20.3.3.2 Een naamwoordelijke constituent met een voornaamwoord als kern
Verder lezen
 1
  
   Behalve het onbepaald voornaamwoord men kunnen alle
   zelfstandige voornaamwoorden als (kern van het) lijdend voorwerp optreden.
   Enkele voorbeelden:
   
1Ik heb haar
    niet gezien.
2Marieke moest
   zich niet zo opschilderen.
3Ze schelden
   elkaar uit voor alles wat lelijk
    is.
4Dat daar neem
    ik meteen mee.
5Wie van u mag
   ik als donateur noteren?
6(Het verhaal)
   dat hij gisteren vertelde, (sloeg nergens
    op.)
7Hebben
   jullie nog wat anders gehoord?
2
  
   Het voornaamwoord het dat als loos lijdend voorwerp fungeert,
   heeft geen eigen betekenis en geen verwijzende, maar alleen een
   syntactische functie. Het komt voor bij enkele combinaties met
   hebben en een adjectief die een toestand uitdrukken
   (het koud hebben, het druk hebben), en
   bij een aantal andere werkwoorden en werkwoordelijke uitdrukkingen.
   Voorbeelden:
   
8De president had
   het warm.
9Iemand met zo'n functie heeft
   het goed.
10Die mensen hebben
   het niet breed.
11Samen zullen we
   het wel rooien.
12Hij zette het
    op een lopen.
13Dan krijgen ze
   het met mij aan de stok.
14Ze konden het
   goed met elkaar vinden.
15Die jongen brengt
   het er aardig van af.
16De veldwachter had
   het op mij gemunt.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taaladvies
Dagenta
Taalportaal
Versiegeschiedenis
| versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen | 
| 2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
| 2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | 
 
				 
						
					