Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
12.5.2.1.1.1 Het voorvoegsel on-
Met behulp van het prefix, of voorvoegsel, on- worden van adjectieven nieuwe adjectieven afgeleid met een ontkennend betekeniselement dat vaak verbonden is met een negatieve waardering. Voorbeelden zijn:
1onartistiek, onbekwaam, ondiep, oneffen, onelegant, onheus, onjuist, onzeker
Het adjectief onwijs wordt ook gebruikt met een positieve betekenis, zoals in onwijs gaaf.
Het afleidingsprocedé is productief, maar er zijn wel een aantal beperkingen op de mogelijke basiswoorden. Van een aantal categorieën van adjectieven zijn afleidingen met on- ongebruikelijk, met name van adjectieven die geen gradering toestaan, zoals rechthoekig, fluwelen, taalkundig, Chinees en huidig. Worden dergelijke adjectieven gebruikt om een eigenschap aan te duiden, en dus als kwalificerende adjectieven, dan kunnen ze wel een afleiding met on- naast zich krijgen. Vergelijk bijv. het gebruik van het adjectief Engels in een Engelse gewoonte waarnaast als negatieve pendant onengels mogelijk is, bijv. in:
2Breken met de traditie wordt beschouwd als een onengelse houding.
en het gebruik van Engels in de Engelse vlag, waarbij geen negatieve pendant mogelijk is. Door prefigering met on- kan dus een kwalitatieve interpretatie van het basisadjectief worden afgedwongen. Als je bijvoorbeeld zegt dat iets on-Drents is, wordt verondersteld dat er typisch Drentse eigenschappen zijn.
De vorming van adjectieven met on- is uitgesloten bij van geografische namen afgeleide adjectieven op -er zoals Groninger, en bij een vorm aanduidende adjectieven zoals rond en stofadjectieven als gouden.
Het prefix on- kan ook niet gebruikt worden bij adjectieven waarnaast een tegengesteld adjectief (antoniem) bestaat, zoals klein - groot, hoog - laag, breed - smal, dik - dun, warm - koud. Een adjectief als *onklein is niet welgevormd. Hetzelfde geldt voor kleur aanduidende adjectieven, zoals rood, blauw, groen en negatief geladen adjectieven, zoals kwaad, erg, boos, slecht en gering. Ook adjectieven die al een negatief suffix bevatten lenen zich niet voor prefigering met on-: een woord als onmeedogenloos is onwelgevormd.
Zie De Clercq & Vanden Wyngaerd (2019).
Toch komen in bepaalde contexten, vooral na de ontkennende woorden niet of geen, ook van adjectieven uit deze categorieën afleidingen met on- voor, bijv. in:
3Het is geen onknappe jongen.
Ik vind het een niet onaardig idee.
Het is bepaald geen ongeringe verdienste.
Soms bestaan zowel een antoniem als een vorm met on- naast elkaar, waarbij verschil in betekenis kan optreden, bijv. gezond - ziek naast ongezond ('ziekelijk; schadelijk voor de gezondheid'), bijv. in:
4Roken is ongezond.
Omgekeerd zijn er adjectieven met on- die zonder 'positieve' pendant voorkomen, bijv. onvermijdelijk, onmetelijk en onmiskenbaar.
Sommige adjectieven met on- hebben synchroon gezien geen basiswoord, zoals die in (5):
5onbeschoft, onbesuisd, onnozel, onpasselijk, onstuimig, onverdroten, onverhoeds
Ze hebben wel de voorspelbare betekeniscomponent van ‘afwezigheid van een bepaalde eigenschap’.
Daarnaast zijn er ook on-adjectieven waarvan het basiswoord niet een bestaand, maar wel een mogelijk woord is, zoals:
6on-bedwingbaar, on-bestelbaar, on-blusbaar, onverwoest-baar
on-beschrijfelijk, on-herroepelijk, on-metelijk
Een woord als beschrijfelijk is welgevormd, maar niet bestaand. Dat betekent dat er bij de vorming van dit type adjectieven een combinatie van twee woordvormingsprocessen is toegepast: afleiding van een deverbaal adjectief door middel van -baar of -lijk, en tegelijk prefigering van adjectieven met on-.
Dit wordt wel beschreven als de vereniging van twee woordvormingsprocessen. Zie Booij (2010: 40-41).
Bij het woord onverschillig waarbij geen basiswoord verschillig is, hebben sommige taalgebruikers wel het woord verschillig gemaakt, zoals in de reclameslogan van de VARA uit 2008: Wees verschillig!, en de titel van een dichtbundel van Marjoleine de Vos, Hoe verschillig.
Een apart geval is het paar van adjectieven guur (gezegd van het weer: 'bar, onaangenaam koud') en onguur ('schrikwekkend; gemeen'), die allebei een negatieve waarde hebben.
Bij atttributief gebruik valt de woordklemtoon doorgaans op het prefix, en bij predicatief gebruik op het basiswoord; vergelijk:
7Óndiep water / Het water is hier ondíep.
In woorden als onnózel en ondéúgend valt daarentegen de klemtoon nooit op het prefix, wellicht omdat hier geen semantisch contrast met een basiswoord nozel en deugend mogelijk is.
Verder lezen
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    3.0 Geert Booij juni 2022
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997 hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html;
    Interessante links