12.3.2.2 Suffigering
Het aantal suffixen, of achtervoegsels, waarmee werkwoorden gevormd kunnen worden
(suffigering) is beperkt. Er is één enigszins
productief suffix, -eer, met daarnaast enkele
vrijwel onproductieve suffixen -el, -er en -ig.
Verder lezen
Het achtervoegsel -eer
Het
achtervoegsel -eer kan worden aangehecht
aan substantieven en adjectieven, zoals we zien in de volgende voorbeelden:
1met
substantief: alarmeren, balanceren, coderen,
nuanceren
met
adjectief: bruuskeren, koketteren, legitimeren,
valideren
Dit historisch gezien uitheemse suffix
Het stamt af van het Franse suffix -er dat
de infinitiefvorm van werkwoorden markeert.
komt ook voor met als inheems gevoelde basiswoorden zoals:
2met
substantief: kamperen,
waarderen
met
adjectief: halveren, kalmeren,
kleineren
De betekenis van werkwoorden op -eer, afgeleid van
een substantief is ‘iets doen met het in het basiswoord genoemde’. Het zijn
doorgaans overgankelijke werkwoorden. Bij adjectieven als
basiswoorden is er sprake van causatieven of
inchoatieven. Zo is
kleineren een causatief
werkwoord met de betekenis ‘klein maken’. Een werkwoord als
stabiliseren kan zowel
overgankelijk, met causatieve betekenis, als onovergankelijk, dus met
inchoatieve betekenis, worden gebruikt:
3Sommige politici
proberen de bevolkingsgroei te
stabiliseren.causatief,
overgankelijk
Zijn ziektebeeld is
gestabiliseerd.inchoatief,
onovergankelijk
De vorm van het basiswoord waaraan dit suffix wordt gehecht, kan verschillen van
de vorm van dat basiswoord als het zelfstandig gebruikt wordt. Er is dus sprake
van stamallomorfie; vergelijk de volgende basiswoorden met
hun vorm in een geleed werkwoord:
4conditie/conditi-on-eren
effect/effect-u-eren
standaard/standaard-is-eren
De achtervoegsels -el, -er en -ig
Naast het productieve suffix -eer zijn er ook enkele
vrijwel onproductieve suffixen waarmee werkwoorden gevormd zijn: -el, -er en -ig.
Met behulp van het onbeklemtoonde achtervoegsel -el
əl
zijn werkwoorden afgeleid met vaak een iteratief (=
herhalend) betekenisaspect. Zo bestaat naast
duiken het werkwoord
duikelen, met de betekenis
'bij herhaling (en snel) een duikende beweging maken'. Andere voorbeelden
zijn:
5brokken/brokkelen
krabben/krabbelen
kreuken/kreukelen
rijmen/rijmelen
trappen/trappelen
Met behulp van het onbeklemtoonde achtervoegsel -er
ər
zijn van werkwoorden andere werkwoorden afgeleid met vaak een iteratief
(herhalend) betekenisaspect. Zo bestaat naast
spetten het werkwoord
spetteren met de betekenis
'steeds weer in kleine spatjes wegspringen'. Andere voorbeelden zijn:
6kiepen/kieperen
klappen/klapperen
kleppen/klepperen
knippen/knipperen
Het achtervoegsel -ig
əɣ
treedt op na substantieven ter vorming van overgankelijke en onovergankelijke
werkwoorden die een handeling uitdrukken die op een of andere manier met wat het
basiswoord noemt in verband gebracht kan worden. Het van
steen afgeleide
stenigen bijvoorbeeld
betekent 'door het werpen met stenen ter dood brengen'. Voorbeelden van
werkwoorden die gevormd zijn volgens dit niet-productieve procedé zijn:
7eindigen, kruisigen,
pijnigen, tuchtigen, zondigen
In zondigen is de slotklinker van het
basiswoord zonde in de afleiding
verdwenen krachtens de regel van Prevocalische Sjwadeletie die een sjwa
(ə)
voor een volgende klinker doet verdwijnen.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |