20.2.3.1.ii.7 Het onderwerp bevat een substantief dat een rekeneenheid noemt
Verder lezen
Naar de betekenis meervoudige onderwerpen die een substantief in enkelvoudsvorm bevatten dat
een rekeneenheid aanduidt, zoals meter, liter,
dozijn, miljoen, procent,
kilo, gulden, worden gecombineerd met een
persoonsvorm in het enkelvoud. (Het betreft hier substantieven die behoren tot de categorie van
woorden die na een bepaald hoofdtelwoord (behalve na beide), na de
onbepaalde hoofdtelwoorden hoeveel en zoveel en na
een paar gewoonlijk enkelvoudig blijven (zie [7.1.4].) De persoonsvorm staat in het enkelvoud zowel wanneer het desbetreffende
substantief niet door een ander substantief gevolgd wordt (zie 1 t/m 5) als wanneer het zelf weer door een
enkelvoudig substantief gevolgd wordt (zie 6 t/m 8). Voorbeelden:
1Slechts twee meter
scheidde ons.
2Er kan
maar tien liter in dat vat.
3Hoeveel dozijn
is er verloren gegaan?
4Drie procent
gaf een foutief antwoord.
5Duizend gulden
is niet nodig, maar achthonderd [i.e.
gulden] zou erg welkom zijn.
6Er moet
nog drie liter melk gehaald
worden.
7Twee kilo kaas
kost tegenwoordig een klein fortuin.
8Bij de overval werd
drie miljoen frank/drie miljoen
buitgemaakt.
Het woord man (in de sekseneutrale betekenis 'personen'), dat
zich bij de genoemde categorie aansluit, vormt een uitzondering: de
persoonsvorm kan hier zowel in het enkelvoud als in het meervoud voorkomen,
bijv.:
9Er zijn/is
vanmorgen tachtig man in staking
gegaan.
10Vijf man
werd/werden door de commandant
vooruitgestuurd.
Als een van de bedoelde enkelvoudige woorden gevolgd wordt door een meervoudig substantief,
kan de persoonsvorm zowel in het enkelvoud als in het meervoud staan, naargelang men het eerste
of het tweede substantief als kern van de naamwoordelijke constituent opvat (vergelijk met de gevallen met een hoeveelheidaanduidend substantief als onderwerp). Soms heeft een meervoudige
persoonsvorm de voorkeur. Voorbeelden (vergelijk respectievelijk met 3, 7 en
8):
11Er
zijn/is ook een paar dozijn
nylonkousen gestolen.
12Twee kilo
aardappelen kost/kosten minder dan een pakje
sigaretten.
13Ongeveer twintig
miljoen mensen spreken/spreekt Nederlands.
14Een half miljoen
ambtenaren staat/staan klaar om acties te
ondernemen.
Het gebruik van een bepaalde determinator (bijv. een bepaald lidwoord of een aanwijzend
voornaamwoord) geeft gewoonlijk uitsluitsel over de kern van de naamwoordelijke constituent en
dus over het getal van de persoonsvorm in de zin. Vergelijk respectievelijk met de zinnen 11 en 14 de volgende
zinnen, waarin er telkens slechts één mogelijkheid is voor de persoonvorm:
15Dat dozijn
nylonkousen is gisteren gestolen.
Wordt een van de hier bedoelde substantieven gevolgd door een
voorzetselconstituent met van als nabepaling, dan kan de
persoonsvorm in het enkelvoud of in het meervoud staan, bijv.:
17Tien procent van de
ondervraagden antwoordde/antwoordden
negatief.
18Vijf kilo van deze
aardappelen kost/kosten honderd frank.
Vergelijk met de gevallen met een enkelvoudig hoeveelheidsaanduidend woord gevolgd door een
van-bepaling met een meervoudig substantief.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |