5.9.3.2.ix Het gebruik van die en/of die, dat en/of dat, dit en/of dit, dit en/of dat
Verder lezen
Met die en/of die, dat en/of dat,
dit en/of dit en dit en/of dat
(nevenschikkingen van aanwijzende voornaamwoorden met en of
of zijn combinaties met eenheidsaccent bedoeld, dus geen
groepen waarin de beide voornaamwoorden een duidelijke klemtoon krijgen en
die geparafraseerd kunnen worden met 'zowel die als die' respectievelijk
'hetzij die hetzij die' (enz.). Ze kunnen zelfstandig en niet-zelfstandig
gebruikt worden. Zelfstandig verwijzen de combinaties met die
naar personen, die met dat en dit naar zaken.
Niet-zelfstandig worden de groepen met die met de
-woorden, de andere met het-woorden gecombineerd.
Met deze groepen verwijst de spreker naar zelfstandigheden die voor hemzelf
onbepaald, maar voor anderen bepaald zijn. Voorbeelden:
1Een meester-speurder kan
natuurlijk na een half uur zeggen: die en/of die
heeft dat andere miljoen gestolen.
2Een echte wijnkenner weet meteen
dat een bepaalde wijn uit die en/of die streek
komt.
3Je
moet een kasboekje bijhouden en dan precies opschrijven: dit en
dit heb ik uitgegeven aan dat en
dat.
4Hij zal je wel kunnen zeggen,
dat je dit of dit/dat of dat boek moet lezen over dat
onderwerp.
5Als je zegt: ik heb
dit en/of dat nodig, dan wil ik dat best voor je
meebrengen.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |