26.3.2 Vorm
Verder lezen
De bijzondere vormen van nevenschikking met maar bestaan
uitsluitend uit zinnen met voor-pv. In geval van contrast met context en/of
situatie
(zie
[26.3.1.2]) kunnen dat ook onvolledige zinnen zijn, bijv.:
1Maar nu iets
anders.
2Maar
die vrouw van hem hè?
3Maar ja...
Er zijn geen beperkingen op de soorten zinnen met voor-pv (mededeling,
vraag, bevel, enz.) die door maar verbonden kunnen worden.
Voorbeelden:
4Vader was dronken gisteren. Maar
moet ik jou dat eigenlijk wel vertellen?
5Was je vader dronken gisteren? Maar
dat had je me dan wel eens mogen vertellen!
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |