12.4.2.2.3.4 Verkleinwoorden zonder basiswoord
Als naam voor bepaalde zelfstandigheden komt soms (vrijwel) alleen maar een verkleinwoord voor,
dat wil zeggen dat daarnaast geen niet-verkleind basiswoord bestaat. Zulke
'noodzakelijke' verkleinwoorden noemt men diminutiva tantum
(enkelvoud: diminutivum tantum). Het betreft meestal personen, dieren, planten
en dingen die relatief klein zijn. Voorbeelden:
Bij een aantal diminutiva tantum is er in het hedendaags Nederlands geen verwant of herkenbaar basiswoord aan te wijzen; dit geldt voor:
2akkefietje/akkevietje, doetje, hachje, hopje, kaakje,
meisje, (op het) nippertje, pietsje, poffertje, snufje (modesnufje),
sprookje, tikkeltje, zootje
Met als basis een adjectief in comparatiefvorm komen voor: (een)
latertje,
vluggertje,
vroegertje. Toch is in deze
verkleinwoorden geen comparatieve betekenis aanwezig, en de basisadjectieven
later,
vlugger
en vroeger komen niet zelfstandig
met de relevante betekenis voor. In die zin zijn het dus ook verkleinwoorden
zonder basiswoord.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |