12.5.2.2.1.1 Het achtervoegsel -ig
Het achtervoegsel -ig wordt gecombineerd met adjectieven, substantieven en werkwoorden. Bij adjectieven als basiswoord krijgen we de betekenis ‘enigszins’, zoals in:
1bitsig, bitterig, dikkig, groenig, grijzig, muffig, nattig, rossig, viezig
In combinatie met substantieven krijgen we twee betekenissen. De eerste is ‘lijkend op:
2azijnig, glazig, houtig, hufterig, kattig, krachtpatserig, poederig, salpeterig
Een tweede groep adjectieven met een substantief als basiswoord hebben de betekenis ‘gekenmerkt door de aanwezigheid van’:
3bloedig, gelukkig, hobbelig, hongerig, lustig, moedig, moerassig, regelmatig, zonnig
Bij dit betekenistype sluiten zich ook reeksen van adjectieven aan die eindigen op -lustig, -plichtig en
-zuchtig zoals:
4goklustig, kooplustig, levenslustig, reislustig,
strijdlustig
dienstplichtig, leerplichtig, onderhoudsplichtig,
schoolplichtig
drankzuchtig, gemakzuchtig, hebzuchtig,
oorlogszuchtig, roofzuchtig
Dergelijke adjectieven kunnen beschouwd worden als afleidingen met een samengesteld substantief
als basiswoord (goklust,
dienstplicht,
drankzucht, enz.). De
adjectieven op -zuchtig hebben een sterke negatieve
connotatie. De betekenis van deze woorden is 'een (sterke/ziekelijke) neiging
hebbend tot wat het eerste lid van het basiswoord noemt'.
Daarnaast zijn er adjectieven op -ig met een relationele
betekenis: ‘betrekking hebbend op’, zoals afleidingen van samenstellingen met
-kunde:
5aardrijkskundig,
taalkundig, plantkundig, sterrenkundig,
tandheelkundig
Bij afleidingen met een substantief als basiswoord ligt het accent op dat basiswoord. In woorden
met het achtervoegsel -ig heeft in veel gevallen
klemtoonverschuiving plaatsgevonden. Het is één van de klemtoonverschuivende suffixen. Dat betekent dat, wanneer de
hoofdklemtoon in het basiswoord vooraan ligt, deze klemtoon in de afleiding op
de laatste beklemtoonbare lettergreep vóór -ig is
komen te liggen, bijv.:
Tabel 1. Adjectieven op -ig met klemtoonverschuiving
basiswoord | adjectief op -ig |
ármoede | armóédig |
mísdaad | misdádig |
vóórspoed | voorspóédig |
táálkunde | taalkúndig |
víjand | vijándig |
wráákzucht | wraakzúchtig |
Een bijzondere categorie van adjectieven op -ig vormen
samenstellende afleidingen zoals
loslippig en
achturig.
Er zijn geen samenstellingen loslip
en achtuur, noch afleidingen als
lippig en
urig. De vorming van zulke
woorden is dus een combinatie van samenstelling en
afleiding.
Bij werkwoorden als basiswoord is de betekenis van de volgende adjectieven ‘geneigd tot’:
6afvallig, aanhalig, bevallig, bedrijvig, stellig
Dit gebruik van -ig bij werkwoorden is niet productief. In plaats daarvan wordt bij werkwoorden bij voorkeur -erig gebruikt.
Schultink (1962: 90).
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |