20.10.21 De bepaling van bevestiging
Verder lezen
1
De bepaling van bevestiging bevestigt meer of minder nadrukkelijk de
inhoud van de zin. Meestal is in de context expliciet of impliciet een
tegenstelling aanwezig. De bepaling van bevestiging kan als een pendant van
de bepaling van ontkenning beschouwd worden. Gewoonlijk spreekt men kortweg
van bevestiging of affirmatie.
2
De bepaling van bevestiging wordt uitgedrukt door het beklemtoonde bijwoord
wel, eventueel versterkt door beslist,
inderdaad, juist en dergelijke. Voorbeelden:
1(Gisteren was ik thuis, maar)
vandaag ben ik wel naar mijn werk
geweest.
2Jazeker meneer, mijn dochter is
vanmorgen wel naar school
gegaan.
3Jullie
denken natuurlijk dat opa niet van popmuziek houdt, maar daar houdt hij
juist wel van.
De bepaling van bevestiging heft in veel gevallen ontkenningen (duidelijk
uit context of situatie) op. Zo is 1
te begrijpen als:
4(Gisteren was ik thuis, maar)
vandaag ben ik niet niet naar mijn werk
geweest.
dat wil zeggen 'het is (vandaag) niet zo, dat ik niet naar mijn werk
geweest ben'.
Vergelijk nog de uitspraken van a en b in het
volgende voorbeeld:
5A: Dat Piet gek is? Dat heb ik niet
gezegd. B: Dat heb je niet niet
gezegd.
dat wil zeggen 'dat heb je wel gezegd'. In zulke gevallen is
wel te begrijpen als niet x niet.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |