Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
16.3.3 Bijzinnen
Verder lezen
De graadaanduidende of versterkende bijwoorden zo, voldoende en te kunnen als nabepaling een zogenaamde bijzin van graadaanduidend gevolg bij zich krijgen. Deze bijzin kan ingeleid worden door de voegwoorden dat of om (bij beknopte bijzinnen) of de voegwoordelijke uitdrukking dan dat (vergelijk [10.3.6]). De aldus opgebouwde bijwoordelijke constituent is altijd discontinu en wordt als een omsluitende bepaling gebruikt, bijvoorbeeld bij een (ander) bijwoord:
1(Het bevindt zich) te [veraf] dan dat we het zouden kunnen zien.
2(Ze zegt het) zo [vaak] dat ik het niet meer hoor.
3(Hij liegt) te [dikwijls] om veel belang aan z'n woorden te hechten.
De bijwoordelijke constituent bestaande uit te/zo + bijzin is hier dus deel van een grotere bijwoordelijke constituent. Te/zo + bijzin kan echter ook omsluitende bepaling zijn bij een niet-attributief gebruikt adjectief of bij de onbepaalde telwoorden veel en weinig. De bijwoordelijke constituent is dan respectievelijk deel van een adjectivische constituent en van de determinator binnen een naamwoordelijke constituent, bijv.:
4(De kast was) te [hoog] dan dat we er zonder stoel bij konden.
5(Ze is) zo [dom] dat ze niet eens tot tien kan tellen.
6(Hij vond het varken) te [vet] om te slachten.
7(Ze is nooit) te [beroerd] om te helpen.
8(Hij heeft) te [weinig] (goede cijfers) om de eerste keer al te kunnen slagen.
Ook bij het bijwoord genoeg kan een bijzin van graadaanduidend gevolg voorkomen. Doordat genoeg achter het adjectief geplaatst moet worden, kunnen we hier echter niet van een omsluitende bepaling spreken bijv.:
9(Hij was) [snel] genoeg om tijdig weg te komen.
De bijzin van graadaanduidend gevolg staat in de regel los van de (grotere) constituent waar hij deel van uitmaakt:
10(Grootvader was) te [oud] (geworden) om nog lange wandelingen te maken.
In de andere voorbeelden hierboven volgt de bijzin slechts schijnbaar op het kernwoord dat omsloten is. Vergelijk bijvoorbeeld respectievelijk met 2 en 9:
11a(Ze heeft dat al) zo [vaak] (gezegd) dat ik het niet eens meer hoor.
b(Ze heeft dat al) zo [vaak] dat ik het niet eens meer hoor (gezegd.)uitgesloten
12a(Gelukkig maar dat hij) [snel] genoeg (was) om weg te komen.
b(Gelukkig maar dat hij) [snel] genoeg om weg te komen (was.)uitgesloten
Voor de precieze plaatsing van zulke bijzinnen zie men [21.7.3.1/2].
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links