25.1.1.5 Rangschikkende aaneenschakeling
Verder lezen
In een rangschikkende aaneenschakeling wordt een (vaak temporele)
opeenvolging van de leden uitgedrukt. Bijwoorden en equivalenten daarvan
die het rangschikkend verband helpen uitdrukken zijn bijv.:
eerst
allereerst
vooreerst
ten
eerste (ten tweede, ten derde enz.)
dan
daarna
verder
nog
voorts
vervolgens
eindelijk
ten laatste en
ten slotte
Ze kunnen ook ontbreken. Voorbeelden:
1Hij kwam, hij zag en hij
overwon.
2Ze
stak het in haar mond en slikte het (vervolgens)
door.
3Breng
het water aan de kook, voeg al roerend het sauspoeder toe, laat de saus
vervolgens drie minuten zachtjes doorkoken, en roer er ten slotte een
klontje boter door.
De bovenstaande zinnen zijn zogenaamde
consecutieve conjuncties: de
leden drukken situaties uit die in de tijd op elkaar volgen. De temporele
geleding kan, behalve door bijwoorden, ook verduidelijkt worden aan de hand
van een omschrijving met bijzinnen van tijd, bijv.:
4Ze zette haar bril op en begon te
lezen. (= 'Nadat ze haar bril opgezet had, begon ze te lezen.' = 'Ze zette
haar bril op, voordat ze begon te lezen.')
De volgorde van de leden kan echter ook bepaald worden door andere factoren
dan temporele opeenvolging. Voorbeelden:
5In dit boek worden behandeld:
het woord, de constituent, de zin en verschijnselen die zich op
alle drie deze niveaus voordoen.
6De redacteuren zijn - in
alfabetische volgorde - G. Geerts, W. Haeseryn, K. Romijn, J. de
Rooij en M.C. van den Toorn.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |