12.2 Woordvorming en woordenschat
De twee belangrijkste bronnen van uitbreiding van de woordenschat zijn woordvorming en ontlening van woorden aan
andere talen. Ontlening kan op haar beurt ook leiden tot
nieuwe
woordvormingsprocessen.
De betekenis van gelede woorden is vaak niet volledig te bepalen op basis van de betekenis van de
delen ervan. De betekenis van het woord
begrijpen
valt bijvoorbeeld niet helemaal af te leiden uit de
betekenis van
grijpen
en die van het prefix be-.
Gelede woorden kunnen dus verschillen in doorzichtigheid.
Niet alle woordvormingsprocessen kunnen gebruikt worden om de woordenschat uit te breiden.
Sommige zijn niet meer productief, en woordvormingsprocessen
verschillen in hun mate van productiviteit.
Ook polysemie is een bron van verrijking van de woordenschat. Een bestaand
woord kan gebruikt worden met een nieuwe betekenis, zoals
bril
voor het deksel van een wc, of
dimmen
in de betekenis ‘temperen, rustig aan doen’.
Polysemie als bron van verrijking van de woordenschat
Verdieping
Polysemie als bron van verrijking van de woordenschat
Ook gelede woorden kunnen polyseem zijn. Zo betekent het woord
bureaublad
tegenwoordig ook ‘begincomputerscherm’. Het woord
leiding,
afgeleid van de stam van het werkwoord
leiden,
is niet alleen een naam voor een gebeurtenis
(de leiding
nemen), maar kan ook
verwijzen naar een instantie
(de leiding van een
organisatie), en naar een
concrete zaak (als in
waterleiding).
Bij sommige woordvormingspatronen is er sprake van
systematische polysemie. Zo kan een substantief op
-er afgeleid van een
werkwoord een handelend persoon aanduiden, zoals
in
werker,
maar ook een instrument, zoals in
wijzer
en
puffer
‘inhalator’. Het substantiverende achtervoegsel
-er is daarom
polyseem: het wordt gebruikt voor persoonsnamen en voor zaaknamen.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |