Het voorvoegsel, of prefix, onder- komt voor in een aantal werkwoorden, en heeft als betekenis: ‘de handeling die het basiswerkwoord noemt strekt zich helemaal uit onder de zaak genoemd door het lijdend voorwerp’. Deze betekenis impliceert dat zulke werkwoorden overgankelijk worden gebruikt. Voorbeelden van zulke werkwoorden zijn:

Een andere betekenis vinden we in werkwoorden als onderbreken, onderdrukken en ondervragen, waarbij het object wordt onderworpen aan de handeling uitgedrukt door het basiswerkwoord. In een werkwoord als onderschatten heeft onder- de betekenis ‘te laag, te weinig’.

Bij sommige werkwoorden met onder- is het basiswoord een substantief, zoals in onderkelderen, ondermuren, ondermijnen en ondertitelen.

Onder wordt ook gebruikt als morfeem in samenkoppelingen als onderbinden en (iemand) onderduwen.