17.1.2 Voornaamwoordelijke bijwoorden
Een bijzonder type complement van Nederlandse adposities vormen de voornaamwoordelijk bijwoorden. Er zijn
er zeven, namelijk er, hier, daar, waar, ergens,
nergens en overal, en ze
gaan vooraf aan de adpositie waar ze bij horen. In (1a) bijvoorbeeld gaat het
voornaamwoordelijk bijwoord er vooraf aan de adpositie over.
Hier, daar,
waar, ergens,
nergens en overal
zijn soms ook complement van een voorzetsel (zie ook 17.1.6 Andere constituenten). In die gevallen noemen we ze geen voornaamwoordelijke
bijwoorden, maar bijwoorden van plaats (hier en
daar), vragend bijwoord
(waar) of onbepaalde bijwoorden
(ergens, nergens
en overal), zie bijvoorbeeld:
i[I]k heb me
verstopt op het dak. Vanaf
daar zag ik hoe ze de gevangenen lieten
ontsnappen.
iiTot
waar mag de staat haar tentakels
uitspreiden en waar begint het private
domein?
iiiHet publiek
kwam van
overal en verzamelde zich rijendik voor
de deur.
Voornaamwoordelijke bijwoorden worden heel veel gebruikt in het Nederlands.
Anders dan in andere talen namelijk kunnen Nederlandse adposities niet zomaar
een voornaamwoord als complement hebben. Dat gaat wél als
het voornaamwoord naar een of meer personen verwijst, zoals in aan mij of
met
iemand. Maar voornaamwoorden die naar 'dingen'
verwijzen, kunnen vaak niet het complement van een adpositie zijn. Dus, om terug
te verwijzen naar de
kip in (1a) zeggen we niet Strooi de
pinda's over
hetuitgesloten, met het persoonlijk
voornaamwoord het als complement van het voorzetsel
over.
We gebruiken het voornaamwoordelijk bijwoord er, dat voorafgaat aan de adpositie
over.
Merk op dat we de term voornaamwoordelijk bijwoord hier
uitsluitend gebruiken voor de taalelementen er, hier, daar, waar, ergens,
nergens en overal.
Traditioneel wordt deze term ook wel gebruikt voor combinaties als erover of
hieraan als geheel, inclusief de
adpositie. In lijn met de recente taalkundige literatuur worden die combinaties
hier echter als adpositieconstituenten gezien: erover,
bijvoorbeeld, is een adpositieconstituent, met de adpositie over als kern en
het voornaamwoordelijk bijwoord
er als complement.
Een bijzondere eigenschap van dit type adpositieconstituent is dat de kern en het
complement niet altijd direct naast elkaar staan. Dat doen ze wel in de
voorbeelden in (1) hierboven, maar in (2) hieronder staan er steeds één of meer
woorden tussen. Dat zijn geen bepalingen binnen de adpositieconstituent: het gaat
echt om aparte zinsdelen. Zo vinden we tussen het voornaamwoordelijk bijwoord
er en
de adpositie over in (2a) het lijdend voorwerp
verse
koriander, en worden nergens en
door
in (2f) onderbroken door de bijwoordelijke bepaling wezenlijk.
Verder lezen
Merk op dat verschillende voornaamwoordelijke bijwoorden een verschillende mate
van samenhang met de adpositie laten zien, wat de vraag oproept of we in alle
gevallen wel met constituenten te maken hebben. In de eerste plaats worden
er,
hier,
daar
en waar,
als ze direct voorafgaan aan hun adpositie, daamee aaneengeschreven als één
woord, zoals erover, hieraan,
daarvan en waarmee in
(1a)-(1d). Die schrijfwijze is eigenlijk ongebruikelijk voor een complement en
een kern van een (adpositie)constituent. Ergens, nergens en
overal
daarentegen staan altijd los van hun adpositie, ook als ze er direct aan
voorafgaan, zoals ergens
in, nergens door en overal op in
(1e)-(1g).
Een ander verschil in samenhang zien we op de eerste zinsplaats. Er, hier, daar en
waar
kunnen samen met hun adpositie op de eerste zinsplaats staan, zoals in (3). Dat
kunnen we als bewijs zien dat ze samen een constituent vormen. Ergens,
nergens en overal
daarentegen kunnen nooit samen met hun adpositie op de eerste zinsplaats staan,
zoals in (4). Als ze al op de eerste zinsplaats voorkomen, is dat zonder hun
adpositie, zoals in (5).
De hier besproken adpositieconstituenten zijn dus van bijzondere aard. Soms
worden ze aaneengeschreven als één woord, wat eigenlijk ongebruikelijk is voor
een kern en een complement. Kern en complement kunnen niet altijd als geheel op
de eerste zinsplaats staan. En het is heel gebruikelijk dat er één of meer
woorden tussen de kern en het complement in staan. In die gevallen noemen we
zo'n constituent 'discontinu'.
In onderstaande subparagrafen gaan we verder in op de voornaamwoordelijke bijwoorden als complement:
- 17.1.2.1 Vijf typen voornaamwoordelijke bijwoorden: Op basis van gelijkenissen met verschillende typen voornaamwoorden kunnen we voornaamwoordelijke bijwoorden indelen in vijf typen: het persoonlijk voornaamwoordelijk bijwoord er, de aanwijzend voornaamwoordelijke bijwoorden hier en daar, het betrekkelijk én vragend voornaamwoordelijk bijwoord waar, en de onpersoonlijk voornaamwoordelijke bijwoorden ergens, nergens en waar. In sommige gevallen is het gebruik van het corresponderende voornaamwoord niet uitgesloten.
- 17.1.2.2 Opeenvolgend of los van elkaar? Het voornaamwoordelijk bijwoord en de adpositie kunnen direct op elkaar volgen, of los van elkaar in de zin met één of meer woorden ertussen. Of ze aaneengesloten of onderbroken in de zin staan, hangt af van een heel aantal factoren.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Maaike Beliën | januari 2021 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 17,../../data/archief/ans2/e-ans/17/body.html; |