12.5.2.2.8 Het achtervoegsel -s
Het achtervoegsel -s kan worden gecombineerd met substantieven (1a),
waaronder persoonsnamen (1b). Daarnaast treedt het ook op in combinatie met twee
woorden (adpositie + substantief) in samenstellende afleidingen, zoals in de
woorden (1c):
De betekenisbijdrage van het suffix kan omschreven worden als ‘betrekking hebbend op, de eigenschappen hebbend van’.
Verder kan -s, eveneens met de betekenis '(als) van -', toegevoegd worden aan persoonsnamen die aanhangers van een bepaalde overtuiging of belijders van een bepaald geloof aanduiden. Voorbeelden van dit niet-productieve type zijn:
2joods, protestants, anglicaans, mohammedaans, presbyteriaans
De afleidingen van persoonsnamen met -s als
Gezelliaans zijn naar
betekenis bijzonder. De betekenis van
Gezelliaans is bijvoorbeeld
niet ‘de eigenschappen hebbend van een Gezelliaan’, maar ‘de eigenschappen
hebbend van Gezelle’. Er is dus sprake van een asymmetrie tussen de vorm en de
betekenis van zulke woorden. Deze asymmetrie doet zich ook voor bij geografische
adjectieven als
Amerikaans met de betekenis
'betrekking hebbend op Amerika'.
Door middel van het achtervoegsel -s worden adjectieven afgeleid van
de namen van dagen, zoals maandags,
en ook van de substantieven maart,
winter en
zomer, zoals in
maartse buien en
zomers weer.
Bij de afleidingen van de namen van de windstreken
noorden,
oosten,
westen en
zuiden treedt een
vormverandering op in het basiswoord:
noords,
oosters,
westers,
zuiders. Deze vier
adjectieven worden vooral in staatkundige en culturele zin gebruikt
(het westerse
bondgenootschap, oosterse
talen, enz.) in tegenstelling tot hun pendanten
op -elijk
(westelijk,
oostelijk enz.), die in meer
letterlijke zin worden gebruikt (bijv. een westelijke
wind, het oostelijke
halfrond). Het adjectief
zuiders wordt alleen in
Belgisch-Nederlands gebruikt.
De hier genoemde adjectieven zijn (met uitzondering van
winters en
zomers) alleen
attributief te gebruiken, bijv.:
3het zaterdags bijvoegsel (van een krant), m'n zondagse pak, maartse buien, aprilse grillen, de noordse landen (= Scandinavië), een zuiders type
Naast bijv. de winterse kou en een zomerse temperatuur is ook predicatief gebruik mogelijk bij winters en zomers, bijv.:
4Het weer is vandaag gewoon zomers!
Het achtervoegsel -s komt ook voor in de volgende van substantieven afgeleide adjectieven met de betekenis 'met de eigenschap van' :
5aards, binnenlands, boers, buitenlands, doods, duivels, heidens, hels, hemels, honds, ketters, kinds, rebels, schools, slaafs, volks, werelds
Verder wordt -s gebruikt voor samenstellende
afleidingen als
goedgeefs,
goedlachs ,
grootsteeds,
ondergronds en
buitenschools.
Er zijn een paar adjectieven op -s die niet zijn afgeleid van een
substantief, woorden als broeds,
groots,
loops,
steels en
waaks.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |