27.5.3.3.i Inleiding
Verder lezen
Naast de algemene regels voor samentrekking op zinsniveau
(zie
[27.5.1]) geldt voor voorwaartse samentrekking op het niveau van
bijzinnen de bijkomende regel dat weglating van een element (al dan niet
direct) achter het zinsverbindende woord ook weglating van dat woord
vereist. Het zinsverbindende woord kan dus niet resteren. Deze regel geldt
zowel voor zinnen met achter-pv als voor beknopte bijzinnen met een
zinsverbindend element. Vergelijk:
Een uitzondering op deze regel wordt in ii 2
vermeld.
In ii illustreren we welke gemeenschappelijke delen en welke
combinaties daarvan samengetrokken kunnen worden.
Literatuur
Interessante links
ANS
Taalportaal
Taaladvies
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
2.1 | januari 2019 | Automatische conversie van ANS 2.0 | |
2.0 | W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn | 1997 |