15.3.1.1 Graadaanduidende of versterkende (voor)bepalingen
Verder lezen
1
Om de intensiteit aan te duiden van de eigenschap of de toestand die door
een adjectief wordt uitgedrukt (graadaanduiding) of om aan te geven dat de
genoemde eigenschap of toestand in hoge mate geldt (versterking) kunnen
vooral constituenten gebruikt worden met als kern een bijwoord of een
adjectief in bijwoordelijke functie. (In het laatste geval spreken we
overeenkomstig de in dit boek gehanteerde onderscheidingen van
adjectivische constituenten.
Vergelijk
[8.2].) Ze worden onder 2 en 3 behandeld.
Verder komen als equivalenten van zulke bijwoordelijke en adjectivische
constituenten ook enkele andere combinaties voor (zie 4).
Bij sommige categorieën adjectieven is graadaanduiding niet (of alleen in
bijzondere toepassingen) mogelijk. Het betreft onder meer adjectieven die
een absolute eigenschap of hoedanigheid aangeven (waaronder
stofadjectieven), zoals almachtig, jarig,
dicht, totaal, gouden, adjectieven
die zelf al een versterkend element bevatten, zoals oliedom,
eivol, kurkdroog, beeldschoon en als
adjectief gebruikte deelwoorden in hun letterlijke betekenis, bijv.
geslepen
gesloten
gebroken
Verder geïsoleerde gevallen als huidig,
tegenwoordig en
arm in de betekenis 'zielig'. (Zie ook (6.4.3.1/iii), (12.5.3.1), (12.5.3.2)
en (12.5.3.3).)
2a
Voorbeelden van graadaanduidende of versterkende bijwoordelijke
constituenten als voorbepaling bij een adjectief (dus als deel van een
adjectivische constituent) zijn:
1nogal
slechte (manieren)
2tamelijk
goed (weer)
3(een) minder
fraai (resultaat)
4(Hij was)
enigszins/wat verlegen.
5(een) hoogst
significant (verschil)
6(een) heel
goed (antwoord)
7(Dat is wel)
zeer ongebruikelijk.
8(de)
uitermate gevaarlijke (tocht)
9(Dit vind ik) te/al
te/veel te gek (worden).
10(een)
hartstikke fijn (cadeau)
Veel komt alleen voor als voorbepaling bij een
adjectief in de vergrotende trap (voor de combinatie veel
te, zoals in 9, zie
men(16.3.1.1, sectie 1)), bijv.:
11(een) veel
vriendelijker (iemand)
Om naar de intensiteit van een bepaalde eigenschap of toestand te vragen
wordt hoe gebruikt, bijv. in:
12Hoe stevig
(is dat huis)?
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Het bijwoord zo wordt in de regel alleen
gecombineerd met een niet-attributief gebruikt adjectief. Bij een attributief gebruikt
adjectief wordt in de standaardtaal in plaats van
zo ofwel
zulke ofwel
zo'n gebruikt; regionaal (zie(5.6.6, sectie
2)) is het gebruik van zo wel mogelijk,
onder meer als het een wijzende functie heeft, zoals in iii (gezegd terwijl men de hoogte aangeeft). Vergelijk:
i(Jullie kinderen zijn al)
zo groot!
iii(Bij onze
buren staan al) zó hoge (zonnebloemen in de
tuin.)regionaal
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Bij nogal kan er een betekenisverschil optreden naargelang
dit bijwoord direct voor het adjectief of verder vooraan staat.
Vergelijk bijv.:
iHet is een nogal
chagrijnige man.
iiDat is
nogal een gezellig werkje!
In het eerste geval hebben we een graadaanduidend bijwoord als
voorbepaling bij het adjectief chagrijnige. De
adjectivische constituent betekent 'in zekere/behoorlijke mate
chagrijnig'. In ii vormt
nogal een bepaling bij de naamwoordelijke constituent
een gezellig werkje. In zo'n geval kan de hele
combinatie een zekere ironie uitdrukken. Bedoeld wordt dan zoiets als
'ik vind het helemaal niet gezellig'. Toch is de volgorde als in
ii ook mogelijk met de 'gewone'
graadaanduidende betekenis als in
ia:
iiiHet is
nogal een chagrijnige
man.
ivHet
is nogal een precies
werkje.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
De woorden wat en hoe die gebruikt worden in
uitroepende zinnen, worden in dit boek behandeld als uitroepende
voornaamwoorden
(zie
[5.10.2.2]).
Twee graadaanduidende bijwoorden staan niet voor, maar verplicht achter
het bepaalde adjectief, namelijk
genoeg en
zat. Ze bepalen
steeds een niet-attributief gebruikt adjectief, dit in tegenstelling tot
het wel als voorbepaling optredende
voldoende, dat
dezelfde betekenis heeft. Vergelijk
13 en
14 met
15:
Het graadaanduidende zo kan
gecombineerd worden met mogelijk, dat achter het
kernadjectief staat. De bijwoordelijke constituent zo...
mogelijk vormt dan een omsluitende bepaling, bijv.:
16(In de notulen hoort de
discussie) zo getrouw mogelijk
(weergegeven te worden).
Voor andere omsluitende bepalingen bij een adjectief, zoals de combinatie
hoe...ook of het bijwoord
zo in combinatie met een bijzin
(zo groot dat...) of zie men respectievelijk(16.3.1.1,
sectie 1) en
[16.3.3].
b
Soms komt het betekeniselement graadaanduiding of versterking min of meer
in de plaats van de oorspronkelijke betekenis van het bepalende woord,
bijvoorbeeld in:
betrekkelijk/relatief
gemakkelijk
vrij
eenvoudig
tergend
langzaam
zwaar
overdreven
dik
tevreden
bar
koud
goed
nijdig
druk
bezig
extra
voordelig
lekker
fris
helder
blauw
hevig rood (zie ook
Opmerking 4)
Het verlies van de eigen betekenis wordt vooral duidelijk bij gevallen als
verschrikkelijk blij, vreselijk leuk,
waar het als bijwoord gebruikte adjectief niets meer te maken heeft met
'schrikken', respectievelijk 'vrezen', maar betekent 'zeer, in hoge mate'.
Op die manier zijn er als versterking heel wat mogelijkheden, bijv.:
17(Het is) heel
erg duidelijk.
18(een)
onuitsprekelijk mooi (gedicht)
19(een)
oneindig klein (stofdeeltje)
20(Ze vonden het een)
verrekt moeilijke (opdracht).
21(Dat was)
ontzettend stom (van je).
22(Die muziek is)
waanzinnig goed.
23(Het is een)
godsgruwelijk vervelende
(klus).
24(In)
ongemeen scherpe (bewoordingen keurde hij het beleid
van het bestuur af).
25(een)
verdraaid lastig (kind)
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Soms kan een adjectief in de functie van een graadaanduidend bijwoord met het adjectief dat
nader bepaald wordt een samenstelling vormen. In de praktijk betreft het vooral combinaties
van bleek,
licht,
helder,
dof of
donker met een kleuradjectief. Voorbeelden zijn
bleekgroen,
lichtgeel,
helderrood,
dofblauw,
donkerbruin. Vergelijk hiervoor (12.5.3.3).
c
De volgende voorbepalingen sluiten zich naar de betekenis nauw bij de
graadaanduidende aan. Ze benadrukken het bijzonder kenmerkende van de
eigenschap die door het adjectief uitgedrukt wordt.
26(een)
typisch Gentse (uitdrukking)
27specifiek
christelijke (beginselen)
28echt
Hollandse (manieren)
3
De tot dusver genoemde bijwoordelijk gebruikte adjectivische elementen,
vooral versterkende, kunnen samen met het attributief gebruikte adjectief
waar ze een nadere bepaling van zijn,
verbogen worden. Dergelijke gevallen komen vooral in informeel
taalgebruik voor. Ze zijn bovendien affectief geladen. Vergelijk bijv.:
Enkele andere voorbeelden zijn:
31(Er staan
daar van die) geweldige hoge
(bomen).informeel
32(Het was een)
verdomde/verrekte spannende
(film).informeel
33(Hij heeft
een) ongelofelijke lange (adem).informeel
Gevallen als
verdomd(e) en
verrekt(e)
onderscheiden zich van de overige doordat ze ook in verbogen vorm voor
kunnen komen in een voorbepaling bij een het-woord in
combinatie met een onbepaald lidwoord, evenals bij predikatief gebruik van
de adjectivische constituent. Vergelijk:
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Een constructie als (een) goeie halve (eeuw geleden)
verschilt van de zojuist besproken gevallen. Het al dan niet verbogen
zijn van goed is hier namelijk niet facultatief, blijkens de
onmogelijkheid van een goed halve eeuw. Als
goed bepaling is bij half (+ substantief),
gedraagt het zich als een adjectief, dat wil zeggen dat het verbuigen
ervan direct afhangt van het genus van het substantief. Vergelijk bijv.
(een) goed half (uur geleden).
Een bijzonderheid van de omsluitende bepaling zo...mogelijk is
dat bij attributief gebruik van de adjectivische constituent niet het
kernadjectief, maar mogelijk verbogen wordt. Vergelijk met
16:
36(een) zo
getrouw mogelijke (weergave)
4
Als equivalenten van een bijwoordelijke of adjectivische constituent als
graadaanduidende of versterkende bepaling komen voor:
-
de combinaties door en door en in en in, bijv.:37(een) in en in schone (was)38(een) door en door slechte (kerel)Vergelijk ook met (12.5.2.1.2).
-
de naamwoordelijke constituenten een beetje, een tikje, in informeel taalgebruik een tikkeltje, een ietsje, een pietsje, een ietsiepietsie en in formeel taalgebruik een weinig;Deze combinaties dienen als variant voor de graadaanduidende bijwoorden wat (zoals in: een wat vreemde figuur), iets (zoals in: een iets oudere vrouw), het informele ietsjes of het formele ietwat. Voorbeelden:39(Hij is) een beetje verlegen.40(Ik vind het) een tikkeltje zuur.informeel41(Hij zag er) een weinig overspannen (uit).formeelEen ietsje, een ietsiepietsie en een pietsje worden net als iets en ietsjes vrijwel alleen voor adjectieven in de vergrotende trap gebruikt. (Voor adjectieven in de stellende trap staan ze alleen maar in combinatie met het bijwoord te; zie bij de bijwoordelijke constituent, [16.3.1.1/2].) Voorbeelden:42(Die deur is) een ietsje lager.informeel43(Het is vandaag) ietsjes koeler (dan gisteren).informeelAdjectieven in de vergrotende trap kunnen voorts nader bepaald worden door de naamwoordelijke constituenten een (heel) stuk en stukken, bijv.:44(Zo is het al) een heel stuk/stukken beter.Als een van de genoemde groepen met een na het onbepaalde lidwoord een voorkomt, dat wil zeggen bij attributief gebruik van de adjectivische constituent, wordt gewoonlijk één keer een weggelaten, dus:45Een beetje gekke (kerel is het). (i.p.v.: een een beetje gekke kerel)46Een beetje actief (stadsbestuur doet dat wel voor zijn burgers). (i.p.v.: een een beetje actief stadsbestuur)47(Hij stond stil, met) een tikje hoge (rug). (i.p.v.: met een een tikje hoge rug)Bij een beetje is, vooral in gesproken taal, echter ook de volgende constructie mogelijk: een beetje wordt in z' n geheel voor de naamwoordelijke constituent geplaatst. Vergelijk met 45 t/m 47:48Een beetje een raar voorstel (vind ik dat).49(Als fractievoorzitter ben je altijd) een beetje een eenzame man.OpmerkingVerdiepingOpmerkingHierbij vermelden we ook combinaties van een beetje met een substantief, zoals een beetje man, een beetje fotograaf, een beetje puber, bijv. in:iEen beetje puber kan zo alle systemen en tactieken blindelings op het bord schrijven.De betekenis van zulke combinaties kan omschreven worden als 'wie ook maar enigszins de verwachte (goede) eigenschappen heeft van (een man, een fotograaf, een puber, enz.)'. In zulke gevallen ligt er gewoonlijk een nadruksaccent op béétje.Een beetje heeft hier de waarde van een attributief adjectief bij een substantief. Men kan er echter ook een verkorting in zien van een beetje + adjectief, bijv. een beetje goede fotograaf, een beetje bijdehante puber, enz. Dergelijke aanvullingen liggen evenwel niet altijd voor de hand.
-
voorzetselconstituenten bestaande uit in + adjectief + mate, op + adjectief + wijze, bijv.:50(een) in hoge mate ongelukkige (samenloop van omstandigheden)51(een) in belangrijke mate nieuwe (koers)52(de) op bijzondere wijze actieve (voorzitter van de club)
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |