18.5.2.1.ii Hebben en zijn met een vervangende
infinitief
Verder lezen
1
Als een groepsvormend werkwoord dat een infinitief met te of
een infinitief zonder te als aanvulling heeft, in een
voltooide tijd gezet wordt - voorzover dat mogelijk is -, dan verschijnt
dat groepsvormende werkwoord in de regel niet in de gedaante van een
voltooid deelwoord, maar van een infinitief. Die infinitief wordt
vervangende infinitief genoemd (= 'infinitivus pro participio').
Hieronder volgen voorbeelden van het verschijnsel. (Voor een overzicht van
de mogelijke combinaties zie
men
[18.5.3]
en
[18.5.4], in welke laatste subparagraaf ook de weglaatbaarheid van
te aan de orde komt.) In de voorbeelden staan de bedoelde
groepsvormende werkwoorden in de (a) -zinnen in een
onvoltooide tijd, in de overige zinnen in een voltooide tijd. In de
(c) -zinnen is de vervangende infinitief gecursiveerd.
Het groepsvormende werkwoord zijn dat met een infinitief
zonder te aangevuld wordt, krijgt in de voltooide tijden nooit
zijn, maar altijd de vorm wezen als vervangende
infinitief, bijv.:
Door het gebruik van de spreektaalvorm wezen is de constructie
in 7c in haar geheel als informeel
te karakteriseren. In de standaardtaal wordt het hier bedoelde
groepsvormende zijn niet in een voltooide tijd gebruikt (zie
verder
[18.5.4.15/i1]).
In de gegeven voorbeelden werden allemaal drieledige werkwoordgroepen
gebruikt. De regel is natuurlijk ook van toepassing in grotere groepen.
Vergelijk het volgende voorbeeld met de zinnen
2a t/m
2c:
Samengevat: in combinaties bestaande uit een hulpwerkwoord van tijd + een
of meer andere groepsvormende werkwoorden + (te +) infinitief
komen die andere groepsvormende werkwoorden voor in de vorm van een
infinitief.
9We
hebben de koningin voorbijkomen
zien.uitgesloten
2a
Een aantal werkwoorden onttrekt zich aan de regel voor het gebruik van een vervangende
infinitief. De werkwoorden die in de voltooide tijden toch in de vorm van een deelwoord
optreden, zijn:
-
vinden
,
achten
+
te
+ infinitief (zie [18.5.4.11/ii]), bijv.: 10Ik heb haar houding altijd te prijzen gevonden.
-
hebben
,
krijgen
+
te
+ infinitief (zie [18.5.4.14/ii]), bijv.: 11De poes heeft niet genoeg te eten gehad.12Daar heb ik nooit iets mee te maken gehad.13Ze hadden al heel wat teleurstellingen te verwerken gekregen.14We hebben maar ƒ 1000 te besteden gekregen.
-
zijn
+
te
+ infinitief (zie [18.5.4.15/ii]), bijv.: 15Die ster is lange tijd niet te zien geweest.
-
geven
+
te
+ infinitief (zie [18.5.4.22]), bijv.: 16Ze hadden de patiënt te weinig te drinken gegeven.
-
leggen
,
zetten
,
hangen
(overgankelijk) +
te
+ infinitief (zie [18.5.4.23]), bijv.: 17Ik heb de was in de badkamer te drogen gehangen.
-
staan
+
te
+ infinitief (zie [18.5.4.24/i]), bijv.: 18Er hebben hem wel vaker onaangename verrassingen te wachten gestaan.
-
komen
+
te
+ infinitief in de vaste combinaties
te weten komen
en
duur te staan komen
(zie [18.5.4.3/ivb], Opmerking 1); In dit geval zijn er twee
mogelijkheden voor de vorming van voltooide tijden. Vergelijk:
2b
Van sommige groepsvormende werkwoorden kunnen geen voltooide tijden
gevormd worden. De vraag of er een deelwoord dan wel een vervangende
infinitief gebruikt moet worden, is daar dan ook niet aan de orde. Het
betreft kijk, hoor
(zie
[18.5.4.9]), hebben en krijgen +
infinitief zonder te
(zie
[18.5.4.14/i]), bepaalde gebruiksgevallen van hebben +
te + infinitief
(zie
[18.5.4.14/ii]), bepaalde gebruiksgevallen van beloven
en dreigen
(zie
[18.5.4.19]), plegen
(zie
[18.5.4.21]) en vallen
(zie
[18.5.4.24/ii]).
3
De vervangende infinitief in voltooide tijden komt alleen voor bij
groepsvormende werkwoorden. Aangezien veel werkwoorden zowel
groepsvormend als niet-groepsvormend optreden, zijn vaak van hetzelfde
werkwoord voltooide tijden met een vervangende infinitief zowel als met een
voltooid deelwoord mogelijk. Vergelijk in de onderstaande voorbeelden de
(a) -zinnen met groepsvormend gebruikte en de (b)
-zinnen met niet-groepsvormend gebruikte werkwoorden:
Ook bij zogenaamd quasi-groepsvormend gebruik (zie [18.5.1.2/1], categorie [c]) is een voltooid deelwoord de enige
mogelijkheid; vergelijk bijv. met 22b:
24Hij is zijn huis
begonnen te verbouwen.
Hiermee vergelijkbare gevallen worden behandeld in de
subparagrafen
[18.5.4.18] (besluiten, verzuimen etc.),
[18.5.4.19] (beloven, dreigen)
en
[18.5.4.25] (bevelen, verbieden etc.). We
volstaan hier met enkele voorbeelden:
25Ik had de olie weer eens
verzuimd te verversen.
26Vol berouw heeft hij de
rekening beloofd aan te
zuiveren.
27Hadden we je die bloemen niet
verboden af te plukken!?
4
Bij gezegdes met een eigenlijk-modaal hulpwerkwoord
(zie
[18.5.4.4/i] en ii
en
[18.5.4.5]) als deel strekt de vorming van voltooide tijden zich
niet uit tot dat modale hulpwerkwoord. Het hulpwerkwoord van tijd is
namelijk van het modale hulpwerkwoord afhankelijk en neemt de vorm aan van
een infinitief (naargelang van het geval met of zonder te). De
werkwoordelijke aanvulling bij hebben of zijn
verschijnt gewoon als deelwoord. Vergelijk:
Voor een irrealiszin zoals
Hij had met vakantie kunnen zijn
, die in tegenstelling tot 29d wel mogelijk
is, zie men [18.5.4.4/i2b].
5
Als een deel van het gezegde, al dan niet vergezeld van een voorwerp of een bepaling, helemaal
vooraan in een zin geplaatst wordt (zie
[21.3.3.3] en [21.3.6.3]), komt in de voltooide tijden geen vervangende infinitief maar een normaal
voltooid deelwoord voor. Vergelijk met de - hier herhaalde - zinnen 6c (30) en 8c (32) 31) en 33:
30De kinderen hebben op school
leren zwemmen.= 6c
31Zwemmen hebben de kinderen op
school geleerd.
32Zijn broer heeft altijd al in
Spanje willen gaan wonen.= 8c
33In Spanje gaan wonen heeft zijn
broer altijd al gewild.
De (d) -zinnen vormen slechts een schijnbare uitzondering op
de regel voor het gebruik van de vervangende infinitief omdat er in deze
constructies geen sprake is van groepsvorming. Een vergelijkbaar geval doet
zich voor bij het omschrijvende doen
(zie
[18.5.4.10/iv]), bijv.:
34Hard werken heeft hij nog nooit
gedaan!
Opmerking
Verdieping
Opmerking
De infinitief op de eerste zinsplaats kan als een gesubstantiveerd
element beschouwd worden. Op dezelfde wijze gebruikt kan hij ook elders
in een zin staan. Vergelijk:
iRekenen hebben onze
grootouders uit dít boekje geleerd.
ii(Het is een bekend boekje, )
waaruit vele generaties kinderen rekenen hebben
geleerd.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |