5.5.10 Bezittelijk voornaamwoord en possessief lidwoord
Verder lezen
Bij namen van lichaamsdelen en kledingstukken (soms ook bij namen van
andere zelfstandigheden die (in een bepaalde situatie) geacht kunnen worden
nauw met de bezitter verbonden te zijn, zoals fiets,
pen, tas) wordt in de standaardtaal gewoonlijk
naar de 'bezitter' verwezen door middel van een bezittelijk voornaamwoord.
In regionaal taalgebruik (met name in het oosten van Nederland) komt in
plaats van het bezittelijk voornaamwoord vaak een bepaald lidwoord voor,
dat in deze functie
'possessief lidwoord' genoemd wordt. Vergelijk:
Om naar de bezitter te verwijzen kan regionaal in combinatie met het
lidwoord een wederkerend of persoonlijk voornaamwoord gebruikt worden in de
functie van
bepaling van belang. Vergelijk
(2a is hier herhaald als
5a):
In de standaardtaal is het possessieve lidwoord (al dan niet gecombineerd
met een wederkerend of persoonlijk voornaamwoord) wel normaal als de zin
figuurlijke betekenis heeft of als het gaat om min of meer vaste
verbindingen. Het eerste is het geval in de volgende voorbeelden:
Als min of meer vaste uitdrukkingen zijn bijv. te beschouwen
iemand de hand kussen ('een
handkus geven'), iemand de hand
drukken ('een hand geven'), de
ogen sluiten ('sterven'). Het gebruik van het
bezittelijk voornaamwoord is hier niet uitgesloten, maar het is minder
gewoon en geeft soms een andere nuance aan de zin. Een voorbeeld:
10Het is nog een heer van de oude
stempel: ik zag dat hij haar de hand
kuste.
In deze zin geeft de hand kussen aan dat het om een wat
verouderde vorm van etiquette gaat; ... dat hij haar hand kuste zou dit niet uitdrukken.
Bij veel vaste uitdrukkingen is het gebruik van het bezittelijk
voornaamwoord echter geheel uitgesloten, bijv.:
Ook in spreekwoorden komt vaak een possessief lidwoord voor, bijv.:
12Met de hoed in
de hand komt men door het ganse
land.
In aansluiting bij de vorige twee alinea's kan nog vermeld worden dat het
gebruik van het possessieve lidwoord in de standaardtaal soms tot een hoger
stilistisch niveau behoort dan dat van het bezittelijk voornaamwoord, wat
in bepaalde situaties tot een duidelijke voorkeur voor het lidwoord kan
leiden. Zo zal men van iemand die pas overleden is, bijv. liever zeggen:
13Hij ligt al in
de kist.
dan:
14Hij ligt al in
zijn kist.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |