1.5.2.1 Assimilatie van stem
Obstruenten in clusters zijn vaak allebei stemhebbend, of allebei stemloos.
Regressieve assimilatie treedt echter lang niet altijd op: obstruenten kunnen
ook stemloos worden uitgesproken voor een volgende stemhebbende obstruent.
Zie Ernestus et al. (2006), Gussenhoven (2007: 346), Schuppler et al.
(2011: 102), Smakman (2018: 121).
Een obstruent kan ook stemhebbend worden voor een sonorante consonant,
zoals in boswachter
bɔzwɑxtər,
of tussen twee klinkers (Intervocalische Stemassimilatie),
zoals in huisarts met de uitspraak
hœyzɑrts.
Zie Gussenhoven & Bremmer (1983), Ernestus (2000: 148).
De regel van Progressieve Stemassimilatie luidt als volgt:
Progressieve Stemassimilatie (PSA)
Een fricatief wordt stemloos na een voorafgaande
stemloze obstruent
De volgende voorbeelden, alle samenstellingen, illustreren dit proces.
Bron: Booij (1995: 58).
De door samenstelling ontstane reeksen van identieke consonanten worden
vereenvoudigd tot een enkele door de regel van Degeminatie:Tabel 1. Progressieve Stemassimiliatie (PSA)
samenstelling | obstruentcluster | vorm na assimilatie |
opvallend | pv | pf |
stoepzout | pz | ps |
opgraving | pɣ | px |
zoutvat | tv | tf |
zoutzuur | tz | ts |
straatgoot | tɣ | tx |
dakvenster | kv | kf |
dakgoot | kɣ | kx |
afval | fv | f |
afzuigen | fz | fs |
afgang | fɣ | fx |
asvat | sv | sf |
waszak | sz | s |
wasgoed | sɣ | sx |
pechvogel | xv | xf |
lachzak | xz | xs |
lachgas | xɣ | x |
PSA treedt niet alleen op bij samenstellingen, maar ook bij ongelede en afgeleide
woorden. In een woord als advies
wordt de letter d geïnterpreteerd
als t
krachtens Finale Verscherping, en vervolgens wordt de
v door
deze t
stemloos gemaakt:
ɑtfis.
Ook in acronymen werkt PSA, zoals in
ABVA
(Algemene Bond van
Ambtenaren)
ɑpfa
en AKZO
(Algemene
Kunstzijde(Unie)
&
(Koninklijke)
Zout Organon)
ɑkso.
We zien ook PSA in woorden met het suffix
-zaam (een woord als
voedzaam wordt uitgesproken
als vutsam),
en in krachttermen als godsamme
ɣɔtsɑmə (van
‘God zal me
bewaren'),
en godver
ɣɔtfər.
Hoewel PSA is geformuleerd als een regel voor fricatieven, blijken ook
plofklanken wel stemloos te kunnen worden na een stemloze obstruent. Zo
vonden Schuppler et al. (2011: 103) de uitspraak
pɔstpɑŋk
voor het woord postbank. Zie
ook Ernestus et al. 2006.
De regel van Regressieve Stemassimilatie luidt als volgt:
Regressieve Stemassimilatie (RSA)
Stemloze obstruenten worden stemhebbend voor een
volgende stemhebbende plofklank
De volgende voorbeelden, allemaal samenstellingen,
Bron: Booij 1995: 59)
illustreren dit proces; twee door assimilatie identieke consonanten
worden door Degeminatie vereenvoudigd tot een enkele consonant
b of
d:Tabel 2. RSA
woord | onderliggend cluster | fonetische vorm |
klapband | pb | b |
opdruk | pd | bd |
zitbank | tb | db |
potdicht | td | d |
kookboek | kb | ɡb |
zakdoek | kd | ɡd |
afbraak | fb | vb |
stofdoek | fd | vd |
kasboek | sb | zb |
misdaad | sd | zd |
lachbui | xb | ɣb |
pechdag | xd | ɣd |
Het eventuele effect van Finale Verscherping in een woord wordt teniet gedaan
door de toepassing van RSA. In het woord vriesbak bijvoorbeeld is de
s van vries- onderliggend een z, vanwege vriezen, en
Finale Verscherping van die z wordt teniet gedaan door assimilatie aan de erop
volgende b, met als resultaat de gebruikelijke fonetische vorm vrizbɑk.
RSA kan ook werken in afgeleide woorden waarvan het suffix begint met een
b of
een d, zoals
in wend-baar
wɛndbar,
zes-de
zɛzdə, en
was-dom
wɑzdɔm . De
woorden verwijtbaar en
verwijdbaar hebben door RSA
dezelfde fonetische vorm
vərwɛidbar.
De slotconsonant van sommige prefixen kan stemhebbend worden door RSA, zoals die
van de prefixen ab-, ont-, en trans- in woorden als
a[bd]icatie,
on[db]randen en
tran[zd]uctie.
RSA is duidelijk een optioneel proces, zoals blijkt uit verschillende studies van
corpora van gesproken taal. Assimilatie treedt meer op in woorden met een
relatief hoge frequentie dan in woorden met een lage gebruiksfrequentie. Bij
woorden met een hoge gebruiksfrequentie kan de spreker eerder streven naar
articulatiegemak en de beide obstruenten van een cluster of allebei stemhebbend,
of allebei stemloos uitspreken.
Zie Ernestus et al. (2006), Schuppler et al. (2001: 103).
Variatie in Regressieve Stemassimilatie
Verdieping
Variatie in Regressieve Stemassimilatie
De volgende factoren bepalen mede de stemhebbendheid van woordfinale
obstruenten voor stemhebbende plofklanken in het Nederlands-Nederlands:
Bron Ernestus (2000: 149).
- het type voorafgaand segment: als het voorafgaande segment stemloos is, wordt de obstruent minder vaak stemhebbend dan na een stemhebbend segment;
- woordklemtoon: woordfinale obstruenten worden eerder stemhebbend als de volgende plofklank in een beklemtoonde syllabe staat. In het woord stáátsbehèèr bijvoorbeeld wordt de s minder gauw stemhebbend dan in stáátsblàd;
- spreeksnelheid: bij een hoge spreeksnelheid is er meer kans op volledige stemhebbendheid van een cluster van een obstruent gevolgd door een stemhebbende obstruent;
- sekse van de spreker: mannen passen RSA vaker toe dan vrouwen;
- stemming van de spreker: bij emotioneel taalgebruik is er minder RSA.
- Hoe werkt RSA in samenstellingen als fietsbel en rijksdaalder en in woordgroepen als Jaaps tunnel en Kaaps meisje? Hier wordt de wrijfklank s voorafgegaan door een stemloze obstruent, en deze zou er juist voor kunnen zorgen dat de s stemloos blijft. Dit is onderzocht door Jansen (2004, 2007). Hij komt tot de conclusie dat in dit soort woorden en woordgroepen wel degelijk RSA kan optreden, waardoor we fonetische vormen krijgen zoals fidzbɛl. Maar ook voor sonorante consonanten zoals de m kan een obstruent wel stemhebbend worden (bijv. in grasmaaier). Dit laat zien dat het stemhebbend worden van obstruenten breder optreedt dan wat RSA verantwoordt.
Fonologie of fonetiek?
Verdieping
Fonologie of fonetiek?
Regressieve stemassimilatie is hierboven omschreven als een categorische
regel, die van stemloze klanken stemhebbende maakt. De grammatica van
een taal omvat echter ook graduele fonetische processen die de
realisatie van klanksegmenten bepalen of beïnvloeden. De regel van RSA
kan worden opgevat als een fonetisch proces, omdat fonetisch onderzoek
laat zien dat de beïnvloede obstruenten niet altijd of niet helemaal
stemhebbend worden.Zie Ernestus (2000: hoofdstuk 7), Ernestus et
al. (2006), Jansen (2004, 2007) In deze interpretatie is RSA
een kwestie van anticiperende coarticulatie: een
obstruent in een coda heeft geen specificatie voor
stem,
krachtens Finale Verscherping, en de mate van stemhebbendheid wordt
bepaald door de omgeving waarin die obstruent staat. Stemhebbendheid is
fonetisch gezien een graduele eigenschap. Het verschil tussen
bijvoorbeeld een
b
en een
p
voor een volgende stemhebbende klank is dat bij de
b
de opheffing van de afsluiting in het mondkanaal eerder plaats vindt dan
bij een
p.
Opheffing is een gradueel proces, en dus fonetisch gezien
stemhebbendheid ook.
Literatuur
Gussenhoven & Bremmer (1983), Booij (1995), Ernestus (2000), Grijzenhout
& Krämer (2000), Ernestus et al. (2006), Jansen (2004, 2007), Kerkhoff
(2007), Zonneveld (1983, 2007), Schuppler et al. (2011).
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | oktober 2020 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html; |