Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
12.4.2.2 Suffigering
Suffigering is een veel gebruikt procedé om substantieven af te leiden. We maken onderscheid tussen inheemse (Tabel 1) en uitheemse (Tabel 2) suffixen (achtervoegsels). De uitheemse suffixen worden beperkter gebruikt, en combineren voornamelijk met uitheemse basiswoorden. Ook komen ze vaak voor in substantieven waarmee geen basiswoord correspondeert. Zulke substantieven zijn daardoor slechts gedeeltelijk gemotiveerd. Wat betreft het klemtoonpatroon van afgeleide substantieven geldt dat de meeste inheemse suffixen klemtoonneutraal zijn, en dus de locatie van de klemtoon op het basiswoord niet verandert, terwijl in substantieven met uitheemse suffixen de hoofdklemtoon van het afgeleide woord op het suffix valt. Hieronder volgt een beknopt overzicht van de mogelijkheden, met voor ieder soort suffigering en ieder suffix enkele voorbeeldwoorden en links naar de paragrafen waarin deze worden besproken.
Verder lezen
Inheemse suffixen
Tabel 1 geeft een overzicht van de verschillende manieren om substantieven te maken door middel van suffigering. Sommige suffixen komen voor in de voorbeeldwoorden van meer dan een betekeniscategorie, omdat ze verschillende typen bijdragen kunnen leveren aan een afgeleid woord. Zo kan het suffix -er gebruikt worden om persoonsnamen te maken zoals werker, maar ook instrumentnamen zoals zoemer en gebeurtenisnamen zoals uitglijder. Individuele afgeleide substantieven kunnen ook polyseem zijn. Zo kan het woord zender, afgeleid van het werkwoord zenden met het suffix -er, een persoon aanduiden, maar ook een instrument of een radio/tv-kanaal.
Tabel 1. Vorming van substantieven door inheemse suffigering
soort suffigering voorbeeldwoorden
substantivering van adjectieven (de) blind-e, (het) goed-e, (iets) nieuw-s
substantivering van werkwoorden werk-ing, knoei-erij, kom-st, gav-e, gif-t, erf-enis, sterf-te
verkleinwoorden vrouw-tje, bak-je, mann-etje, riem-pje, konin-kje
persoonsnamen bakk-er, molen-aar, viez-erd, wreed-aard, viez-erik, naar-ling, herberg-ier
inwonersnamen Brussel-aar, Gent-enaar, Spanj-aard, Amsterdamm-er
vrouwelijke persoonsnamen advocat-e, diev-egge, baron-es, eigenar-esse, boer-in, dominee-se, arbeid-ster
zaaknamen eigen-dom, wekk-er, per-elaar, bloemist-erij, abd-ij, buurt-schap, dek-sel
verzamelnamen burger-dom, christen-heid, burger-ij, gezel-schap
abstracta dijenklets-er, schoon-heid, voogd-ij, duister-nis, reken-schap, dien-st, druk-te, lief-de
Uitheemse suffixen
Ook uitheemse suffixen worden gebruikt om substantieven te maken, zij het voornamelijk in combinatie met uitheemse basiswoorden, of met uitheemse wortels. Sommige uitheemse suffixen combineren ook met enkele inheemse basiswoorden, zoals het suffix -age in lekkage. Daarnaast kunnen zowel uitheemse als inheemse eigennamen fungeren als basiswoorden voor afleiding met uitheemse suffixen, zoals we zien in de woorden Chomskyaan en Gezelliaan.
Tabel 2. Vorming van substantieven door uitheemse suffigering
soort suffigering voorbeeldwoorden
nominalisatie van werkwoorden kanonn-ade, arbitr-age, offer-ande, stabilis-atie, bombard-ement, discuss-ie
persoonsnamen diamant-air, collect-ant, bibliothec-aris, gymnasi-ast, instig-ator, republik-ein, doc-ent, inspect-eur, paroch-iaan, polit-icus, antisem-iet, august-ijn, lokett-ist
vrouwelijke persoonsnamen academic-a, brun-ette, advis-euse, comed-iënne, blond-ine, act-rice
inwonersnamen Afrik-aan, Azi-aat, Roem-een, Portug-ees, Jemen-iet, Alger-ijn, Cypri-oot
zaaknamen document-aire, condens-ator, oper-ette, brom-ide, bonbonn-iëre, psych-oot, urin-oir
abstracta schand-aal, pikant-erie, symbol-iek, commun-isme, stabil-iteit, kandidat-uur
Daarnaast zijn er uitheemse suffixen die specifiek gebruikt worden in de chemische terminologie, zoals -ide in fluoride en -yl in vinyl, en voor medische terminologie zoals -itis in namen voor ontstekingen zoals appendicitis ‘blinde-darmontsteking’.
Het meervoudssuffix voor afgeleide substantieven: -s of -en
De keuze van een meervoudssuffix (-s of -en) voor afgeleide substantieven is deels voorspelbaar. De hoofdregel is dat -s optreedt na een onbeklemtoonde lettergreep, en -en na een beklemtoonde. Met andere woorden: de meervoudsvorm moet bij voorkeur eindigen op een trochee. Woorden met uitheemse suffixen krijgen -en omdat het suffix de hoofdklemtoon van het woord draagt (bijvoorbeeld Afrikán-en). Dit geldt ook voor inheemse beklemtoonde suffixen zoals -in (leeuw-ínn-en) en -es (voogd-éss-en). Een uitzondering vormen woorden op -isme waar -ismen en -ismes allebei mogelijk zijn, omdat de slot-sjwa van -isme wordt weggelaten, zodat er in beide gevallen sprake is van een slot-trochee (germanismen / germanismes). Dit geldt ook voor andere woorden op -e zoals stilte met als meervoud stiltes of stilten. Bij enkele uitheemse suffixen op een sjwa moet altijd -s gekozen worden: -age (rapport-age-s) en -ette (maison-ette-s), onder invloed van het Frans waaraan deze suffixen ontleend zijn. Afgeleide persoonsnamen hebben soms een voorkeur voor -s; vergelijk portiers (bewakers bij de ingang) met portieren (autodeuren).
Bij inheemse suffixen bepaalt het suffix soms de keuze van een meervoudssuffix. Zo vereist een verkleinwoordsuffix altijd -s (kindje – kindje-s), evenals het vrouwelijke suffix -e (student-e-s). Woorden op -ing (handeling-en) en persoonsnamen op -e (de goede – de goed-en) vereisen altijd -en. Suffixen zoals -dom en -schap vormen een zelfstandig prosodisch woord en dragen daardoor secundaire klemtoon. Ze kiezen daarom -en als meervoudssuffix, zodat het woord op een trochee eindigt: hertogdomm-en, vriendschapp-en.
Zie Booij (1998, 2019: 17-29).
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juni 2022
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html;
    Interessante links