2.4.8.5 Functies van het futurum (o.t.t.t.)
Verder lezen
Bij het futurum vallen referentiepunt en spreekmoment samen: in
overeenstemming daarmee staat de persoonsvorm (van het hulpwerkwoord
zullen) in het presens; de werking daarentegen valt in de
toekomst of wordt als toekomstig voorgesteld. Schematisch weergegeven met
de symbolen
uit
[2.4.8.2/i]:
r, s - w
Voorbeelden zijn:
1Volgend jaar
zal hij meedoen aan de Ronde van
Frankrijk.
2Hopelijk zal
het nieuwe kabinet doeltreffende maatregelen
nemen.
3Ik zal die
brief nu onmiddellijk
verbranden.
4Om de investeringen te financieren
zal de maatschappij voortaan een ruimer beroep
doen op de kapitaalmarkt.
5Het is te verwachten dat de
liberalen de in te dienen motie zullen
steunen.
6Wat dat precies betekent,
zal pas blijken als we de
volledige tekst hebben.
7Er zal een
matige tot krachtige zuidwestelijke wind
waaien.
8De trein zal
om kwart over twee aankomen.
In de bovenstaande zinnen - die vooral in
geschreven taal voorkomen -
is het hulpwerkwoord zullen zuiver futuraal bedoeld, dat wil
zeggen dat het alleen de toekomstigheid van de werking uitdrukt. Daarnaast
of in plaats daarvan kan zullen andere betekenissen hebben,
die
in
[18.5.4.4/iif] behandeld worden. Zo kan het in
3 een belofte uitdrukken, in
9 een waarschijnlijkheid, bijv. in
de context:
9A: Waarom wil hij juist vóór
kwart over twee op het station zijn? B: De trein zal
om kwart over twee aankomen (neem ik
aan).vergelijk 8
Dezelfde tijdsverhouding kan uitgedrukt worden door het presens
(zie
[2.4.8.3/iii]) en door gaan + infinitief
(zie
[18.5.4.3/iii]).
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |