Voorbeeldzoeker x
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags Nederlands Clarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNar Clarin login
  • Delpher
  • Celex Clarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
3.3.2.4.i.2 Stofnamen
Verder lezen
Stofnamen kunnen de- en het-woorden zijn, bijv. de wol, de zij(de), maar het hout, het papier; het -woorden zijn bijv. ook het chintz, het denim en het teak, evenals de namen van metalen [3.3.2.3/ii].
Wanneer substantieven als stofnaam en als voorwerpsnaam gebruikt kunnen worden, is de stofnaam dikwijls het-woord en de voorwerpsnaam de-woord. Zo bijv. bij namen van edelstenen (zoals diamant, robijn, topaas); vergelijk:
1aHet diamant dat wij verhandelen, wordt vooral voor industriële doeleinden gebruikt. (stofnaam)
bDe diamant in die ring vind ik niet mooi. (voorwerpsnaam)
Andere voorbeelden zijn:
2aDie mantel is van echt nerts. (het -woord)
bDe nerts is een kleine visotter.
3aHet kurk hieromheen is helemaal vergaan.
bWaar is de kurk van die fles?
Voor het laatste paar voorbeelden geldt overigens dat kurk ook als stofnaam de-woord kan zijn.
Ook een groot aantal andere stofnamen komt als de- en het-woord voor. Het onzijdig genus kan geacht worden het meest voor te komen bij:
het/de aceton, balatum, bamboe, barnsteen, benzol, bessensap, carbol, cement, cheviot, compost, corduroy, doek, draad, fiber, grind, gummi, insecticide, interlock, kiezel, kurk, leem, linoleum, lysol, majolica, nylon, ozon, parfum, pek, pluche, poeder, poelet, politoer, pus, rayon, rotan, satinet, shantoeng, slijm, snot, soldeer, solfer/sulfer, suède, triplex, velours, veronal, vitriool
. Stofnamen die meestal als de-woord gebruikt worden, zijn bijv.:
de/het antraciet, appelmoes, bacon, beits, chloor, drab, drop, fondant, fosfor, gom, hachee, hars, kaneel, katoen, kit, knoflook, kwijl, lak, latex, leukoplast, loog, macadam, marsepein, melange, molm, mousseline, mout, napalm, opium, pasta, pils(ener), plamuur, popeline, raffia, roest, rouge, salpeter, speculaas, stijfsel, stout, taaitaai, taf, teer, terracotta, vitrage, was, zavel
. Het genusgebruik is onduidelijk bij:
de of het kauwgom, rubber, smeer, steen, textiel, vernis
.
Literatuur
    Interessante links
    ANS
    Taalportaal
    Taaladvies
    Versiegeschiedenis
    versie redacteur(en) datum opmerkingen
    2.1 januari 2019 Automatische conversie van ANS 2.0
    2.0 W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn 1997
    Interessante links