12.3.2.1.7 Het voorvoegsel om-
Werkwoorden met het voorvoegsel, of prefix, om- hebben de volgende
betekenis gemeen: 'de werking die door het basiswerkwoord wordt aangeduid, wordt
zodanig op een zaak gericht, dat ze die zaak helemaal omsluit'.
Verder lezen
Voorbeelden van prefixwerkwoorden met om- zijn:
1ombrúísen, omfládderen omklémmen, omschíjnen, omspóélen, omvátten
Het procedé is enigszins productief. Dergelijke werkwoorden behoren vaak tot de formele taal of zijn archaïsch. We illustreren het gebruik van zulke werkwoorden met de volgende zinnen:
2Met beide armen omklemde het
kind zijn moeder.
Een vlak van wit zand omspoelt
een archipel van rotsen.
Het tweede alternatief omvat
uitbreiding op natuurgebied.
Naast prefixwerkwoorden met om- zijn er ook samenkoppelingen met om.
Er is vaak een betekenisverschil en daarnaast is er een grotere variatie in
betekenis bij de samenkoppelingen. Bij prefixwerkwoorden wordt de zaak waarop de
handeling zich richt geheel omsloten, terwijl de samenkoppeling aangeeft dat
iets in een kring wordt geplaatst. Vergelijk het gebruik van prefixwerkwoorden
en samenkoppelingen in de volgende woordgroepen:
Bron De Vries (1975: 141).
Tabel 1. Prefixwerkwoorden en samenkoppelingen met
om
prefixwerkwoord | samenkoppeling |
het lichaam omhángen | een schort ómhangen |
het middel omsnóeren | een riem ómsnoeren |
het hoofd omwíkkelen | een doek ómwikkelen |
het hoofd omwínden | een doek ómwinden |
Bij een werkwoord als omcirkelen kan sprake zijn van afleiding van het substantief cirkel, of van het conversiewerkwoord cirkelen.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |