27.5.3.3.ii.5 Weglating van het inleidende element en een stuk van een
zinsdeel
Verder lezen
De stukken van zinsdelen die op het niveau van de bijzin in ieder geval
weggelaten kunnen worden, zijn:
-
de persoonsvorm, zonder het naamwoordelijk deel van het gezegde:1De sjoel van Breda, die veel kleiner was en (-) lang niet zo mooi (-), is nu gesloten.
-
een deel van een constituent met een telwoord en/of maataanduider; een voorbeeld (voor de behandeling wordt verwezen naar(27.5.2.2.ii.6, [1])):2Hij zei dat Jan één kilo andijvie had gekocht en (-) Piet vijf kilo (-) had gestolen.
-
bijzinnen op het (zinsdeel met) inleidend vraagwoord na; een voorbeeld (voor de behandeling wordt verwezen naar(27.5.2.2.ii.6, [2])):3Ik hoorde dat Jan vroeg welke bloemen ze gezien hadden en (-) Piet (-) welke vogels (-) (-).
-
stukken van beknopte bijzinnen zonder inleidend (zinsverbindend) element; een voorbeeld (voor de behandeling wordt verwezen naar(27.5.2.2.ii.6, [3])):4Ik hoorde dat Jan beloofd had wijn te drinken en (-) Piet (-) bier (-).
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |