Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
20.2.3.1.ii.8 Het onderwerp bevat een hoeveelheidaanduidend substantief (aantal, massa, enz.) of het substantief soort
Verder lezen
a
In naamwoordelijke constituenten die twee substantieven bevatten is soms niet duidelijk uit te maken welk substantief de kern en welk substantief de bepaling is. Bij sommige constituenten die zowel een enkelvoudig als een meervoudig substantief bevatten heeft dit consequenties voor de congruentie tussen onderwerp en persoonsvorm (vergelijk de gevallen waarbij het onderwerp een substantief bevat dat een rekeneenheid noemt). Het gaat hier om constituenten met een meervoudig substantief dat voorafgegaan wordt door een enkelvoudig substantief, en wel:
  • een substantief op -tal dat een (benaderende) hoeveelheid aanduidt, bijv.
    drietal zestal twintigtal honderdtal
    ;
  • een substantief dat een onbepaalde hoeveelheid aanduidt, met name de substantieven aantal, handj(je) vol, hoop, massa, reeks;
  • het substantief soort.
Staat bij een substantief uit een van de eerste twee categoriën een bepaalde determinator, dan is alleen dat enkelvoudige substantief op te vatten als de kern van de naamwoordelijke constituent. De persoonsvorm staat in dat geval in het enkelvoud. Vergelijk:
1aHet aantal leerlingen is in enkele jaren tijd verdubbeld.
b Het aantal leerlingen zijn in enkele jaren tijd verdubbeld.uitgesloten
2aHet aantal deelnemers was verrassend groot.
b Het aantal deelnemers waren verrassend groot.uitgesloten
Is zowel het enkelvoudige als het meervoudige substantief op te vatten als kern van de constituent, dan kan de persoonsvorm in het enkelvoud en in het meervoud staan. Deze mogelijkheid doet zich vrijwel alleen voor als het enkelvoudige substantief voorafgegaan wordt door het onbepaalde lidwoord een . In 3 kan van de naamwoordelijke constituent een massa mensen het woord massa als kern beschouwd worden, met mensen als nabepaling ('een massa bestaande uit mensen'), maar ook mensen als kern en een massa als hoeveelheidsaanduidende voorbepaling ('veel mensen'). Naast elkaar is hier dan ook mogelijk:
3aEr was een massa mensen op de been.
bEr waren een massa mensen op de been.
Hoewel zinnen met een meervoudige persoonsvorm zoals 3b en de volgende (b) -varianten in de praktijk vaak voorkomen en er ook geen bezwaar tegen gemaakt hoeft te worden, zijn ze voor sommige taalgebruikers (eerder voor ouderen dan voor jongeren en eerder in Nederland dan in België) niet aanvaardbaar.
Andere voorbeelden zijn (vergelijk 4 met 1 en 2):
4aEen groot aantal spreeuwen was in de bomen neergestreken.
bEen groot aantal spreeuwen waren in de bomen neergestreken.
5aEen drietal mogelijkheden is hier te onderscheiden.
bEen drietal mogelijkheden zijn hier te onderscheiden.
6aEr was maar een hand(je)vol toeschouwers komen opdagen.
bEr waren maar een hand(je)vol toeschouwers komen opdagen.
Over het algemeen gaat het gebruik van een meervoudige persoonsvorm wat gemakkelijker in een zin met presentatief er (zoals 3b en 6b) dan in andere zinnen.
Combinaties met soort onderscheiden zich van de voorgaande doordat hier zowel een enkelvoudige als een meervoudige persoonsvorm mogelijk is, ook al wordt soort door een bepaalde determinator (bijv. een aanwijzend voornaamwoord) voorafgegaan: dit/dat soort betekent hier 'zulke, dergelijke'. Een voorbeeld is:
7aDit soort problemen wordt in taalrubrieken dikwijls behandeld.
bDit soort problemen worden in taalrubrieken dikwijls behandeld.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Er zijn ook gevallen waarin de betekenis van de zin juist een meervoudige persoonsvorm dwingend maakt, bijv.:
ia Een aantal kinderen kwam een voor een de kamer binnenlopen.uitgesloten
bEen aantal kinderen kwamen een voor een de kamer binnenlopen.
iiaIn de loop van de avond druppelde een aantal plaatselijke jongeren het café binnen.uitgesloten
bIn de loop van de avond druppelden een aantal plaatselijke jongeren het café binnen.
In i maakt de bepaling een voor een een interpretatie waarbij de kinderen als groep binnenkomt (aantal zou dan kern zijn) onmogelijk. In ii impliceert het werkwoord binnendruppelen dat de jongeren niet tegelijk binnenkomen. Vandaar dat in beide gevallen een persoonsvorm in het meervoud vereist is.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Als de naamwoordelijke constituent in kwestie ook nog een betrekkelijke bijzin als nabepaling bevat, kan zich een complicatie voordoen aangezien het inleidende betrekkelijk voornaamwoord zich zowel naar het enkelvoudige als naar het meervoudige substantief kan richten (zie daarover echter(5.8.3.2, sectie 2 [3])). Een voorbeeld:
iaEen aantal mensen, dat al lang gewacht had, kon niet meer toegelaten worden.
bEen aantal mensen, die al lang gewacht hadden, konden niet meer toegelaten worden.
In een geval als ia lijkt in de rompzin alleen een enkelvoudige persoonsvorm goed mogelijk, in een geval als ib juist alleen maar een meervoudige persoonsvorm.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Het woord heleboel is niet als substantief te beschouwen. In tegenstelling tot woorden als aantal, hand(je) vol, hoop, massa kan het alleen maar door een onbepaald lidwoord voorafgegaan worden; een heleboel is een equivalent van het onbepaalde hoofdtelwoord veel. De bijbehorende persoonsvorm staat altijd in het meervoud:
iaEr was nog een heleboel mensen op de been.uitgesloten
bEr waren nog een heleboel mensen op de been.
b
Niet alle substantieven die een onbepaalde hoeveelheid aanduiden, kunnen (gevolgd door een meervoudig substantief) met een meervoudige persoonsvorm gecombineerd worden. Dit is namelijk alleen mogelijk bij woorden waarvan de eigen betekenis afgezwakt is en die praktisch fungeren als een onbepaald hoofdtelwoord (vergelijk Opmerking 2). Dit laatste geldt niet voor woorden als groep, kudde, menigte, rij, verzameling, al is de grens tussen beide categorieën niet scherp te trekken. Woorden van de laatste categorie komen alleen met een enkelvoudige persoonsvorm voor; vergelijk:
8aEen kudde schapen liep te grazen op de berghelling.
b Een kudde schapen liepen te grazen op de berghelling.uitgesloten
In dit geval moet men ervan uitgaan dat het eerste substantief van de combinatie het kernwoord is en het volgende (een deel van) de nabepaling daarbij (zie [14.7.1]). Hetzelfde geldt voor gevallen als een pond erwten, een mand appelen, een doos spijkers, een buisje aspirientjes (maar zie [14.4.4.3/Opmerking]). Hoewel vaak naar de betekenis het tweede substantief als het centrale element beschouwd zal kunnen worden, is het eerste de syntactische kern, die het getal van de persoonsvorm bepaalt. Zo is alleen maar mogelijk:
9Er zijn twee flessen melk zuur geworden.
c
Ook een enkelvoudig hoeveelheidsaanduidend woord gevolgd door een van-bepaling met een meervoudig substantief kan soms gecombineerd worden met zowel een enkelvoudige als een meervoudige persoonsvorm. Voorbeelden:
10Slechts een vijftal van de aanwezigen was/waren het niet eens met het voorstel.
11Een aantal van deze zinnen komt/komen overeen met de in de vorige paragraaf behandelde.
Constituenten bestaande uit één van de en een meervoudig substantief daarentegen komen als onderwerp uitsluitend voor met een enkelvoudige persoonsvorm, bijv.:
12Slechts één van de aanwezigen was het niet eens met het voorstel.
Voor het getal van de persoonsvorm in betrekkelijke bijzinnen bij zulke constituenten (een van de eersten die...) zie men onder punt 1c.
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links
    een aantal mensen is/zijncongruentie