12.3.2.1.2 Het voorvoegsel ont-
Het onbeklemtoonde voorvoegsel, of prefix, ont- kan met werkwoorden
gecombineerd worden, maar ook met substantieven en adjectieven, zoals in
respectievelijk ontladen,
onthoofden en
ontgroenen.
Verder lezen
Ont- + werkwoord
Bij ont-werkwoorden met een werkwoord als basiswoord kunnen qua betekenis drie niet-productieve groepen onderscheiden worden.
Soms drukt het werkwoord met ont- het tegenovergestelde uit van de werking die het basiswerkwoord noemt:
1ontladen, ontrollen, ontsieren, ontsluiten, ontspannen, ontstoren
Zo is ontsieren het tegengestelde van
sieren, en
ontsluiten het tegengestelde
van sluiten. Die tegenhanger is niet
altijd minder geleed. In ontstoppen
heeft het prefix ont- het prefix ver- van het eveneens gelede werkwoord
verstoppen vervangen, en
dat geldt ook voor onthullen,
afgeleid van verhullen.
Een aantal werkwoorden geven verwijdering aan, zoals:
2ontglippen, ontgroeien, ontlopen, ontvallen, onttrekken, ontvluchten, ontwortelen
Een derde groep omvat werkwoorden met een inchoatieve betekenis: 'beginnen met of overgaan tot de door het basiswoord genoemde werking'. Zo betekent ontbranden 'beginnen te branden', zoals in zin (3):
3Fosfor ontbrandt als het bij kamertemperatuur aan de lucht wordt blootgesteld.
Andere voorbeelden zijn: ontdooien (dit werkwoord kan ook een causatieve betekenis hebben), ontkiemen, ontvlammen en ontwaken.
Lang niet alle ont-werkwoorden behoren tot één van deze
betekeniscategorieën. Dat geldt bijvoorbeeld voor de
werkwoorden
ontbijten
Dit werkwoord heeft oorspronkelijk de betekenis
‘ergens iets van eten’.
,
ontbreken,
onthouden
(= 'niet vergeten'),
ontluiken
en
ontwerpen.
Ont- + substantief
Met het voorvoegsel ont- kunnen werkwoorden worden afgeleid van substantieven. De betekenis is: 'ontdoen van de zaak die door het substantief genoemd wordt'. Zo betekent ontpitten 'ontdoen van de pit'. Het procedé is productief. Voorbeelden zijn verder:
4ontbladeren, ontbolsteren, onthoofden, ontkrachten, ontkurken, ontluizen, ontvolken
Een aantal werkwoorden met ont- heeft als positieve tegenhanger een werkwoord met be-:
5ontbossen/bebossen, ontvolken/bevolken, ontzielen/bezielen
Dit soort werkwoorden kunnen worden opgevat als gevallen van affixsubstitutie waarbij be- vervangen is door ont-.
Ont- + adjectief
Er zijn ont-werkwoorden met een adjectief als basiswoord zoals:
6ontgroenen, ontharden, ontronden, ontzilten
De betekenis van zulke werkwoorden is: 'de eigenschap die door het adjectief aangeduid wordt,
ongedaan maken'. In sommige gevallen kan het werkwoord ook opgevat worden als
afleiding van een ander werkwoord (bijvoorbeeld
ontronden naast
ronden (gezegd van klanken),
of van een substantief (bijvoorbeeld
ontvetten van
vet, of
ontzouten van
zout). In
ontbloten en
ontnuchteren is de betekenis
echter 'bloot maken', respectievelijk 'nuchter maken/worden'.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |