Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
21.3.5.5 Een voorzetselconstituent zonder het voorzetsel
Verder lezen
Tot op zekere hoogte vergelijkbaar met de onder [21·3·5·4/1] beschreven gevallen is het volgende type splitsing, dat beperkt is tot informeel taalgebruik. Het gaat hier om voorzetselconstituenten in verschillende functies. Behalve dat deze zinsdelen in hun geheel op de eerste zinsplaats voor kunnen komen, kunnen ze er ook staan zonder het voorzetsel (zie de (b) -zinnen hierna). Dit voorzetsel staat dan achteraan in het middenstuk (zie [21·5·2·2]). In de volgende voorbeelden heeft de voorzetselconstituent respectievelijk de functie van voorzetselvoorwerp (1 t.e.m. 3), van meewerkend voorwerp (zin 4) en van noodzakelijke bijwoordelijke bepaling van plaats (zin 5):
1aAan lezen |heeft| hij een broertje dood.
bLezen |heeft| hij een broertje aan dood.informeel
2aOp kinderen |is| ze dol.
bKinderen |is| ze dol op.informeel
3aOp brutaliteit |ben| ik bepaald niet gesteld.
bBrutaliteit |ben| ik bepaald niet op gesteld.informeel
4aAan zulke stoute kinderen |moet| je maar niet te veel snoep |geven. |
bZulke stoute kinderen |moet| je maar niet te veel snoep aan |geven.|informeel
5aIn zo'n drukke straat |zou| ik beslist niet |willen wonen. |
bZo' n drukke straat |zou| ik beslist niet in |willen wonen.|informeel
Deze mogelijkheid bestaat echter niet voor alle bijwoordelijke bepalingen, blijkens een geval als:
6aOp zondag |kun| je toch niet |gaan dansen. |
bZondag |kun| je toch niet op |gaan dansen. |uitgesloten
Vergelijk verder met [21·8·2·1].
Opmerking
Verdieping
Opmerking
Het voorzetsel met verschijnt bij dergelijke splitsingen in de vorm mee, tot treedt op als toe (vergelijk [9·3·4/1]). Zie bijv. de zinnen:
iaMet dat meisje |zou| ik wel eens |willen dansen. |
bDat meisje |zou| ik wel eens mee |willen dansen. |informeel
iiaTot relativeren |was| hij niet in staat.
bRelativeren |was| hij niet toe in staat.informeel
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links