1.2.3 Het prosodisch woord
Het prosodisch woord is een belangrijke eenheid voor de
beschrijving van de fonotaxis van het Nederlands. Daarnaast is het ook een
domein voor de regels van de Woordfonologie. Een prosodisch woord is een reeks van
een of meer lettergrepen, gegroepeerd in een of meer
voeten, en het domein voor de verdeling van klankreeksen in
lettergrepen.
Voor de verdeling van een woord in lettergrepen is het prosodisch woord cruciaal.
Omdat samenstellingen uit meer dan een prosodisch woord bestaan, valt de interne
morfologische grens van een samenstelling samen met een syllabegrens, zoals in
het woord goudader, dat bestaat uit
de prosodische woorden goud en
ader. Ondanks de regel dat
een lettergreep indien mogelijk met een medeklinker begint, is dat niet het
geval voor de tweede syllabe van dit woord, zoals blijkt uit de
lettergeepverdeling: goud.a.der. Het
effect van deze lettergreepverdeling is dat de slotmedeklinker van het eerste
deel van de samenstelling wordt uitgesproken als
t,
krachtens de regel van Finale Verscherping.
Prosodische woorden zijn ook een cruciaal fonologisch domein voor de plaatsing
van woordklemtoon.
Lexicale morfemen, dat wil zeggen: morfemen die zelfstandig
als lexicaal woord kunnen optreden, moeten uit minimaal één welgevormd
prosodisch woord bestaan. Een belangrijke beperking op prosodische woorden is
dat ze minimaal één lettergreep moeten bevatten met een volle klinker, dat wil
zeggen, een klinker die geen sjwa is. Dit onderscheidt daarom lexicale morfemen
van grammaticale morfemen zoals de lidwoorden
de en
een, want die kunnen wel
uitsluitend uit een sjwa-syllabe bestaan. Ook kunnen prosodische woorden niet
met een sjwa beginnen. Daardoor zijn lexicale woorden die met een sjwa beginnen,
uitgesloten; een sjwa als eerste klank is alleen mogelijk voor grammaticale
morfemen zoals het lidwoord een.
Prosodische woorden van het Nederlands kunnen aan de rechterkant nog een
appendix hebben van 1 tot 3 medeklinkers,
s
en/of t.
Dit is een observatie over het Duits in Moulton (1956), die ook voor het
Nederlands geldt.
Hieronder volgen een aantal voorbeelden van woorden met een maximale
rijm gevolgd door een appendix met een of meer medeklinkers
s,t:- appendix van 1 obstruent: Geert ɣer-t, koord kor-t, bofferd bɔfər-t, kaars kar-s, Evert evər-t, laars lar-s
- appendix van 2 obstruenten: koorts kor-ts, Everts evər-ts, ernst ɛrn-st, herfst hɛrf-st, aardigst ardəx-st
- appendix van 3 obstruenten: bedaardst bədar-tst, vermoeidst vərmuj-tst, promptst prɔmp-tst
Een appendix van drie medeklinkers is overigens moeilijk uit te spreken; veel
sprekers zullen de cluster
tst
realiseren als
st en
bijvoorbeeld het woord promptst
uitspreken als
prɔmpst
of zelfs, ten gevolge van t-deletie, als
prɔmst.
De appendix-interpretatie verklaart ook waarom deze reeks slotmedeklinkers niet
overeenkomt met het Sonoriteitsprincipe: er is immers geen sprake van
afnemende sonoriteit aan het eind van dit soort woorden. In woorden als
gips,
straks,
abt en
tact kunnen de
s en
de t ook als
appendix worden geïnterpreteerd. Dan hebben deze woorden geen maximale rijm,
maar één met twee posities gevolgd door een appendix. Daarmee wordt verantwoord
dat in dit type woorden het Sonoriteitsprincipe niet geldt voor de slotclusters
-ps en
-ks.
Omdat een woord uit meer dan een prosodisch woord kan bestaan, kunnen appendixen
ook binnen een woord gevonden worden, zoals in de samenstelling
angstschreeuw, waar de
st van
angst de appendix vormt van
het eerste prosodisch woord angst.
Dit geldt ook voor
ts in
afgeleide woorden als koortsachtig
en aartsbisschop, die eveneens uit
twee prosodische woorden bestaan. We zien aan deze woorden ook dat er geen
een-op-een-relatie bestaat tussen de morfologische en
de prosodische structuur van een woord.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juli 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |