Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
3.2.1 Semantische indelingen
Verder lezen
1
De substantieven kunnen semantisch op verschillende manieren ingedeeld worden. De grenzen tussen de verschillende categorieën zijn niet altijd scherp te trekken.
Een eerste indeling is die in substantieven die abstracte of concrete begrippen aanduiden. Deze substantieven zelf noemen we kortheidshalve eveneens abstracte of concrete substantieven, respectievelijk abstracta of concreta. Tot de concreta rekenen we benamingen van mensen, dieren, dingen en stoffen, alsmede van denkbeeldige personen of zaken. Van de in de inleiding [3.1] gegeven voorbeelden behoren hiertoe dus: man, Jan, vogel, huis, beton, kabouter en hel. Tot de abstracte substantieven worden de benamingen gerekend van alles wat over het algemeen niet als zintuiglijk waarneembaar kan worden voorgesteld. Van de in de inleiding [3.1] genoemde voorbeelden behoren hiertoe dus: jaar, liefde, kracht en ontmoeting. Andere abstracte substantieven zijn bijv. val, duw, stand, vreugde, goedheid, haat, ligging, meter (als maataanduiding), lengte, prijs, duurte, temperatuur, koude.
De concrete substantieven worden onderverdeeld in voorwerpsnamen, stofnamen en verzamelnamen.
Voorwerpsnamen zijn weer te verdelen in persoonsnamen (namen van al dan niet denkbeeldige mensen, bijv. man, Jan, kabouter), diernamen (bijv. vogel) en zaaknamen (namen die geen mensen of dieren aanduiden, bijv. boom, huis, gat, pantoffel, Rijn, Amsterdam).
Stofnamen duiden iets aan wat naar vorm en hoeveelheid niet afgebakend is, bijv. water, bier, goud, beton, zeep, gas.
Verzamelnamen zijn benamingen van een aantal gelijksoortige wezens of dingen die tezamen een eenheid vormen, bijv. groep, volk, kroost, vee, gebergte, archipel, postzegelverzameling, Alpen, Antillen.
Het is niet gebruikelijk de abstracte substantieven verder onder te verdelen, hoewel ook hier soortgelijke onderscheidingen gemaakt zouden kunnen worden als bij de concrete (zie verderop in deze subparagraaf).
Een indeling die door de tot nu toe genoemde heen loopt, is die in soortnamen en eigennamen. Soortnamen onderscheiden de ene soort wezens of dingen van de andere. Eigennamen onderscheiden individuen van elkaar. Ze worden gewoonlijk met een hoofdletter geschreven; ze kunnen ook zonder bepaald lidwoord [4.6.1] iemand of iets 'identificeren' [14.3.1]. Niet alles wat met een soortnaam kan worden aangeduid, kan ook met een eigennaam worden benoemd. Eigennamen komen vooral voor bij mensen, dieren, aardrijkskundige eenheden, schepen, vliegtuigen, gebouwen, hemellichamen, tijdsruimten, organisaties en instellingen.
In de voorafgaande alinea's zijn de woorden met een hoofdletter voorbeelden van eigennamen; de woorden zonder hoofdletter zijn soortnamen. Ook bij abstracte substantieven komen eigennamen voor, bijv. namen van cultuurstromingen (Renaissance, romantiek), organisaties (Kredietbank, Vitesse) of tijdsruimten (Plioceen, april, donderdag).
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Volgens de geldende spellingsvoorschriften worden de namen van maanden en dagen met een kleine letter geschreven, evenals woorden als renaissance en romantiek; in het laatste geval wisselt het gebruik evenwel.
De verschillende hierboven gegeven indelingen kunnen weergegeven worden zoals in schema 3.1.
Schema 3.1. Indeling van de substantieven.
Soortnamen Eigennamen
concreta Voorwerpsnamen Persoonsnamen Diernamen man, meisje, soldaat hond, kat, papegaai Jan, Sylvia, Vermeulen Bello, Minou, Lorre
Zaaknamen huis, stad, rivier Veldzicht, Rotterdam, Rijn
Stofnamen water, bier, beton, goud, zeep, gas
Verzamelnamen kroost, vee, postzegelverzameling, gebergte, archipel Alpen, Pyreneeën, Antillen
abstracta val, goedheid, lengte, voetbalclub, stroming, maand Vitesse, romantiek, april
2
Veel woorden kunnen tot meer dan één van de hierboven onderscheiden categorieën behoren. Allereerst kunnen we hier te maken hebben met homoniemen: woorden met dezelfde klank, maar (tenminste voor de hedendaagse taalgebruiker) verschillende betekenis. Zo is het woord centimeter in zin 1 abstract (maataanduiding), maar in zin 2 concreet (zaaknaam):
1Je moet een marge van drie centimeter open laten.
2Mag ik jouw centimeter even gebruiken?
Evenzo is het woord huis in 3 een zaaknaam, maar in 4 een verzamelnaam:
3Wij wonen nog niet zo lang in dit huis.
4Hij kon alle graven van het Hollandse huis opnoemen.
In andere gevallen gaat het niet zozeer om een betekenis- als wel om een gebruiksverschil (de grens met homonymie is niet altijd duidelijk). Meestal zegt men dan dat een woord dat tot een bepaalde categorie behoort, gebruikt wordt als lid van een andere categorie (bijv. 'eigennaam gebruikt als soortnaam'). Bij eigennamen is het meestal wel duidelijk dat het gebruik als eigennaam primair, het andere gebruik secundair is; in andere gevallen is een beslissing daarover vaak nogal willekeurig.
De voornaamste typen van dit verschillende gebruik zijn de volgende.
  1. Eigennaam gebruikt als soortnaam
    1. Een persoonsnaam duidt niet één persoon aan, maar ieder die die naam draagt, bijv.:
      5Er zijn in onze familie wel vijf Japen.
      6Alle Vermeulens waren op de bruiloft.
    2. Een eigennaam van een bekend (historisch) persoon of van een familie wordt gebruikt om iemand te karakteriseren die een voor deze persoon of familie typerende eigenschap bezit, bijv.:
      7Sinds hij geërfd heeft, beschouwen ze hem als een Croesus.
      8Het wordt al een echte Vermeulen, zei vader trots.
    3. Een eigennaam van een kunstenaar (meestal een schilder of beeldhouwer) wordt gebruikt voor een door hem gemaakt werk, bijv.:
      9Dit museum heeft maar twee Van Goghs.
    4. Een eigennaam wordt gebruikt voor een daarmee geassocieerd product, meestal op grond van vervaardiging of herkomst, bijv.:
      een Citroën een Ford een Fokker een Lockheed een colbert Bokma Bols bordeaux cognac
      .
  2. Stofnaam gebruikt als voorwerpsnaam
    Het aangeduide voorwerp bestaat uit de door de stofnaam aangeduide stof. Vergelijk:
    10aDit tafelblad is van onbreekbaar glas. (stofnaam)
    bDrink je glas eens leeg! (voorwerpsnaam)
  3. Voorwerpsnaam gebruikt als stofnaam
    Iets wat naar vorm en hoeveelheid niet afgebakend is, wordt aangeduid met de naam van een voorwerp dat uit de bedoelde stof vervaardigd is, met de soortnaam van een dier of (bij uitbreiding) met de eigennaam van een persoon. Voorbeelden:
    11We eten vanavond brood.
    12Wil je beschuit door de yoghurt?
    13Zullen we kip of vis nemen?
    14Wie leest er nu nog Vondel?
    15Houdt u van Brahms?
3
Zoals hiervoor in 1 al opgemerkt is, is het niet gebruikelijk om de abstracte substantieven verder onder te verdelen - in schema 3.1 is dat dan ook niet gebeurd -, hoewel ook hier soortgelijke onderscheidingen gemaakt zouden kunnen worden als bij de concrete. Vergelijk de volgende zinnen:
16aIk moet volgende week letterkunde doen.
bIk ben maar een eenvoudig taalkundige: van letterkunde heb ik geen kaas gegeten.
cDit vind ik het mooiste gedicht uit de Nederlandse letterkunde.
Het woord letterkunde betekent in zin 16a: 'tentamen in de letterkunde'; het is vergelijkbaar met de voorwerpsnamen van de concreta. In zin 16b is bedoeld 'de discipline of cultuuruiting die letterkunde heet'; er wordt geen afgebakende hoeveelheid bedoeld, zodat van een 'stofnaam' gesproken zou kunnen worden (vergelijk de zinnen 14 en 15 hierboven). In zin 16c ten slotte betekent (de Nederlandse) letterkunde: 'alle literaire werken'; het substantief is op te vatten als een verzamelnaam.
Opmerking
Verdieping
Opmerking
In schema 3.1 zijn geen voorbeelden gegeven van eigennamen die tot de stofnamen behoren. Op het eerste gezicht lijken hiervoor merknamen als Spa, Stella, Bokma, Omo en Vim in aanmerking te komen: ze worden met een hoofdletter geschreven en hebben als functie onder andere de ene stof van de andere te onderscheiden. Bij stoffen is echter niet in strikte zin sprake van individualisering, wat tot het wezen van eigennamen behoort. Ook ter aanduiding van voorwerpen horen merknamen als Ford, Lockheed, Volvo en Volkswagen (vergelijk categorie 1.4 onder punt 2 hierboven) trouwens tot de soortnamen: een Lockheed behoort tot de ondersoort 'Lockheeds' van de soort 'vliegtuigen'; elk vliegtuig krijgt dan bovendien nog een (individuele) eigennaam, bijv. Marco Polo . In overeenstemming hiermee kunnen ook merknamen van stoffen het best als soortnaam beschouwd worden. (Deze opmerking is uiteraard alleen in taalkundige, niet in merkenrechtelijke zin bedoeld.)
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links