11.1 Vormkenmerken van tussenwerpsels
Over de vorm van tussenwerpsels valt op te merken dat ze vrijwel
geen veranderingen kunnen ondergaan. Alleen reduplicatie (verdubbeling), een type woordvorming dat verder in het
Nederlands zeer zeldzaam is, wordt regelmatig aangetroffen bij
tussenwerpsels:
Veel tussenwerpsels zijn eenlettergrepig (hè, hé, ha, au, psst, bah). Sommige daarvan
hebben een klankvorm die in geen enkele andere woordsoort mogelijk is, zoals:
- woorden zonder een klinker, zoals pst, pf, st (zie ook 1.2.1.1 Het rijm);
- woorden die eindigen op een korte klinker, zoals bah, hè en goh (zie ook 1.2.1.1 Het rijm);
- woorden met klanken die in ons alfabet niet voorgesteld kunnen worden, zoals t of t-t, uitgesproken als een zogenaamde ‘click’ (een soort ingeademde t), en brr, waarbij door rr een trilling van de lippen wordt aangegeven.
Daarnaast zijn er twee- of meerlettergrepige tussenwerpsels, die
soms als één woord en soms als meer woorden worden geschreven. Daartoe
behoren:
- samenstellingen en combinaties waarvan de componenten niet identiek zijn en afzonderlijk kunnen voorkomen; die componenten zelf zijn niet noodzakelijk tussenwerpsels: welja, jawel, nee maar, toe maar ;
- ingeburgerde verdubbelingen zoals jaja, nee nee, hè hè, nou nou vooral in NN Deze vorm komt geregeld voor in (informele) standaardtalige contexten, vooral in Nederland. , poeh poeh vooral in NN Deze vorm komt af en toe voor in (informele) standaardtalige contexten, vooral in Nederland. , wel wel vooral in BN Deze vorm komt af en toe voor in (informele) standaardtalige contexten, vooral in België. ;
- ingeburgerde groepen en zinnen, bijvoorbeeld heremijntijd, hemeltjelief, verdorie, godverdomme, welterusten, goeiemorgen, God bewaar me, lieve hemel, amai in BN, ST? Deze vorm komt geregeld voor in (informele) standaardtalige contexten in België, maar het is onduidelijk in hoeverre die deel uitmaakt van de (informele) standaardtaal. Van Dale (Den Boon, Hendrickx & Van der Sijs 2022) classificeert amai als spreektalig, wat in Van Dale overeenkomt met niet-standaardtalig. (< ai mij);
- ontleende tussenwerpsels zoals amen, allez in BN, ST? Deze vorm komt geregeld voor in (informele) standaardtalige contexten in België, maar het is onduidelijk in hoeverre die deel uitmaakt van de (informele) standaardtaal. , enfin, halleluja en sorry, die in spelling en uitspraak ook aangepast kunnen worden aan het Nederlandse taalsysteem (afijn in NN, ST? Deze vorm komt af en toe voor in (informele) standaardtalige contexten in Nederland, maar het is onduidelijk in hoeverre die deel uitmaakt van de (informele) standaardtaal. Van Dale (Den Boon, Hendrickx & Van der Sijs 2022) classificeert afijn als informeel en spreektalig, waarbij spreektalig voor Van Dale overeenkomt met niet-standaardtalig. , allee in BN, ST? Deze vorm komt geregeld voor in (informele) standaardtalige contexten in België, maar het is onduidelijk in hoeverre die deel uitmaakt van de (informele) standaardtaal. Van Dale (Den Boon, Hendrickx & Van der Sijs 2022) classificeert allee als spreektalig, wat in Van Dale overeenkomt met niet-standaardtalig. ).
Ook meerlettergrepige tussenwerpsels kunnen volledig of deels
verdubbeld worden, zoals (t)jongejonge
vooral in NN
Deze vorm komt geregeld voor in (informele)
standaardtalige contexten, vooral in Nederland.
, godverdegodver, en zie ook:
Verder lezen
Combinaties van tussenwerpsels
Zoals de voorbeelden hierboven laten zien, kunnen verschillende
tussenwerpsels heel gemakkelijk gecombineerd worden. Dat kan ook als ze
ogenschijnlijk tegenstrijdige betekenissen hebben:
Bij combinaties van verschillende tussenwerpsels lijken er
volgordevoorkeuren te bestaan (o
ja klinkt bijvoorbeeld veel natuurlijker
dan ja o),
maar daar is weinig over bekend.
Tussenwerpsels met de achtervoegsels -tjes of
-kes
In informeel taalgebruik vinden we soms tussenwerpsels met het
verkleinwoordsuffix
-tjes, -kes of een
variant.
Met deze suffixen kunnen ook bijwoorden gevormd worden met een bijvoeglijk naamwoord als
basiswoord, zoals magertjes en stillekes.
Zo wordt in Nederland soms de vorm hallootjes
in NN, ST?
Deze vorm komt af en toe voor in (informele)
standaardtalige contexten in Nederland, maar het is onduidelijk in
hoeverre die deel uitmaakt van de (informele)
standaardtaal.
gebruikt. In België lijkt dit type woordvorming
iets vaker voor te komen, vergelijk:
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Ton van der Wouden | mei 2024 |