5.2.9.2 Het gebruik van men, ze, je,
ge en we
Verder lezen
1
Het voornaamwoord
men wordt alleen
gebruikt als onderwerp van een zin (gecombineerd met een enkelvoudige
persoonsvorm) en behoort voornamelijk tot formele taal. Het stelt de door
het gezegde uitgedrukte werking centraal en duidt alleen vaag aan dat die
werking verricht of ondergaan wordt door personen.
Zinnen met men als onderwerp zijn te vergelijken met passieve
zinnen zonder door-bepaling. Dergelijke zinnen worden ook
gebruikt om een handeling enz. centraal te stellen, waarbij de 'handelende'
persoon in het vage wordt gelaten. Vergelijk:
Niet elke passieve zin heeft echter een actieve pendant met
men; ook het omgekeerde geldt. Voor beperkingen op de vorming
van passieve zinnen:
[22]. In enkele gevallen is wel een passieve zin mogelijk, maar geen
zin met men. Dat is het geval als het onderwerp van de
corresponderende actieve zin geen personen kan aanduiden, en in enkele
vaste verbindingen. Voorbeelden:
Andere beperkingen op het gebruik van men zijn de volgende:
-
Het kan niet gebruikt worden in zinnen met presentatief er. Vergelijk:
-
Het kan niet gecombineerd worden met een nabepaling:
-
Het kan niet beklemtoond worden, behalve wanneer het de spreker om een ironisch effect te doen is, bijv.5Mén zegt dat roken ongezond is, maar hoe weet mén dat?formeel6Ja, mén zegt zoveel.formeel
-
Binnentekstelijke verwijzing naar men is alleen mogelijk als het verwijzende voornaamwoord in dezelfde enkelvoudige zin staat. De verwijzing gebeurt dan door middel van een bezittelijk, wederkerend of wederkerig voornaamwoord. Voorbeelden:7Men doet zijn best.formeel8Men heeft zich weer eens vergist.formeel9Men moet elkaar liefhebben.formeelAls het om een of andere reden noodzakelijk is ter verwijzing naar een vaag omschreven onderwerp een voornaamwoord te gebruiken in een andere zin, dan is het gebruik van men uitgesloten en doet men een beroep op andere middelen. Voorbeelden:10Hoe houdt een mens het uit alsmaar geld te tellen dat hem niet toebehoort!11Als iemand voor anderen zijn best heeft gedaan, en ondank is dan zijn loon, dan gaat de aardigheid eraf.
Aangezien men alleen als onderwerp te gebruiken is (zie
hiervoor), moet dus ook voor de uitdrukking van de overige
zinsdeelsfuncties een beroep gedaan worden op andere middelen, bijv.:
12Zoiets doet een
mens goed.
2
De functie van men kan gedeeltelijk worden overgenomen door de
voornaamwoorden ze, je (en zijn regionale
nevenvorm ge) en we. Door ze worden
niet nader bepaalde personen aangeduid met uitsluiting van spreker en
hoorder. Bij gebruik van je/ge zijn spreker en
hoorder juist niet uitgesloten: je/ge betekent
'een mens' of 'mensen' en wordt dus gebruikt in algemene uitspraken. Voor
we geldt hetzelfde, maar dit voornaamwoord is beperkt in
gebruik. Als men gebruikt wordt, kunnen spreker en hoorder
zowel uit- als ingesloten zijn. Vergelijk (bij de volgende voorbeelden is
verondersteld dat de zinnen met hetzelfde nummer dezelfde betekenis hebben):
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |