Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
12.3.4.1.21 Samenkoppelingen met uit
Er kunnen drie groepen van samenkoppelingen met uit onderscheiden worden.
  1. In een aantal samenkoppelingen met uit- ligt het betekeniselement 'buitenwaartse richting', soms gepaard aan 'verwijdering' besloten, als doel of resultaat van de werking die het werkwoord noemt. Het procedé is productief. Voorbeelden zijn:
    1uitbeitelen, uitboren, uitdrukken, uitgeven, uitlaten, uitmesten, uitspreken, uitwerpen, uitzaaien
  2. In een tweede groep van deze samenkoppelingen is het betekeniselement 'gericht zijn op een resultaat (gewoonlijk het beëindigen) van de werking' aanwezig. Er is dus een betekeniscomponent van voltooiing. Volgens dit productieve procedé gevormde werkwoorden zijn:
    2uitblussen, uitdrogen, uitwerken, uitwissen, uitzieken, uitzoeken
    De betekenis van ‘voltooiing’ vinden we ook in voltooid deelwoorden met dit partikel waarmee geen partikelwerkwoord met dezelfde betekenis correspondeert, zoals het voltooid deelwoord uitgepraat 'klaar zijn met/genoeg hebben van praten'.
    Booij & Audring (2007).
    Deze woorden hebben altijd de functie van adjectief. Er is wel een partikelwerkwoord uitpraten, maar dat betekent ‘door praten een relatie herstellen’. Voorbeelden van dit type voltooid deelwoord zijn:
    3aToen ik na tien helse minuten eindelijk uitgemompeld was, sleepte ik mij en mijn pop naar de zijkant van het podium, met de bedoeling om de coulissen in te verdwijnen en daaruit nimmer weer te keren.
    CHN
    bNu de wereld gewend is aan videogesprekken en online ontmoetingen, zijn we volgens Yuan nog niet uitgezoomd.
    CHN
    cZodra mensen zijn uitgegeten, moeten ze weg. vooral in NN Deze vorm komt vooral voor in het Nederlandse Nederlands maar ook af en toe in andere variëteiten. De vorm is onderdeel van de standaardtaal.
    CHN
    Deze specifieke betekenis ‘klaar met’ van voltooid deelwoorden met uit vinden we ook terug in het tweede gebruik van uitgezwaaid in de volgende krantenkop, bij een artikel over een afscheidsconcert van Jaap van Zweden, die afscheid nam als dirigent van het Orkest van het Oosten. Het eerste uitgezwaaid in de kop is het voltooid deelwoord is van het partikelwerkwoord uitzwaaien ‘afscheid nemen’:
    4Van Zweden uitgezwaaid, maar niet uitgezwaaid.
    Trouw 29.10.2005
    Deze voltooid deelwoorden verschillen van de corresponderende partikelwerkwoorden in de keuze van hulpwerkwoord:
    5aWe hebben/*zijn het probleem uitgepraat.
    bWe zijn nog lang niet uitgepraat.
    Daarnaast wordt uitpraten met de betekeniscomponent van ‘voltooiing’ ook gebruikt in een zin als
    6Laat me even uitpraten, onderbreek me niet steeds.
    In de hier gebruikte betekenis kan uitpraten alleen in de infinitiefvorm gebruikt worden.
  3. Van een derde reeks werkwoorden is de betekenis 'door het verrichten van de door het werkwoord genoemde handeling luidruchtig, fel uiting geven aan een of andere emotie'. Voorbeelden zijn:
    7uitbulderen, uitgalmen, uitjubelen, uitroepen, uitschreeuwen
    Een subgroep hiervan heeft de betekenis '(luidruchtig, fel) bespotten, beschimpen', zoals
    8uitjoelen, uitjouwen, uitfluiten, uitfoeteren, uitkafferen, uitschelden
Verder lezen
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juni 2022
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html;
    Interessante links