12.3.4.2.3 Samenkoppelingen met samen
Door het woord samen te combineren met een werkwoord
zijn heel gemakkelijk samenkoppelingen te vormen. De betekenis die deze
samenkoppelingen gemeen hebben is '(dichter) bijeen, bij elkaar zijn, raken of
brengen'. Op deze manier kunnen zowel onovergankelijke werkwoorden gevormd
worden, zoals in (1) als overgankelijke, als in (2):
1 Wij kwamen ieder jaar samen.
2 Ik drukte de eierschaal tussen mijn vingers samen.
Voorbeelden van zulke samenkoppelingen zijn:
3samenballen, samenbrengen, samenroepen, samenstromen, samenvloeien
Zo kan men ook samenkruipen vormen, als in de zin:
4Toen hij terugkwam in de
kille schuilkelder, waren ze samengekropen in een
hoekje onder de trap.
Verder lezen
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 | Geert Booij | juni 2022 | |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 | hoofdstuk 12,../../data/archief/ans2/e-ans/12/body.html; |