komt doordat het
woord zon oorspronkelijk de vorm
zonne had. Veel woorden die
eindigden op een sjwa zijn in de loop van de tijd verkort door
apocope van de sjwa. Door de hedendaagse taalgebruiker
wordt de -e van zulke woorden als eerste deel van
een samenstelling als tussenklank ervaren.Zie Booij (1996b). In Van Tiel
et al. (2013) wordt betoogd dat prosodische factoren zoals klemtoon al vroeg
een rol speelden in de keuze van een verbindingsklank. Over deze factoren
wordt ook gerapporteerd in Hanssen et al. (2013) en Banga et al.
(2013).
Het probleem van de spelling van tussenklanken is voor een deel het gevolg van
twee fonologische regels, Degeminatie en n-deletie.
In een woord als stationsstraat
wordt op de grens van de twee delen van de samenstelling slechts één
s
gehoord ten gevolge van Degeminatie. Daardoor kan de spelling van een dergelijke
samenstelling niet alleen maar gebaseerd worden op de fonetische vorm van het
woord. Voor de spelling van zulke woorden wordt dan de regel van
analogie gehanteerd: in verwante woorden zoals
stationsweg en
stationsklok horen we ook
een s, en
dus moet het eerste deel van zulke samenstellingen gespeld worden met een -s.Er doet zich echter variatie voor in het al
of niet gebruiken van een tussenklank
s;
zo zijn zowel doodkist als
doodskist
welgevormd.
De spelling van de tussenklank(en) -en is voor veel
Nederlands sprekenden lastig te bepalen op basis van de klankvorm, omdat ze de
n aan
het eind van een prosodisch woord niet uitspreken. De
n is
dan onhoorbaar in de fonetische vorm. Met een finale sjwa in de fonetische vorm
kunnen dus twee spelvormen corresponderen,
e of
en, en de vraag is dan hoe we
bepalen welke spelvorm de juiste is.
Om dat probleem op te lossen is in de huidige spellingregeling ingevoerd dat men
in principe de tussenletters -en spelt als men een
sjwa hoort aan het eind van een zelfstandig naamwoord als eerste deel van een
samenstelling, en het desbetreffende zelfstandig naamwoord uitsluitend een
meervoud op -en heeft. Vandaar de spelling van het
woord pannenkoek (1d) met -en, want het enige meervoud van
pan is
pannen.Historisch
gezien zou de spelling pannekoek
juister zijn, omdat het eerste deel van deze samenstelling oorspronkelijk
het woord panne was. Op
deze regel zijn echter een aantal uitzonderingen .Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld het woord
Koninginnedag, en
(deels) ondoorzichtige samenstellingen zoals
flierefluiter,
klerestreek, en andere
samenstellingen waarin klere- in de betekenis
"rot" gebruikt wordt.
Als het eerste deel van een samenstelling een adjectief is dat eindigt op een
sjwa, wordt e gespeld, zoals in
wittebrood. Dat geldt ook
voor zelfstandige naamwoorden die als eerste deel van samenstellingen een meer
evaluerende betekenis hebben gekregen zoals
reuzeleuk en
zonneklaar.
Een gevolg van deze spellingregel is dat -en door
taalgebruikers kan worden geïnterpreteerd als een meervoudssuffix, ook als dat
naar betekenis eigenlijk niet juist is. Zo is een
kerkenraad de raad van één
kerk, terwijl een stedenraad wel de
raad van een aantal steden is, in contrast tot
stadsraad.
Verder lezen
Meervoudige nomina als linkerdeel van samenstellingen
Een woord als boeken drukt, anders
dan boek, expliciet uit dat het gaat
om meer dan een boek. Hoewel ook de vorm
boek in een samenstelling
generiek kan worden geïnterpreteerd zoals in
boekverkoper, is het niet
vreemd om woordintern een meervoudssuffix te hebben. Zo vinden we in het
WNT twee typen
samenstellingen met worm als eerste
lid:
In (i) zien we dat er twee mogelijkheden zijn. Dat komt doordat het eerste deel
in een samenstelling als wormteler
niet per se als enkelvoudig moet worden geïnterpreteerd:
worm kan hier een generieke
interpretatie krijgen omdat worm
niet per se als een enkelvoudig nomen hoeft te worden geïnterpreteerd, en ook
als stam kan worden opgevat. Daarom kunnen we ook rustig van een
boekverkoper spreken, zonder
dat dit impliceert dat de desbetreffende verkoper slechts één boek verkoopt. Het
is dus voor een generieke interpretatie niet noodzakelijk, maar wel mogelijk dat
het nominale linkerlid van een samenstelling in het meervoud verschijnt. De
neiging om meervoudsvormen te gebruiken is vooral groot bij nominale
samenstellingen waarin het tweede lid een collectief betekenisaspect heeft:
huizenrij,
dakenzee,
mannenvereniging,
directeurenoverleg,
decanenbijeenkomst,
rectorenconferentie, etc. Er
is dan een duidelijk semantisch contrast met de vorm zonder -en zoals in
rectorsfunctie en
directeurskamer. In bepaalde
gevallen kan het meervoud nadrukkelijk gewenst zijn om een betekenisverschil te
maken, bijv. tussen stadsraad (de
raad van één stad) en stedenraad
(een raad voor meer steden), en tussen
schoolgemeenschap en
scholengemeenschap. Daardoor
kunnen taalgebruikers -en in een
samenstelling als meervoudssuffix interpreteren, ook al was het dat historisch
niet, zoals het geval is voor
herenhuis, als we het
interpreteren als ‘huis voor heren’. We hebben dan te maken met herinterpretatie
van een bestaand woord.
Een meervoudsinterpretatie van het eerste deel van samenstellingen met een
linkerlid dat eindigt op -s is vaak niet aan de
orde. Zoals bekend treden verkleinwoorden altijd op in hun meervoudsvorm als ze
het eerste deel van een samenstelling vormen. In
rokjesdag is een meervoudige
interpretatie van rokjes mogelijk.
Maar in rijtjeshuis, meisjeslijk en
vrouwtjesolifant ligt een
meervoudige interpretatie niet voor de hand, en fungeert de
s
uitsluitend als een markering van de grens tussen de twee delen van de
samenstelling.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | september 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |